Links op mijn bureau staan ze netjes opgesteld, 10 miniatuurwielrenners met de gele trui voorop en de Arc de Triomph als heroïsch decor. Ze stonden daar 15 jaar geleden al, ze staan er binnen 15 jaar nog. Plots weet ik weer dat de Ronde van Frankrijk niet over renners en ritten gaat. Het gaat over de romantiek van de koers, de dromen van winnaars en de tranen van verliezers. De passie fietst altijd mee.
Zomer 2001
Tijdens een heerlijk zonnige dag – in herinneringen zijn zomers altijd heet – speelt een antieke radio ergens op de wei plots het nieuws van de dag. Ik ben amper 7 jaar en op zomerkamp met de jeugdbeweging in Wezemaal. “Marc Wauters heeft de 2e etappe in de Tour gewonnen. Hij verovert ook de gele trui en zal in de leiderstrui door zijn eigen Lummen rijden.” Een paar van mijn begeleiders roepen enthousiast. Er is nog geen 3G, tegenwoordig 4G. Het lijkt nostalgie uit een stationsromannetje, maar het is wel echt gebeurd. Van dat kamp weet ik enkel nog dat ik door een insectenbeet zowat alles heb gemist, maar de prestatie van Wauters blijft me altijd bij.
Zomer 2002
Op een dag moeten we onze kinderen en kleinkinderen uitleggen dat de Tour vroeger niet integraal elke dag op televisie kwam. Zoals onze vaders en grootvaders vertellen dat zij de Tour maar enkele kilometers of louter in de krant konden volgen. Het moet prachtig zijn geweest om als 1e in het dorp een televisie te hebben zodat de hele meute gezellig in jouw woonst naar de Tour kon komen kijken. Of toch de laatste 10 kilometer, in zwart-wit. In 2002 had het hotel waar ik verbleef geen degelijke televisie en hing men elke ochtend de uitslag van de Tourrit van een dag geleden op tegen een muur. Enkele seconden later stond een legertje mannen rond die uitslag. Het was het hoogtepunt van de ochtend. Op een bepaald moment had mijn vader zelfs ontdekt dat hij voor een beetje kleingeld enkele minuten internet kon aankopen. Een kwartier lang zaten we te wachten tot de finishfoto volledig op het scherm kwam. Bertogliati, Kirsipuu en McGee wonnen de etappes. De manier waarop mochten we zelf nog verzinnen.
Zomer 2004
De ochtendstond heeft goud in de mond. Voor dag en dauw trokken we naar Luik, waar de proloog van de Ronde van Frankrijk werd verreden. Een strategisch plekje uitkiezen was de boodschap. Uiteindelijk vonden we ergens halverwege een boog van de Tour met een klok. Die stond stil, maar de grote hoop was dat deze geactiveerd zou worden vanaf de passage van de 1e renner. Groot was de vreugde toen dat het geval bleek te zijn. Van de 1e renner tot de laatste, allemaal zag ik ze passeren en noteerde ik hun tijd. Amerikanen en Aziaten kwamen vragen naar de stand van zaken. Ene Fabian Cancellara had lang de beste tijd en zelfs Armstrong kon hem niet kloppen. Met een halve cursusblok aan genoteerde tussentijden kwam ik terug thuis. Meten is weten, je kan het als toeschouwer niet beter treffen.
Zomers 2006-2009
Op een bepaald moment leer je als volger dat de Tour vooral over verhalen gaat. Alles wordt enorm uitvergroot. Elke krasse uitspraak is een krantenpagina waard. Elke verdwaalde Belg verdient een rubriek, iedere ritwinnaar heeft wel iets om over te schrijven. Ik was volledig in de ban van de Tour en startte vanaf 2006 met het schrijven van boekjes, die door een nonkel werden gedrukt. Uiteindelijk kon ik er zo’n 20 uitdelen en allicht geraakten 3 mensen tot het einde. Maar de voldoening was immens. ‘Jaar 1 na Lance’ (2006 – Oscar Pereiro), ‘1 ding is zeker, niets is zeker’ (2007 – Alberto Contador), ‘Keizer Carlos’ (2008 – Carlos Sastre) en ‘De Drie C’s’ (2009 – Alberto Contador) liggen ergens ver weg in een kast, maar zijn op verzoek nog steeds verkrijgbaar. Het meest fier ben ik nu op het stuk over Isaac Galvez, die in 2006 in ‘t Kuipje overleed en later een kettingreactie aan vreselijke gebeurtenissen in gang zette. Het meest fier was ik toen over ‘Grijze Muis bekent kleur’. Een passage over Sylvain Calzati, een renner die nu allicht nog steeds wordt aangesproken omwille van een etappezege in 2006. ‘s Avonds was ik met de familie te gast in het programma van Karl Vannieuwkerke. Toen voor het laatst vanuit een studio in Brussel. Ene Zinedine Zidane deelde die avond een kopstoot uit en beëindigde daarmee zijn voetbalcarrière. Er zijn zo van die dagen.
Zomer 2011
Ik was intussen al lang wielrenner, met als hoogtepunt 2011. Toen reed ik een jaar in het truitje van AVIA, de grootste ploeg die je bij de junioren kan vinden. Ploegmanager Rik Devoogdt begeleidde onder meer Jurgen Roelandts, Gianni Meersman, Jan Bakelants, Wouter Weylandt, Jasper Stuyven en Tim Wellens. Hoewel ik geen gigantisch talent was, mocht ik destijds een jaar voor de ploeg rijden en was ik midden juli actief in de Ronde van Oostenrijk. In de openingsetappe werd ik eervol 6e na onder meer Steven Lammertink (nu LottoNL-Jumbo). Een dag later lagen alle deelnemers aan die ronde vanuit hun bed te kijken naar Jelle Vanendert, die als 1e Belg in tientallen jaren een bergrit kon winnen. Waar we robots gewoon waren, keken we nu naar heel normale jongens. De renners waren veranderd, de magie van de Tour bleef intact.
Zomer 2013
Terwijl ik mijn koffers aan het pakken ben voor een vakantie in Zwitserland, krijg ik bericht dat Jan Bakelants aan iets indrukwekkends bezig is. Elke wielerliefhebber heeft vast wel eens een periode dat hij juist iets minder bezig is met de Tour en iets meer met zomerliefdes, festivals en cocktails. Ik had die periode toen. Niet dat ik zoveel gemist heb, want wat heel opvallend is: alle ritwinnaars van toen zijn vandaag nog steeds renner.
Zomer 2015
“Komaan Greg, volhouden Greg, houd hem af, doorgaan… doorgaan! Jaaaaaa! Greg!” Rodez is een modern bedevaartsoord geworden voor ons, wielerliefhebbers. De geboorte van veelwinnaar Greg Van Avermaet. Toen nog de man van ‘net niet’. Ik zat ergens in het zuiden van Frankrijk, maar de liefde was terug. Deze generatie mannen gaan later massaal vanuit de schommelstoel over Van Avermaet beginnen, zoals de rijpere generatie nu over De Vlaeminck of Van Impe praat. Greg is onze vaandeldrager, zo dicht bij het volk dat we later doen alsof we hem allemaal kenden.
Zomer 2017
De radio staat aan in de wagen, af en toe raadpleeg ik zelfs een livestream her of der. Gidsen hier, programma’s daar, camera’s overal. De Tour was nooit zo goed te volgen. In Luik stond ik opnieuw langs de kant samen met 2 jongens die de Ronde van Frankrijk nog nooit van dichtbij hadden gezien. 1 van hen draagt nu vermoedelijk nog steeds die halve mouw van Cofidis die hij tijdens de publiciteitskaravaan had gevangen. In 14 seconden was het hele peloton gepasseerd, maar daar maalde niemand om. De magie van de Tour deed het nog steeds. Op het moment dat de renners voorbij komen, word je immers toch weer dat kind van 7….
Het is dan een zogenaamd saaie Tour, maar ik heb vandaag ontdekt dat het niet over de ritten of de renners gaat. De beleving is alles, de herinnering aan de mooie zomer van weleer, de romantiek van de helden van nu. In 2001 stonden ze ergens in een zandbak, mijn ‘kleine koerserkes’ die ik van papa had gekregen en waarmee ik de Tour naspeelde. In 2017 staan ze op mijn bureau en in 2107 liggen er waarschijnlijk een paar in mijn graf. Ook wanneer we een 4D-bril kunnen opzetten en een hele dag vanuit het zicht van de gele trui kunnen meerijden, zal de Tour blijven draaien om de beleving, de passie en de droom. De Tour rijdt altijd door, vreugde en verdriet blijven achter, herinneringen worden gemaakt, de passie fietst voort.