Ze is 54 maar nog niet versleten, al is het WK in haar eigen Luxemburg wel de laatste wedstrijd op het hoogste niveau voor Suzie Godart. Maar zaterdag zal ze nog eens alles geven. In ieder geval heeft ze een selectie afgedwongen ten koste van… haar eigen dochter! Dat belooft.
Je bent 54, Suzie! Waar vind je nog het plezier om te crossen?
Suzie Godart: “Crossen en met de mountainbike op de weg rijden heb ik altijd graag gedaan. Het plezier zit hem voor mij in de technische uitdaging en de interactie met het publiek. In de cross staat het publiek dicht op de renners, zijn de parcoursen kort en heerst er vaak een uitgelaten sfeer – vooral in België. Ook tussen de crossers is er een goede band, we zijn een beetje als een grote familie.”
Hoe vaak train je per week en wat voor soort trainingen zijn dat?
Suzie Godart: “Trainingen organiseren is niet altijd makkelijk, want ik heb natuurlijk nog een job en familie is evenzeer belangrijk. Ik heb geen tijd om heel lange trainingen te doen, want mijn 2 honden hebben ook hun dagelijkse wandeling nodig. Gemiddeld doe ik per week 2 korte intervaltrainingen, 1 technische training met de nationale ploeg van Luxemburg en op zaterdag én zondag wil ik graag wedstrijden rijden. Meestal ga ik alleen op pad, al is mijn zoon wel geregeld eens partner bij een technische training. Het gebeurt zelden dat ik met mijn dochter kan trainen, want zij heeft ook een fulltime baan en dat is allemaal moeilijk te plannen.”
Heb je vaak contact met de andere meiden in het peloton?
Suzie Godart: “Ik heb een heel goed contact met Christine Vardaros, de Italiaanse meisjes Chiara Teocchi, Alice Maria Arzuffi en Eva Lechner, de Belgen Ellen Van Loy en Joyce Vanderbeken en de Nederlandse Marianne Vos en Thalita de Jong. Heel jammer dat die laatste door haar val niet bij mijn laatste cross kan zijn. Ook met Reza Hormes en Maud Kaptheijns schiet ik goed op. En dan zijn er nog mijn oud-ploegmate Helen Wyman en ook Caroline Mani. Maar ach, ik vergeet er nog wel een aantal. Voor mijn landgenote Edie Rees, die bij de beloften rijdt, ben ik een beetje de mama. Er heerst een fijn respect tussen ons en ik heb het gevoel dat ik er helemaal bij hoor. In Fiuggi vroeg Ellen Van Loy zelfs of het echt waar was dat ik zou stoppen na het WK. Ze kan niet geloven dat ik niet meer op de cross zal zijn. Maar deze keer is de beslissing definitief.”
Je bent pas op latere leeftijd begonnen met fietsen. Wat was de aanleiding daartoe?
Suzie Godart: “Mijn ouders waren helemaal niet sportief, maar ik ben altijd graag in beweging geweest. In mijn schooljaren speelde ik volleybal. Toen ik pas getrouwd was gingen mijn man en ik vaak lopen en fietsen om fit te blijven. Na de geboorte van onze kinderen ben ik dat wat gaan opdrijven. Vervolgens hebben we ons een mountainbike gekocht. Mijn 1e wedstrijd ooit won ik zelfs. En in hetzelfde jaar werd ik al meteen kampioene van Luxemburg. In 1994 was dat. De rest is geschiedenis.” (lacht)
Hoe was jouw seizoen tot nu toe?
Suzie Godart: “Tot nu toe ben ik niet helemaal tevreden over mijn seizoen. Ik had beter gekund. Al kan je natuurlijk altijd beter. Langs de andere kant heb ik wel een aantal mooie crossen gereden en mijn resultaat op het nationaal kampioenschap – waar ik 3e werd – was echt wel goed en heeft zeker bijgedragen tot mijn selectie voor het WK in eigen land.”
Had je jouw dochter Trixie (27) – die 4e eindigde – liever die podiumplaats gegund?
Suzie Godart: “Ik had graag samen met mijn dochter op het podium gestaan, maar zij heeft dit seizoen niet de tijd gevonden om te trainen zoals ze zou willen. Bovendien heeft ze wat schrik van snelle technische afdalingen. De wereldkampioenschappen samen met haar rijden zal dus altijd een droom blijven. Maar kom, we hebben samen al 2 keer op het podium gestaan op de Luxemburgse kampioenschappen en dat doet me enorm plezier. Zeker omdat mijn zoon Fränz toen moest huilen van geluk.”
Kijk je uit naar zaterdag?
Suzie Godart: “Zaterdag wordt de kers op de taart van mijn carrière. Ik ga ervan profiteren om het maximum te geven en van dit unieke moment te genieten. Mijn realistische doel is om de wedstrijd uit te rijden zonder gedubbeld te worden. Ik moet als allerlaatste starten. Het zal moeilijk worden, want Marianne Vos, in mijn ogen de grote favoriete, verkeert in de vorm van haar leven. Daarnaast maken sneeuw en ijs de technische passages en hellingen moeilijk om in te schatten. Ik hoop dat ik zonder ernstige valpartij over de meet zal kunnen fietsen. En dan is het tijd voor een feestje met vrienden en supporters.”
Fotomateriaal: Kristel Van Gilst.