In de zomer vind je hem in het shirt van Roompot op de weg en in de winter in dat van Cycling.be-Alpha Motorhomes in het veld. Joannathan Duinkerke (28) uit Zeeland heeft als G-renner al een heel palmares bij elkaar gefietst – hij won zelfs goud op de Special Olympics. En ooit dook hij plots op in de Giro. Een renner met kleur, zowel letterlijk als figuurlijk!
Je bent een opmerkelijke verschijning in de cross. Waar liggen je roots?
Joannathan Duinkerke: “Ik ben geboren in Rotterdam, maar al vrij snel na mijn geboorte ben ik geadopteerd door een gezin uit Zeeland. Daar woon ik nog steeds, dus ik voel mij 100% Zeeuw. Mijn biologische ouders komen van de Nederlandse Antillen, maar ik heb geen contact met mijn biologische ouders. Het gezin waar ik ben opgegroeid beschouw ik als mijn familie, zij zijn voor mij mijn echte papa en mama. Ik heb ook nog 2 broers, 1 zus, 2 nichtjes en 5 neefjes uit deze familie. Wij hebben een warme familie waar verder niemand aan topsport doet. Mijn neefje zit op voetbal, mijn mama wandelt veel en mijn papa fietst 3 keer per week een rondje. Daar blijft het bij. Ik denk dat ik opval omdat er niet veel donkere mensen aan veldrijden doen. (lacht) Ook ben ik sociaal ingesteld, ik maak snel contact met andere mensen en daardoor kennen veel mensen mij ook.”
Hoe ben je in het wielermilieu terecht gekomen?
Joannathan Duinkerke: “Mijn papa deed vroeger aan hardlopen. Ik ging als kind altijd met hem mee als hij ging trainen. In het begin kon ik hem zelfs niet met de fiets volgen. Ik heb heel lang met zijwieltjes gereden, maar ik vond dat fietsen eigenlijk wel leuker dan lopen. En zo ging ik na school vaak zelf een rondje rijden. Op Koninginnedag was er altijd een fietswedstrijd op gewone fietsen in Wemeldinge. Dat inspireerde me om een fietskalender te gaan kopen en zo is het begonnen. Een paar jaar later ben ik lid geworden bij de club ZRTC Middelkamp en daar heb ik echt leren fietsen, en voor het eerst kennis gemaakt met koersen. Dan ben ik ook wedstrijden gaan rijden bij de jeugd, tot en met de junioren.”
“Toen ik merkte dat het daar heel lastig werd, zowel mentaal als fysiek, ben ik door testen in de G-sport terechtgekomen. Ik had net als iedereen op die leeftijd de droom om prof te worden. Helaas zat dat er niet in. Maar ik heb de knop in die mate omgedraaid dat ik mijn sport zo professioneel mogelijk wil uitoefenen, en dat zowel in het veldrijden als op de weg. Ik denk dat mij dat aardig is gelukt. Op de weg word ik gesponsord door Roompot-Nederlandse Loterij en in de cross kom ik uit voor Cycling.be-Alpha Motorhomes. Wel gaaf dat ik in dit team terecht ben gekomen. Dit is voor mij een belangrijke stap in mijn wielercarrière die ik heb bereikt door hard te trainen.
Kan je iets vertellen over jouw handicap?
Joannathan Duinkerke: “Tja, die vraag wordt mij best vaak gesteld omdat je het niet echt ziet en merkt. Ik heb het Foetaal Alcohol Syndroom, wat wijst op mentale en fysieke tekortkomingen bij kinderen die tijdens de zwangerschap zijn blootgesteld aan alcohol. Een volledige diagnose FAS wordt gegeven als er op verschillende terreinen afwijkingen bestaan. Kinderen met FAS zijn kleiner dan hun leeftijdsgenootjes en vaak erg tenger. Ik heb dit dus in mindere mate. Ik heb er niet heel veel last van. Alleen bij spelling en rekenen heb ik het soms moeilijk, maar meestal kom ik er wel uit.”
Wat is voor jou het grote verschil tussen weg en veld en wat doe je het liefste?
Joannathan Duinkerke: “Ik ben natuurlijk gewoon een wegrenner omdat ik meestal op de weg rijd, ik word ieder jaar ook geselecteerd voor het WK wegwielrennen. Met succes trouwens, want ik heb al elk jaar podium gereden. Ik ben ook naar de Special Olympics geweest in Athene, waar ik goud heb gewonnen in de wegwedstrijd en tijdrit. Daarnaast ben ik 6-voudig kampioen van Nederland. De weg heeft mij echt enorm veel gebracht, en ik doe het langer dan het veldrijden. In 2014 begon ik bij WBVC te crossen via een vriend. Sinds dat jaar zijn er ook wedstrijden voor onze categorie. Dat is natuurlijk fantastisch als je graag crosst en je kunt strijden tegen renners uit dezelfde categorie. In het begin vond ik het heel moeilijk, al won ik wel meteen de 1e G-cross, mede door het lage aantal deelnemers. Elk jaar groeit deze categorie en nu staan er soms meer dan 50 renners aan de start. Dat is natuurlijk heel gaaf en ik doe het heel graag. Ik ervaar meer spanning door tijdens het veldrijden van een dijkje af te rijden of door een zandbak te gaan. Als je er niet zo goed in bent, val je door de mand omdat je er dan letterlijk doorheen zakt. Op de weg kan je je altijd verstoppen, dus is cross wel eerlijker.”
“Ik ben steeds beter en behendiger geworden met de fiets als het parcours niet te lastig is. Dat komt omdat ik veel heb geleerd van mijn dorpsgenoten Lindy en Shirin van Anrooij. Ik train vaak met ze en leer veel van deze dames door dingen af te kijken en te luisteren. Ik ga vaak kijken als zij moeten crossen en ook daar leer ik heel veel van. Ik train daarnaast nog 1 keer per week bij de papa van Erik Boer, Martin. Hij geeft mij individuele crosstraining en daar heb ik enorm veel aan, waardoor het crossen mij ook steeds beter af gaat. Zo won ik vorig jaar de G-crossen in Boom en Mol. Daar was ik echt heel erg blij mee. Daar doe ik het natuurlijk voor, al blijft het lastig. Ook in onze categorie komt de tegenstand uit België, en Lars de Jong is daar voornamelijk de sterkere. Maar soms is er een kansje om hem te verslaan en dan probeer ik die kans te pakken. Vaak word ik 2e en daar probeer ik dan weer wat van te leren en weer iets beter mijn best te doen bij de crosstraining, zodat het verschil tussen ons steeds kleiner wordt.”
Naast de cross werk je voor het postsorteerbedrijf PostNL. Wat doe je daar precies?
Joannathan Duinkerke: “Ik werk van maandag tot en met vrijdag bij de Nederlandse post van 7 tot 11 uur. Ik scan pakketjes die van de band komen en die niet goed zijn of waar een verkeerd adres op staat. Of ik voer pakketjes op die de postbezorger dan in zijn bus legt. Het is leuk en afwisselend werk en het is goed te combineren met het fietsen, wat ik toch wel heel belangrijk vind. Het fietsen gaat op dit moment nog wel voor. Als ik over een jaar of 5 stop met fietsen ga ik zeker wel meer werken, maar momenteel is dit de ideale baan in combinatie met het fietsen. Ik kijk dus wel op naar vrouwen als Ellen van Loy, Loes Sels of Kim Van de Steene, die kinderen hebben, moeten werken en nachtdiensten draaien in combinatie met hun sport. Dan besef ik dat ik zeker niet te klagen heb.”
Hoeveel uren train jij per week?
Joannathan Duinkerke: “9 uur ongeveer en daar komt ook kracht- en looptraining bij, maar het verschilt wel in het crossseizoen. Als het slecht weer is, dan sla ik wel eens over of doe ik een extra looptraining. In de zomer maakt het mij niet zoveel uit als het regent, dan ga ik ook wel eens als het slecht weer is, dat hoort er natuurlijk bij. Gelukkig train ik graag, ik doe dus wel eens iets meer dan nodig is. Ik ben dit seizoen ook van trainster naar trainer gewisseld om de puntjes nog beter op de i te zetten. Het was wel even wennen, want ik heb vanaf mijn jeugd altijd onder dezelfde trainster gewerkt, maar ik wil het graag nog beter doen.”
Je fietst al sinds kindsbeen af. Welke momenten blijven jou het meeste bij?
Joannathan Duinkerke: “Ik denk toch mijn Olympische titel in Athene en de kampioenschappen. Maar elke overwinning is speciaal, winnen went nooit.”
Je was ooit te gast bij De Wereld Draait Door. Hoe kwam dat?
Joannathan Duinkerke: “Haha, ja, dat is een verhaal waar ik natuurlijk niet heel trots op ben, maar aan de andere kant heeft het me ook veel gebracht. De Giro kwam in 2010 door Zeeland. Ik fietste op het fietspad en het ging niet heel hard op dat moment. Ik dacht, dan kan ik ook wel gewoon een stukje in het peloton zelf fietsen. Dat werd opgepikt door de media en zo was ik opeens wereldnieuws. Gelukkig zag iedereen de lol ervan in, maar het had natuurlijk ook anders kunnen uitdraaien. Omdat ik plots bekend werd, waren er best wat mensen die me wilden gaan sponsoren. In dat jaar werd ik ook Olympisch kampioen. Alles ging opeens heel snel in positieve zin, maar het was natuurlijk niet al te slim.”
Welke dromen resten jou nog?
Joannathan Duinkerke: “Ik had altijd de droom om op eigen benen te staan, maar dat duurde even. Sinds juni woon ik nu op mezelf in een huis in het Zeeuwse Kapelle, dus die droom heb ik nu verwezenlijkt. Het is toch wel heel fijn een eigen plek te hebben als je terugkomt van een druk weekend met wedstrijden. Het is even wennen als je opeens alles zelf moet doen, maar intussen heb ik mijn draai gevonden, dus naast het fietsen is alles wel oké. Ook wat de koers betreft mag ik niet klagen. Dit jaar werd ik voor het eerst Nederlands kampioen in het veld, dus dat is ook weer een streepje dat ik kan afvinken. Als ik toch nog een droom heb, is het nog een keer wereldkampioen op de weg worden.”
Fotomateriaal: Kristel Van Gilst.