Jannie Dreessen uit Eijsden is niet alleen café-uitbater van wielerpub ‘D’n Egte Baroudeur’. Hij is ook verslaafd aan Tom Dumoulin en richtte onlangs de enige officiële supportersclub op van de Nederlandse Girowinnaar van 2017. Dreessen krijgt in het boek ‘Tom Dumoulin – van roze droom naar gele trui’ zelfs een volledig hoofdstuk. Wij selecteerden de leukste passages.
“Het begon in 2010. Ik had toen een koeriersbedrijfje naast mijn werk als raadslid en mijn café, dat ik al 36 jaar heb. Op een dag moest ik naar Siena in Italië, en op de terugweg ga ik dan altijd over provinciale wegen, omdat ik dan geen tol hoef te betalen. En ik houd er ook van om daar te rijden. Bij toeval hoorde ik dat de Baby Giro zou passeren, daar in de buurt van Siena. Dat hoorde ik tijdens het ontbijt. Er stond een tijdrit op het programma en er was een jonge Nederlander die daar kansrijk voor was. Dus ik denk: ‘Oh, dan ga ik daar eens even kijken’, wielerliefhebber als ik al was. Die jonge Nederlander, dat was Tom Dumoulin.”
“Tja, en die wint daar dus die tijdrit! Sindsdien ben ik een fan van hem – aanvankelijk niet zo fanatiek als nu. Vervolgens deed hij in 2012 mee als neoprof aan het wereldkampioenschap in de beloftencategorie. In 1998 was het daar Michael Boogerd die de aanval koos, en nu deed Dumoulin dat. Toen al zei ik tegen de mensen in mijn
126 café: ‘Tom Dumoulin wordt de grootste renner die wij ooit in Nederland hebben gehad.’ Ja, dan lacht iedereen je uit, hè. Maar toen ben ik hem vanaf die tijd heel close gaan volgen. En toen ik in 2014 niet herkozen werd in de gemeenteraad kreeg ik meer tijd om het wielrennen intensief te gaan volgen.”
De medaille
“Bij de tijdrit op het WK 2014 in het Spaanse Ponferrada lag Tom 6e. Dat werd 5e. 4e. Daarna heeft hij heel lang strijd geleverd met Rohan Dennis en uiteindelijk is hij 3e geworden. Nou, ik werd toen langs het parcours zo gek van blijdschap dat ik naar het podium ben gaan rennen. Maar daar kon ik al niet meer goed bijkomen. Toen zag ik een gat in de bedrading om het parcours heen en ben ik backstage gaan staan bij de ingang van het podium. Dus Tom komt er vanaf en ik roep: ‘Hé Tom, geweldig jong! Mooi! Laat mij even die medaille zien…’ En hij komt zo
naar me toe en hij laat die medaille zien. Kortom, ik was na het podium de eerste die die medaille zag. Dat vond ik fántastisch! Tijdens de wegwedstrijd heb ik hem ook nog aangemoedigd. Daar heeft hij wel goed gefietst, maar is het niets geworden.”
“Inmiddels weten ze in die kringen wat ik kan: ik spreek 5 talen. Ik ben behulpzaam. Dus ik zit daar niet alleen om Tom te zien, ik help ook de organisatie bij het oplossen van probleempjes en doe daar mijn stinkende best voor. Afgelopen jaar in Bergen, Noorwegen was natuurlijk fantastisch om mee te maken. Ten 1e wint Tom op
zondag met zijn ploeg de ploegentijdrit. En daar was ik dan ook nog eens bij als begeleider. Ik was namelijk aangewezen om ze voor de huldiging naar het podium te brengen.”
De fanclub
“De Giro, die was zó mooi! We zijn zeven dagen op Sicilië en Sardinië geweest, in het begin van de koers. Daar is het heel volks, want de Giro kent niet dat elitaire zoals in de Tour de France, waar je bijna niet bij de renners kunt komen. In Italië heb ik 3 dagen gesprekken met Tom gehad, over van alles en nog wat. Journalisten begonnen mij te zien als een soort ‘superfan’. Die kwamen hier in het café opnames maken. Ben ik nog bij Pauw geweest en bij Goedemorgen Nederland. Het gaf mij ook de mogelijkheid om over mijn plannen te praten om een supportersclub
rond Tom op te starten. Tom voelde daar in eerste instantie totaal niets voor, maar inmiddels hebben wij officieel goedkeuring van hem en van zijn management.”
“We zijn een geschikt moment aan het zoeken om naar buiten toe te treden. Dat willen wij aan de hand van een resultaat doen, het liefst natuurlijk rond de Giro van dit jaar. Dat hij dat zelf heeft goedgekeurd, daar ben ik heel blij mee. Wij hebben ons als doel gesteld om de jeugdwielersport te promoten. Door wielertalenten meer mogelijkheden te geven om zich te ontwikkelen, willen wij dat er meer van zulke toppers als Tom opstaan. Dat is een doel dat hij zelf ook nastreeft, dus Tom staat er volledig achter.”
De vreugde
“Tom heeft mij al zoveel vreugde in mijn leven gebracht, er zijn zoveel prachtige momenten die ik dankzij zijn prestaties heb mogen meemaken. Al zou hij morgen de grootste blunder van zijn leven maken, al zou hij nooit meer wat presteren, hij blijft voor mij altijd een idool. ‘Al praat je nooit meer met me’, heb ik hem wel eens gezegd, ‘ik ben je dankbaar voor al die fijne momenten!’ Mijn dochters hebben eens een opname gemaakt van mij, terwijl ik voor de tv zat tijdens een tijdrit die hij aan het winnen was. Nou ja, dan ga ik helemaal uit mijn bol! Ik ben nu 55 jaar, maar dan voel ik mij net weer een klein kind. Ik schaam mij er ook niet voor, ik vind het gewoon hartstikke leuk dat ik dit in mijn leven heb.”
“Het is zó mooi om onderdeel te mogen zijn van die prestatiedrang. Want zijn prestaties zijn natuurlijk het eerste wat hem voor mij zo bijzonder maakt. Als Tom een middelmatige wielrenner was geweest, was de euforie rond zijn persoon niet zo groot geweest als nu. Wat ook meespeelt – en dan spreek ik voor mijzelf – is dat hij uit Maastricht komt. Ik kom zelf uit Eijsden en er bestaat best wel een bijzondere verhouding tussen Maastrichtenaren en de boeren er omheen. Maar dat is ook een soort haat-liefdeverhouding, natuurlijk.”
Het boek
Het boek ‘Tom Dumoulin – van roze droom naar gele trui’ bevat ook nog 9 andere hoofdstukken. Die zijn ook allemaal best leuk om te lezen. Zo krijg je nog een beter zicht op wie Tom Dumoulin écht is. Het boek is te koop in de Nederlandse boekhandel.