Jasper Philipsen verlaat aan het einde van het seizoen de opgedoekte BMC-opleidingsploeg voor het Axeon Hagens Berman van Axel Merckx. De 19-jarige Limburger maakte in zijn 1e jaar als belofte indruk met een sprintzege in de Giro d’Italia, en wil zich onder de vleugels van Merckx graag voort ontwikkelen.
Slecht nieuws voor Philipsen en co toen BMC-ploegbaas Jim Ochowicz eind juli bekendmaakte dat hij de stekker uit de opleidingsploeg zou trekken. Na Klein Constantia en Rabobank was het al de 3e formatie van zijn soort die op korte tijd uit de sport verdwijnt. “Een spijtige zaak”, aldus Philipsen. “De opties voor jonge renners worden zo steeds kleiner. De stap van junior naar belofte is groot, en dan is het belangrijk om wedstrijden op het juiste niveau te kunnen rijden. Bij opleidingsploegen, zoals die van BMC, weet je zeker dat dit het geval is. Ik heb dit jaar nooit moeten klagen over mijn programma.”
“Bij BMC heb ik ook enorm veel bijgeleerd”, vertelt Philipsen nog. “Ik ben daar terechtgekomen in een ploeg die qua accommodatie en begeleiding op hetzelfde niveau zit als een WorldTour-ploeg. Je komt in aanraking met jongens uit andere landen en je kan je ervaringen uitwisselen met hen. Dat is heel leerrijk. Het niveau van deze ploeg heeft ervoor gezorgd dat ik ook mijn persoonlijk niveau heb kunnen optrekken. Als ik een koers won, zoals die rit in de Giro, was dat voor een vrij groot deel dankzij hen.”
Raad gevraagd aan Stuyven
Maar Philipsen moest dit najaar dus op zoek naar andere oorden. Die vond hij bij het Axeon Hagens Berman van Merckx. Zij leverden in het verleden onder andere Taylor Phinney, Jasper De Buyst, Jasper Stuyven, Alex Dowsett, Joe Dombrowski en Tao Geoghegan Hart af als sterke profs. “Als je die namen ziet, dan besef je dat ze wel weten waar ze mee bezig zijn. Dat internationale aspect, in combinatie met de ervaring van Axel Merckx en zijn team, spreekt mij enorm aan. Ik heb er ook een keer met Jasper Stuyven over gebabbeld en hij vertelde mij dat hij helemaal weg was van deze ploeg.”
Philipsen staat voorlopig vooral bekend om zijn snelle benen, die hem als 1e landgenoot sinds Jan Kuyckx in 2001 een ritzege in de Giro voor beloften opleverden. Onder de vleugels van Merckx wil hij zich graag ook ontwikkelen op een ander terrein. “Ik heb dit jaar in de Ronde van Vlaanderen voor beloften gemerkt dat het klassieke voorjaar mij ook goed ligt. Zo’n Ronde van Vlaanderen, dat is iets wat ik graag doe en volgens mij op mijn lijf is geschreven. Dan wil je daar natuurlijk graag in voortgaan.”
“Ga geen zotte dingen doen”
Dan zal de sterke Limburger wel moeten wennen aan zijn status van toptalent, zoals veel kenners hem dit jaar al noemden. Kan hij daar voorlopig goed mee om? “Goh, dat wordt misschien wel gezegd, maar ik heb het gevoel dat ik nog altijd veel moet bewijzen”, aldus een nuchtere Philipsen. “Ik zie nog een aantal werkpunten, zoals het feit dat ik nog niet heel constant ben. Ik voel dat ik af en toe mijn mindere periodes heb, waardoor dit jaar ook het WK in het water is gevallen, en moet zeker nog aan mijn inhoud werken om op termijn te kunnen schitteren bij de profs. Ik hoop dat mijn lichaam nu goed evolueert.”
Maar eerst: de komende winter. Philipsen wordt er in maart pas 20 en is dus nog bitterjong. Moet hij de hele winter leven als een prof of mag hij zich ook af en toe gaan amuseren? “Ik denk dat ik wel grotendeels mijn goesting mag doen. Ik moet gewoon zorgen dat ik goed ben in het voorjaar en dan zal je niemand horen klagen. Maar het is nu niet zo dat ik van plan ben om zotte dingen te gaan uitsteken de komende maanden”, lacht de mondige topper in spe nog. “Al ga ik me wel zeker amuseren.”
Fotomateriaal: Joeri De Coninck.