Het mountainbiken heeft een nieuw concept ingevoerd dat tijdens de wereldbekermanche in Albstadt voor het eerst werd uitgetest. De ‘short track’ is 20 minuten knallen, en de snelste 16 rensters mogen op zondag op de 1e 2 rijen postvatten voor de eliterace. Belgisch kampioene Githa Michiels is echter niet uit superexplosief hout gesneden, waardoor het voor haar een walk in the park werd. “Verloren energie, want dit was normaal mijn rustdag”, sakkert ze.
Zondag is er de elite race voor mannen en vrouwen, en vroeger werd er op vrijdag altijd een Eliminator wedstrijd gehouden. Just for fun, maar bij de short track zijn ook wereldbekerpunten te verdienen. Zoals Belgisch bondscoach Filip Meirhaeghe het in de namiddag uitdrukte: ‘Nie voor de leute‘. Githa Michiels was na afloop ook niet echt tevreden. Normaal is het een rustdag, terwijl het nu een intensieve training is. Verloren energie voor mij, maar geef mij maar het oude programma.”
Voor Michiels mag het concept al meteen weer afgevoerd worden. “Als je in de top 40 van de UCI-ranking staat, mag je deelnemen aan deze short track, maar je moet wel top 16 rijden om je startpositie te kunnen verbeteren. Dus als dat zou lukken, zou het me wel voordeel geven. Maar ik ben niet van het explosieve type, dus dat is moeilijk voor mij. Dan rijd ik liever veel wedstrijden in het jaar om mijn startpositie in het algemeen te verbeteren. Gelukkig is het zondag minder explosief, anders zou het er niet goed uitzien voor mij”, lacht ze. “Die short track is wel een revolutionair concept, maar van mij mogen ze het alweer afschaffen.”
Pieken in september
Michiels neemt dit jaar haar voorbereiding op het MTB-seizoen iets anders aan. “Ik heb meer op de weg gereden”, zegt ze. “Ik groei nog elk jaar. De rest zit natuurlijk ook niet stil, maar de weg maakt me ook wel beter als mountainbikester. Die klimstage in de Vogezen die ik met de federatie heb gedaan, kwam in de plaats van mijn intervaltrainingen. Een andere aanpak, die zeker niet slechter zal zijn. Of het ook gaat renderen, moeten we afwachten. Op lange termijn denk ik dat het wel zal lonen. Ik ben ook tevreden met het verloop en hoe ik er ben uitgekomen.”
Zondag staat hier in Albstadt haar 1e wereldbekermanche van het seizoen op het programma. “De vorm is goed, maar nog niet top”, zegt ze. “En dat hoeft ook niet per se. Ik wil pas later in het seizoen helemaal top zijn, met name in september. Dan wil ik er staan voor het WK mountainbiken in Lenzerheide en – als ik geselecteerd wordt – voor het klimparcours op het WK wegwielrennen in Innsbruck. Ik heb natuurlijk niet zoveel ervaring en ik kan in het seizoen niet zo veel op de weg rijden omdat veel koersen samenvallen met de wereldbekers in het MTB. Maar Innsbruck wordt klimmen geblazen, en dat kan ik natuurlijk wel. Die 2 WK’s vallen dicht op elkaar, maar het is doenbaar, denk ik. De bondscoach zal moeten kiezen.”