Dat er op Shari Bossuyt geen maat zou staan tijdens het Belgisch kampioenschap voor meisjes-juniores in Les Lacs de l’Eau d’Heure, dat leek vooraf al een feit. In de kopgroep kon ze rekenen op de diensten van haar ploegmate Jade Lenaers, de 1e jaars die niet alleen de aanval van Bossuyt mee hielp slagen, maar zelf ook nog het zilver mee griste.
Met welke ambitie was je naar het BK getrokken, gezien de superioriteit van je ploegmate Shari Bossuyt al vooraf voorspeld werd?
Jade Lenaers: “Enkele weken geleden ben ik het parcours met Shari komen verkennen. Ik moest meteen terugdenken aan de pech die ik er vorig jaar had gehad (zie verder, red). Wat mij meteen nog meer motivatie gaf om er iets heel moois van te maken. Een plaats had ik niet bepaald in gedachten, want ik wilde vooral iets doen voor de ploeg, en dan voor Shari in het bijzonder. Met een top 10-plaats zou ik als 1e jaars erg tevreden zijn, bedacht ik me.
Hoe heb je het er uiteindelijk vanaf gebracht?
Jade Lenaers: “Toen we na enkele ronden een kopgroep vormden met 9 was ik heel tevreden dat ik daar bij zat. Shari zat ook in de groep, dus ze kon steeds op mij rekenen. Met nog 2 ronden te gaan, zette Shari haar aanval in, op de Petit Poggio. Ik begon zelf aan deze beklimming in haar wiel. Toen ze aanging, kon ik meteen het tempo doen zakken, zodat niemand met haar meekon. Het enige wat ik moest doen, was zorgen dat mijn groep niet meer terug kwam op Shari. Toen ik hoorde dat ze al 1 minuut had, wist ik dat de winst binnen was. We gingen dus nog met 6 naar de meet. Ik begon boven op de Petit Poggio op kop richting aankomst en tot mijn verbazing won ik die spurt voor de 2e plaats. Dat had ik nooit verwacht.”
Vorig jaar bij de nieuwelingen was je nog ontroostbaar. Wat gebeurde er toen?
Jade Lenaers: “We reden toen het Belgisch Kampioenschap eveneens in Les Lacs de l’Eau d’Heure. Die ronde was natuurlijk net iets korter dan nu bij de juniores en ook de Petit Poggio was daar niet in opgenomen. Ik zat goed mee in het peloton, tot mijn fiets het km voor de meet begaf. Ik kreeg een nieuwe fiets van de neutrale wagen van Shimano, waardoor ik opnieuw de aansluiting kon maken. Ik moest ook wel direct gaan sprinten, waardoor ik 4e werd. Op dat moment ene serieuze ontgoocheling, maar achteraf was ik gezien de omstandigheden best wel trots op die performance. Dat ik niet zomaar heb opgegeven en ondanks de vervelende situatie ben blijven doorzetten.”
Waarom koos je voor een nieuwe ploeg?
Jade Lenaers: “Na mijn nieuwelingentijd moest ik wel op zoek naar een nieuwe ploeg. Bij het Development Team van Doltcini-Van Assche krijg ik de kans om Nations Cup-wedstrijden te rijden in het buitenland, leerrijk en natuurlijk word ik er ook sterker van. Het is ook altijd eens leuk om in een andere omgeving te gaan koersen.”
Je rijdt dit seizoen bij dezelfde ploeg als Shari, die toch al wat pluimen heeft verdiend. Wat steek je van haar op?
Jade Lenaers: “Sowieso is het een voordeel om bij haar in de ploeg te zitten. Ik leer van haar en ze is ook niet te beroerd om er steeds voor de ploeg te zijn. We wonen ook niet al te ver van elkaar (Jade in Markegem, Shari in Kortrijk, red), dus af en toe trekken we met elkaar op om te gaan trainen. We hebben ook veel plezier samen, dus da’s leuk.”
Welke richting zou je zelf graag uitgaan met het wielrennen?
Jade Lenaers: “Zoals iedereen wil ik graag prof worden, maar dat is niet zo evident. Het belangrijkste is dat ik veel plezier kan maken. Qua type renster wil ik mezelf graag doorontwikkelen als klimster. Lange steile beklimmingen zoals in de Ardennen liggen mij het beste. Ik hou het meest van wedstrijden waar veel kan gebeuren, waar er koers kan worden gemaakt, en waar je tot het uiterste moet gaan. Vlakke wedstrijden waar je geen verschil kan maken, zijn niet zo aan mij besteed.”
Fotomateriaal: Bram Van Lent.