Tara Gins is toe aan rust. De 27-jarige renster uit Denderhoutem reed de afgelopen weken de GP Elsy Jacobs in Luxemburg, de Trofee Maarten Wynants en afgelopen weekend de Tour of Uppsala in Zweden, wat ook een autotrip van 2 keer 1.800 km inhield. Tussendoor stond ze aan de start van de 1.1-koers in Borsele en de kermiskoersen van Wortegem, Kortenaken en Schellebelle. En dan was er nog het zwaarste klimcriterium van Europa.
Je rijdt sinds dit seizoen voor Healthmate Cyclelive, een nieuwe Belgische UCI-ploeg. Kan je het vergelijken met Lares-Waowdeals, waarvoor je vorige seizoenen uitkwam?
Tara Gins: “Ik zie Health Mate-Cyclelive Team meer als een familiale ploeg. De rensters komen onderling heel goed overeen en er is veel sfeer. We zijn misschien geen topploeg, maar we hebben wel al enkele mooie uitslagen kunnen rijden omdat we mekaar echt helpen en het elkaar gunnen. Er ligt naar mijn mening minder druk bij de rensters, maar dat is misschien persoonlijk. Dat ik ook werk voor Cyclelive maakt het voor mij ook net wat anders. Ik zie nu ook de andere kant van de werking van een wielerteam en wat er allemaal bij komt kijken en dat is wel fijn en leerrijk.”
Hoe heb jij de Zweedse 2-daagse Tour of Uppsala beleefd?
Tara Gins: “Het was de 1e keer dat er een Tour of Uppsala werd georganiseerd voor vrouwen; de wedstrijd is wel een vaste waarde bij de mannen – de oudste wedstrijd in Scandinavië. Er zaten heel veel barsten in de organisatie, maar de organisator kwam wel vragen wat beter kan naar de toekomst. Qua veiligheid kunnen ze bijvoorbeeld nog wat opsteken. Weinig seingevers, auto’s op het parcours, weinig signalisaties, koersen over fietspaden. Op dag 2 werd de wedstrijd anderhalf uur uitgesteld omdat de veiligheid niet kon gegarandeerd worden. Verder lagen we met 3 op een piepkleine kamer, maar we hadden het gezellig. Op sportief vlak ging het goed. Kathrin Schweinberger werd 3e in de proloog, 3e in rit 1, pakte winst in rit 2 en won het puntenklassement. Janine van der Meer werd ook 4e in rit 2 en 3e in het puntenklassement. In het algemeen klassement werd Kathrin 2e, Christina Perchtold 6e en Janine 10e.”
2 dagen later stond ook het plaatselijke criterium Skandis Grand Prix op je programma. Wat voor een koers was dat?
Tara Gins: “De Skandis GP is een klimcriterium van 40 km, 15 rondjes van 2,6 km. In het rondje zat een klim van ongeveer een 500 à 600m die naar de kathedraal van Uppsala liep. Daar gingen we dan via trappen die ze hadden belegd met houten panelen terug naar beneden. Het was een heel technisch rondje met veel bochten. Ze noemen het zelf het zwaarste klimcriterium van Europa. En ik moet zeggen: het was toch serieus zwaar.” (lacht)
Is koersen in Scandinavië anders dan in België en/of het Europese vasteland?
Tara Gins: “De koers is er vooral anders omdat ze er minder ervaring mee hebben, zowel de organisaties als de rensters. De rensters waren heel sterk maar wat minder stuurvaardig in het peloton en het bochtenwerk. In België zie ik het niet gebeuren dat de koers en dus ook volgwagens over (onverharde) fietspaden worden gestuurd. Ook merkte je veel ongenoegen bij de stadsbewoners. Vlak voor de wedstrijd, aan de start, kwam een dame klagen dat we ‘heel de stad hadden lamgelegd en dat ze ons graag zo snel mogelijk zag vertrekken uit Zweden. Toch hoop ik dat de wedstrijd blijft bestaan en dat ze in de volgende jaren meer teams mogen ontvangen. De wedstrijd had trouwens ook een livestream voor de vrouwen.”
Hoe zit het nu in het algemeen met jouw eigen vorm?
Tara Gins: “De vorm was heel goed, maar ik heb de laatste 3 weken wat veel wedstrijden gereden en het goede gevoel is even weg. Ik ga nu 2 weken rusten en hoop terug beter te zijn voor de Omloop van de IJsseldelta op 2 juni. Veel grote wedstrijden komen er voor mij nu niet meer aan. Ik hoop mij dus te kunnen tonen in de kermiskoersen en op het BK.”
Fotomateriaal: Tara Gins.