De laatste week van de Vuelta is bezig! Lastig koersje. Pfff. Al die bergen, al die lange rechte stukken weg door verdord landschap. En die hitte, ook nog in september. En die Spaanse renners. Wie ze zijn, weet ik niet. Maar zo begin september komen ze met bosjes tevoorschijn. Ze zien er noeste werkers uit, met net geen baard, bruingebrand, zware wenkbrauwen, norse blik. Mannen zoals je ze ontmoet op dat leuke pleintje in de vakantie, in de bergen boven Malaga, met die witte huisjes en steile trappen, en die rode bloemen in de potten tegen de muur.
Het is drie uur in de middag, de warmte slaat uit de stenen daar in Comares, de winkels zijn dicht, alleen de buurtsuperette is nog open, voor een flesje ‘Kas’ – weet je nog in de jaren 70? Kas had een echte ploeg in het peloton: Francisco Galdos! Vicente Lopez-Carril! Antonio Menendez! José Pesarrodona! Domingo Perurena! Wat een tijden! De kat geeuwt, de klok slaat, de oude vrouwen lopen gebukt naar huis. Clichés, ik weet het. Maar uit die klei zijn de Spaanse renners van de 2e garnituur getrokken, vind ik.
Ze rijden eerst in Portugese ploegen, dan in 3e rangs Spaanse, in 2e rangs Spaanse. Ze blinken uit in de Ronde van Rioja, de Vuelta Castilla y Leon, de Clasica Alcobendas. En dan verschijnen ze in de Ronde van Spanje. Ze worden er zomaar 6e, of 5e. Hun hele ploeg is dag na dag in de aanval. En dan verdwijnen ze weer, een jaar lang. Tot het weer augustus is, en de Ronde van Spanje eraan komt.
Kent u Ezequiel? Ja, toch. Ezequiel Mosquera. Mosquera is het prototype van de Vueltarenner.
Hij werd prof in 1999 bij Paredes Rotas dos Moveis. Juist: een Portugese ploeg. En juist: ik had er ook nog nooit van gehoord. Geef maar toe: u ook niet. Ezequiel begon aan de gestage opgang in het onvolprezen Portugese peloton. Hij reed voor deze roemruchte teams: Cantanhede-Marques de Marialva, Carvalhelhos-Boavista – ah, die hebben ook een voetbalclub. Wist je trouwens dat Simon Gerrans daar ook voor reed. En dan wordt het tijd voor de overstap naar de Spaanse 2e (3e) klasse: Kaiku, Kelme – hé, daar zijn ze – Karpin-Galicia.
Karpin-Galicia: Ezequiel is in de hemel beland. De ploeg mag naar de Vuelta. En Ezequiel wordt prompt de revelatie van de Ronde van Spanje van 2007. Hij eindigt 5e. Een jaar later is dat al 4e, nog een jaar later zakt hij een plaatsje: 5e. Sterk, heel sterk. Maar Mosquera blijft in Spanje. Een heel jaar lang. Je hoort hem niet, je ziet hem niet.
En dan wordt het 2010. Ezequiel Mosquera is opnieuw klaar voor de Vuelta, deze keer met Xacobeo-Galicia. Zijn ploegmaats zijn onder andere David Garcia, Gustavo Cesar Veloso, Gonzalo Rubanal, u allen welbekend. De ploeg doet het schitterend, er is geen houden aan. En kopman Ezequiel excelleert. Het ziet er zomaar naar uit dat hij de Vuelta kan gaan winnen. Helemaal op het einde van de Ronde wint hij op de Bola del Mundo. Een schrikwekkende muur is dat. Het weer is slecht, de Spanjaarden zijn gek. En Ezequiel Mosquera klimt: bruingebrand, met net geen baard, donkere ogen. Dansend op de pedalen, Nibali probeert te volgen, Pieter Weening probeert te volgen, Nicolas Roche, Joaquin Rodriguez. Maar Ezequiel blijft voorop, wippend van de ene kant naar de andere kant, in de mist, in de koude. Net voor de top, op 30 meter van de aankomst komt Nibali – zwoegend en trekkend aan zijn stuur – toch bij Mosquera. Maar de Spanjaard wint. Hij wordt uiteindelijk 2e in die Vuelta, Nibali wint.
Daarna verdwijnt Mosquera weer in het diepe binnenland van Spanje. Alleen: er is interesse. Vacansoleil kan een goede klassementsrijder wel gebruiken, de ploeg wil immers naar de Tour. En Ezequiel kan klimmen. Kortom: Mosquera krijgt een contract. Hij is weg uit de Spaanse 2e en 3e klasse.
Maar: Ezequiel zal niet voor Vacansoleil rijden. Ezequiel zal geen 2e worden in de Vuelta van 2010. Hij wordt geschrapt uit de uitslag. Ezequiel wordt betrapt op het gebruik van HES. En dat maskeert bloeddoping. In 2015 werd hij alsnog vrijgesproken.
Hoe zou het eigenlijk nog zijn met Ezequiel?
Een bijdrage van Filip Osselaer.