Met haar overwinning op de Koppenberg toonde Helen Wyman dat ze nog altijd in staat is om grote wedstrijden te winnen. In de laatste jaren van haar carrière is ze nog altijd razend ambitieus: 1 haar van grote doelen is nog het wereldkampioenschap in Valkenburg begin 2018. Daarnaast blijft ze vechten voor gelijke rechten en extra centen voor de vrouwen in het veld.
Helen Wyman werd geboren op 24 maart 1981 in het Britse Saint Albans. Als 14-jarige begon ze met wielrennen. Eerst combineerde ze haar studies en job als fysiotherapeute met een leven als wielrenster. In haar 1e jaren als prof koppelde ze wegwielrennen met veldrijden. In 2004 maakte ze definitief de switch naar de cross en werd ze fulltime modderkoningin. Met de jaren werd ze beter en besloot ze de fysiotherapie voor bekeken te houden. Vanaf toen af focuste ze zich enkel op het slijk, en op haar ambities.
“Ik was een goede wielrenster, maar ik kon niet concurreren met de beste dames”, vertelt ze in het Centrum van de Ronde. “Mijn 1e WK op de weg bracht me niet verder dan het peloton. In de cross daarentegen streed ik met de besten mee voor de ereplaatsen. Zo nam mijn passie voor de cross steeds toe. Ik volgde mijn hart en maakte de overstap. 1 van mijn idolen, Hanka Kupfernagel, hielp me om die beslissing te maken. Op dat moment was zij 1 van de beste ter wereld, zowel op de weg als in het veld. Ik bewonderde haar doorzettingsvermogen enorm en had het geluk om tegen haar te mogen rijden. Toch nam ze iedere keer de bovenhand, want ze was veel te sterk voor me”, lacht Wyman.
“Ik kan nog altijd wereldkampioene worden”
4e kassei
Ieder jaar maakte Wyman progressie en na een tijdje kon ze mee met de veldtoppers. Ze kroonde zich de voorbije jaren liefst 9 keer tot Brits kampioene veldrijden. In 2010 won ze haar 1e grote klassementscross bovenop de Koppenberg. De daaropvolgende jaren zou ze dat nog 3 keer overdoen. Tussen 2012 en 2014 kwamen haar beste periode eraan. Ze kroonde zichzelf 2 keer na elkaar tot Europees kampioene en op het WK van 2014 in Hoogerheide veroverde ze een bronzen medaille.”
De volgende jaren werden wat moeilijker voor haar. Ze won minder wedstrijden en dit jaar in februari viel ze zwaar. “Na die sleutelbeenbreuk liet ik de fiets even staan en rustte ik goed uit. Toen alles goed genezen was, focuste ik mij nog enkel op de voorbereiding van het nieuwe veldritseizoen. Mijn eerste maanden deze winter waren zeer goed. Ik won wedstrijden in Aigle, Woerden en Concern, maar ik won vooral mijn 4e kassei door de Koppenbergcross te winnen. Mijn conditie is goed en ik heb het vertrouwen. Ik kan het nog steeds en dat bewijs ik nu.”
Nieuw contract
Helen Wyman werd dit jaar 36. Dat maakt dat, althans op sportief vlak, de laatste jaren van haar carrière zijn aangebroken. Nadat ze begin dit jaar haar sleutelbeen brak, bevestigde haar team dat ze desondanks bij hen kon blijven. Na een aantal maanden kwamen ze echter op hun beslissing terug. Toch koestert Wyman geen wrok. “Ik begrijp hun beslissing en verwijt ze niets. Ik ben gelukkig met de jaren dat ik voor het team kon rijden en wat we samen konden presteren. Mijn contract eindigt op 31 december dit jaar. Ondertussen vond ik een nieuwe sponsor dus ik blijf nog enkele jaren in het peloton rondrijden.”
Wyman won de voorbije jaren veel wedstrijden, maar op het WK kwam ze nooit verder dan een bronzen medaille. Ook kon ze nog nooit een wereldbeker winnen. “Wereldbekers zijn heel hectische wedstrijden en ik ben daar simpelweg niet goed in. Het wereldkampioenschap is een heel speciale cross en vraagt enorm veel van je als rider. Soms was ik de beste renner in koers, maar won ik niet omdat een collega tactisch sterker reed. Ik ben er dit jaar 36 geworden, maar toch geloof ik nog steeds dat ik wereldkampioene kan worden. In 2018 organiseert Valkenburg het WK. Het parcours daar past me als gegoten. Ik zal niet de grote favoriete zijn, maar een underdog. In die positie ben ik altijd gevaarlijk”, zegt Wyman strijdvaardig.
“Wij verdienen evenveel respect als de mannen”
Gelijke rechten
Helen Wyman crosst niet zomaar. Ze probeert ook een rolmodel te zijn voor jonge rensters en hen te inspireren. Ze zetelt in de UCI-commissie, waar ze vecht voor gelijke rechten en betaling voor de vrouwen. “De voorbije jaren konden we al heel veel vooruitgang boeken. In sommige klassementscrossen krijgen we nu meer prijzengeld. Het merendeel van de grote wedstrijden wordt nu live op tv uitgezonden. De kijkcijfers zijn altijd hoog, dus dat moet potentiële sponsors aanmoedigen om te investeren in de cross. Toch is er nog veel werk te doen. Commentatoren spreken over onze cross altijd als de wedstrijd vóór de mannen. Deze bewoording doet onze cross oneer aan.”
“Met de dominantie van Wout Van Aert en Mathieu van der Poel waren onze wedstrijden de voorbije jaren veel spannender dan die van de mannen. Daarnaast praten organisatoren over de wedstrijden voor vrouwen en de professionele mannen. Wij zijn ook professionals en wij verdienen evenveel respect als de mannen. Daarom moeten ze ook praten over de wedstrijden voor vrouwen profs. Daar moet nog verandering in komen; ik zal blijven vechten voor gelijke rechten. Als mensen terugblikken op mijn carrière hoop ik dat ze zich herinneren dat ik een goede veldrijdster was. Daarnaast wil ik vooral herinnerd worden als iemand die iets voor zijn sport betekend heeft.”