Toen Tosh Van der Sande in 2012 in het peloton kwam als renner van Lotto Soudal, merkte hij op dat het er veel minder nerveus aan toegaat dan in de beloftencategorie, waar het iedereen tegen iedereen is. “Maar waar de renners in die tijd elkaar nog waarschuwden voor verkeersobstakels, is dat nu nog nauwelijks het geval”, zegt de Antwerpenaar. Een gesprek over de koers, hemzelf en de ploeg.
Van der Sande kwam in 2012 bij Lotto Soudal. “Toen ik overkwam van de beloften heb ik de 1e jaren kleinere 1-dagskoersen gereden in het genre van een Nokere Koerse”, zegt de 27-jarige Antwerpenaar. “Met de tijd besefte ik steeds meer dat de rondjes en de zwaardere wedstrijden mij beter lagen. Ik heb dan nog wat gewicht verloren en heb met het Waalse Luik nu wel mijn plek in de ploeg gevonden, denk ik. Ik begin nu wat ouder te worden en vind het interessant om te zien hoe een generatiegenoot als Tim Wellens en de iets jongere Tiesj Benoot koersen beginnen te winnen. Ook kijk ik met belangstelling naar de ontwikkeling van een neoprof als Bjorg Lambrecht, een groot talent. Dat vind ik best leuk.”
Ronde
Ondertussen kan Van der Sande ook wel inschatten waar hij als renner staat in het peloton. “Ik zal nooit een veelwinnaar worden”, lacht hij. “Ik zal ook nooit grote koersen winnen, maar toen ik mijn 1e profkoers won ( de 2e etappe in de Ronde van de Ain 2016, red) gaf dat toch enorm veel voldoening. Voor mezelf, omdat de kop eraf was, maar ook voor de ploeg vond ik dat belangrijk, dat ze wisten dat ik het kon, een koers winnen. De ploeg legt me geen druk op om te winnen, ze weten wat ze aan mij hebben. Maar ze wisten toen wel dat ik het eventueel wel kon afmaken.”
“Langs de andere kant is het natuurlijk ook zo dat ik niet zo heel vaak mijn eigen kans mag gaan. Dan kan je ook niet veel winnen. Vaak rijd ik ook wedstrijden van het niveau van Ronde van Catalonië, Ronde van het Baskenland, of Ronde van Zwitserland, dan wordt het natuurlijk moeilijk. Na mijn 1e grote ronde (Vuelta in 2013, red) zag ik wel dat dat nog van een andere orde is. 2 jaar later heb ik in de Vuelta 5 keer top 10 gereden en zelfs een paar keer kunnen meespelen voor ritwinst, wat toch iets betekent. Dat is net als mijn 1e profzege – de Textielprijs Vichte, een kermiskoers, buiten beschouwing gelaten – een scharniermoment geweest in mijn carrière.”
Geen LBL
Net zoals hemzelf ziet Van der Sande dat ook de Lotto-ploeg stappen zet. “Ze werkten bij mijn komst al superprofessioneel, maar je merkt dat ze moeite doen om elk jaar weer wat extra te doen. En eigenlijk probeer ik dat zelf ook te doen. Elke keer als ik een grote ronde rijd, voel ik dat ik iets sterker ben geworden. Vorig jaar heb ik er geen gereden omdat de geboorte van mijn kindje iets vroeger was dan uitgerekend en ik dus de Vuelta heb geschrapt. Dat heb ik toen wel gemist.”
Staat Van der Sande nu waar hij zelf had verwacht te staan? “Bij de beloften domineerde ik regelmatig het deelnemersveld en dan word je toch als talent gezien. De ene renner groeit sneller door dan de andere en bij mij gaat dat heel traag. Misschien kom ik nooit op topniveau als ik het vergelijk met mijn leeftijdsgenoten in het peloton, maar ik koers natuurlijk wel tussen de wereldtop. Dus ik heb er wel vrede mee genomen dat ik nooit Luik-Bastenaken-Luik zal winnen.” (lacht)
Huis in Spanje
Van der Sande koerst dan ook liever dan ooit. “Klopt, ik heb vorig jaar een huis gekocht in Spanje, waardoor ik veel meer plezier heb in het trainen. Je voelt ook dat je er beter van wordt, van in de bergen te fietsen. Ik kan ginder 7 uur rijden zonder mijn rem aan te raken, bij wijze van spreken. In Antwerpen moest ik altijd langs het kanaal gaan rijden omdat het verkeer te gevaarlijk is. Maar aan de Schelde maak je het verschil natuurlijk niet. Het type renner dat ik wil zijn, vraagt ook een ander soort training dan het puur vlakke.”
Maar er is wel nog iets dat ontbreekt op het palmares. “De Tour wil ik zeker eens rijden”, zegt hij. “Dat is nog niet gebeurd en dat is toch iets waar je van droomt als je begint met koersen. Maar het is niet zo dat ik daar op gefocust ben, het zal er de komende jaren wel eens van komen. Het is niet evident want ik zit niet in de sprinttrein voor Andre Greipel. Daar ben ik de renner niet voor. Bovendien is het aantal starters gereduceerd, dus dat maakt het niet gemakkelijker om erbij te zijn. Langs de andere kant zijn Giro en Vuelta voor mij sowieso aangenamer om te rijden, omdat er veel meer vrijheid is.”
Nivellering
Is Tosh Van der Sande en Lotto Soudal een lifetime engagement? “Ik zit hier zeker graag en ik word hier geapprecieerd voor wat ik doe, maar ik ben straks wel einde contract”, klink het. “We zullen zien, ik weet het niet. De kans bestaat natuurlijk wel, want ik mag niet klagen over mijn rol binnen de ploeg. Ik probeer gewoon zo goed mogelijk te presteren. Maar er is geen druk om hier te blijven, ik kan ook bij een andere ploeg gaan koersen. Er zijn altijd wel opportuniteiten, maar het is natuurlijk niet zo dat alle ploegen op mij zitten te wachten.” (lacht)
Tot slot: Tosh heeft het peloton in al die jaren wel zien veranderen. “Toch een beetje”, zegt hij. “Je hoort van oudere jongens dat er minder respect is dan vroeger en dat ervaar ik nu ook wel. Er wordt steeds nerveuzer gekoerst en er zijn jongens die zich gewoon smijten zonder te kijken. Vroeger gaven renners ook al eens een teken met de hand als er een vluchtheuvel was, nu doen ze soms gewoon snel iets met de elleboog, maar dat zie je vaak niet eens. Daarnaast is er wel een nivellering. In Baskenland reden ze enorme wattages en werd er amper 5 man verlost. Dat is natuurlijk een goeie evolutie voor de mannen net onder de top.”