Hij had het misschien liever anders gezien, Steff Hermans uit Herentals. Maar door de komst van Bjorg Lambrecht en Harm Vanhoucke bij zijn team Lotto Soudal U23, moet hij dit seizoen meer knechten dan hem lief is. Soms is dat wel wat lastig om mee om te gaan, bekent hij, maar Hermans wil als 3e jaars belofte van geen wijken weten. “Ik wil heel graag prof worden en zal me ook in een dienende rol proberen tonen”, is hij vastberaden.
Afgelopen week zagen we Hermans nog rondjes draaien op het NaTourcriterium in eigen stad Herentals. “De eerste keer dat ik voor eigen volk mocht koersen en dat was natuurlijk wel leuk”, lacht hij. Maar wat wij willen weten: hoe zit het met die klimmersbenen? “De afgelopen klimrondjes heb ik wel veel in dienst moeten rijden van Bjorg (Lambrecht, red) en Harm (Vanhoucke, die afgelopen weekend zijn sleutelbeen brak, red). Dat zijn 2 jongens met heel veel talent. Als er in een koers 1 colletje zit, dan hebben zij al een mooie kans om te winnen. Hun aanwezigheid maakt natuurlijk dat ik zelf minder mogelijkheden heb gekregen om me te laten zien en dat is natuurlijk wel wat jammer.”
Ardennen
Is de aanwezigheid van Lambrecht en Vanhoucke eerder makkelijker of moeilijker voor Hermans? “Toch wel moeilijker, zeker om zelf een uitslag te rijden”, bedenkt hij zich. “Die jongens kunnen koersen winnen en dat is natuurlijk belangrijk voor de ploeg. Het is dus logisch dat wij ze zolang mogelijk bijstaan. Langs de andere kant neemt het wel wat druk weg voor mezelf. Hoe dan ook probeer ik me altijd in te zetten en te tonen waar dat mogelijk is. Ik krijg van de ploeg ook voldoende kansen om me in de kijker te rijden, dus ik ben zeker nog niet gefrustreerd. Ik probeer het positief te zien en mijn niveau op die manier op te krikken. Het feit dat zij geregeld koersen winnen, motiveert me wel om hard te blijven werken.”
Hermans is aan zijn 3e jaar als belofte bezig. “Mijn 1e jaar bij de beloften was eigenlijk supergoed”, blikt hij terug. “Ik kon in de klimrondes bergop met de besten mee en dat was hoopvol. Het jaar nadien – 2016 – was wat minder, wellicht omdat ik mezelf behoorlijk wat druk had opgelegd. Nu gaat het weer beter, weer in stijgende lijn. Ik heb het gevoel dat ik op mijn niveau aan het koersen ben. Aan kracht heb ik zeker gewonnen en dat was wel nodig ook. Bergop ben ik precies iets minder, maar door op kracht te trainen kom ik nu wel beter uit de verf. Ja, ik probeer echt te trainen om sterker te worden. Niet altijd evident, want in België zijn er eigenlijk geen lange klimmen waar je beter van wordt.”
De Ardennen bieden in zekere mate wel soelaas voor de Kempenaar. “Klopt! Als ik geen koers heb, dan kan je me sowieso 2 keer per week terugvinden in de Ardennen. Maar ook als ik wedstrijd rijd in het weekend trek ik op woensdag een hele dag uit om ginder een duurtraining te doen. Als je internationaal wil meedoen in de klimkoersen, dan moet je echt wel voldoende kilometers bergop rijden.” Zoals Serge Pauwels tegen de wind in koersen om extra op die pedalen te moeten duwen, is niet aan de man uit Herentals besteed. “Het zou wel een optie zijn, want ik vlakbij het jaagpad langs het Albertkanaal. Maar ik ga toch liever écht bergop fietsen”, lacht hij.
Honger
Als 3e jaars komt Hermans steeds dichter bij de dag van de waarheid: een profcontract of niet. “Ik moet toegeven dat de honger om prof te worden wel heel groot is”, beseft hij. “Zeker omdat ik dat al van kleins af aan droom. Nu heb ik de kans gekregen om bij een grote opleidingsploeg te koersen, nu wil ik die ook grijpen. In de Service Course zien we soms jongeren die doorgestroomd zijn naar de profploeg van Lotto Soudal en dat motiveert wel om zelf ook alles te geven. Vorig jaar mochten Enzo Wouters en James Shaw nog de overstap maken, dus de kansen zijn er wel degelijk. Al voel ik wel dat ik nog een extra jaar bij de beloften nodig heb om sterker te worden. Ik kom nog tekort om nu al die stap te zetten, zo realistisch ben ik wel.”
“Een signaal van de ploeg heb ik nog niet gekregen, maar ik maak me nog geen zorgen. Er is nog tijd. Ik sta er wel bij stil, maar in een zwart gat zal ik niet vallen mocht het toch niet lukken. Ik heb 2 jaar boekhouden-informatica gestudeerd en dat kan ik dan misschien weer oppikken. Of ik kan misschien in de Volkswagengarage van mijn vader gaan werken. Sowieso zou het wel een beetje pijn doen als ik van de koers mijn beroep niet kan maken. Ik weet niet of ik bij een klein ploegje puur voor het plezier zou willen gaan rijden. Je moet er toch veel voor opgeven en als je dan niet kan doorbreken, dan hoeft het misschien niet echt voor mij. Ik koers wel graag, maar op een gegeven moment moet je dan toch verder met je leven, vind ik. Maar we zien wel. Ik focus me voorlopig nog op de koers.”