Zijn zilveren medaille met zijn teammaats van de ploegenachtervolging op het EK voor beloften afgelopen zomer heeft Sasha Weemaes uit Beveren geen windeieren gelegd. De 19-jarige sprinter werd door bondscoach Peter Pieters prompt geselecteerd voor dezelfde discipline op het EK bij de elite in de Duitse hoofdstad Berlijn, waar vandaag/donderdag de finales van de ploegenachtervolging worden gereden.
Op het EK voor U23-renners in het Portugese Anadia afgelopen zomer pakte Sasha Weemaes samen met Lindsay De Vylder, Robbe Ghys en Gerben Thijssen zilver in de ploegenachtervolging. Maar de elite is natuurlijk nog een paar ander mouwen. “Ik ben zeer tevreden om deel te mogen uitmaken van deze nationale ploeg”, glundert Weemaes. “Omdat we voorbije maanden samen al heel hard trainden op de ploegenachtervolging, wist ik me natuurlijk al zeker van mijn selectie. Door de jaren heen zijn we met onze groep progressief gegroeid, met dank ook aan beter materiaal en een uitgekiende voorbereiding.
Op het EK in Portugal bleven ze met de U23 nog nipt boven de 4 minuten. In Berlijn gaan ze voor d emagische grens, Weemaes met Kenny De Ketele, Moreno De Pauw, Lyndsay De Vyler en Gerben Thijssen. “Ons doel is om onder de 4 minuten te duiken”, steekt Weemaes zijn ambitie en die van zijn makkers niet onder stoelen of banken. “Om een ploegenachtervolging te kunnen rijden, moet je een snelle km hebben en ook een grote motor om 4 km een heel zwaar verzet te rond kunnen draaien”, beseft hij. “Ik heb bewezen dat ik dat kan, dat ik snelle tijden klok. En zo kwam het dat ik in de elitegroep geraakte. Mijn doel is om ook de komende jaren nog sterk te verbeteren, samen met de ploeg, en paraat te staan voor de Olympische Spelen van 2020 in Tokio.”
Anno 2016 kon Weemaes zich al eens in de kijker fietsen in de Keizer der Juniores. “Winst in de Keizer der Juniores was natuurlijk we heel tof. Het betekende wel iets voor mij zeker omdat het in een massasprint was. En dan kan je toch wel zeggen dat je iemand bent met rappe benen. Ik heb al sinds de aspiranten een snelle sprint en dat is tot nu toe ook mijn sterkste wapen. Vanwaar die snelle benen komen? Geen idee, ik denk dat ik zo geboren ben”, lacht de blonde Waaslander.
Werkpuntje
Toch is Weemaes veel meer dan een sprinter. “Ik ben niet het type renner dat elke koers zit te wachten tot de sprint, ik koers ook echt heel graag om de koers hard te maken. Zo temperamentvol ben ik wel. Langs de andere kant ben ik ook niet naïef. Als je zeker bent dat de koers zal eindigen met een massasprint, dan moet je jezelf gedeisd houden. Dat is wel een werkpuntje, want ik heb al veel koersen verloren omdat ik me niet kon bedwingen.”
De weg blijft zo wel de voorkeur krijgen voor Weemaes. “Ik verkies de weg boven de baan omdat dat ik daar meer mijn ding kan doen. Al kan ik de combinatie van beide disciplines voorlopig wel opbrengen”, denkt hij. “Ik kan terugblikken op een geslaagd seizoen waarbij ik 3 keer won op de weg en zilver behaalde op het EK ploegenachtervolging. Het is dus zeker combineerbaar. Het is de kers op de taart om geselecteerd te worden voor dit EK bij de profs, we gaan er het besten van maken.”