Omdat ze aan een nieuwe uitdaging toe is na 4 seizoenen in de kleuren van Parkhotel Valkenburg, trekt Chanella Stougje volgend seizoen naar het Noorse Hitec Products. De 21-jarige Zuid-Hollandse komt er haar landgenote Nina Kessler en bekende collega Lucy Garner – de vriendin van veldrijder Lars van der Haar – tegen.
Een Noorse formatie dus voor Stougje. “Hitec Products gaf me meteen een goed gevoel”, zegt de Zuid-Hollandse. “We rijden ook een mooi programma en dat vind ik erg belangrijk – al heb ik nu nog geen zicht op welke koersen ik in 2019 zelf zal rijden. Het leuke is ook dat ik erheen kan met Lucy Garner. We kwamen elkaar voorheen wel eens tegen en hadden altijd een leuke klik samen. Al speelde haar komst geen voorwaarde voor mij. Dat had ik ook niet met de aanwezigheid van Nina Kessler. Je weet toch nooit hoelang iemand bij de ploeg blijft.”
Veel gaat er in de praktijk echter niet veranderen, meent Stougje. “Het mag dan wel een Noors team zijn, over het algemeen zijn de wedstrijden veelal in België en Nederland. Ik zal wel eens naar Noorwegen moeten voor een ploegenpresentatie en misschien om wat anderen dingen te regelen, maar heel vaak zal dat niet zijn, vermoed ik. En als dat wel zo zou zijn, dan ga ik dat zeker niet erg vinden.”
Jip
Hoe kijkt ze terug op 4 seizoenen Parhotel Valkenburg? “Het was een heel leuke periode. Ik heb hier echt topjaren gehad, vooral mijn 1e 2 jaar bij de ploeg. Ik had toen ook geen blessures natuurlijk, dus dat maakte mijn jaar nog leuker. We waren echt een vriendinnenclubje. Ik ben de ploeg erg dankbaar om mij als 1e jaars te hebben genomen. Ik was toen pas 18, relatief jong en zeker onervaren. Ik was totaal niet nerveus, herinner ik me, ik vond het net superleuk en voelde me meteen goed in de ploeg. Ik kwam toen samen met Jip van den Bos, met wie ik bij de juniores samen het WK had gereden. Ik kende haar goed, dus dat scheelde ook. Wij hadden het samen al snel voor het zeggen, hoor, binnen de ploeg.” (lacht)
Puddingbroodjes
De puddingbroodjes voor de wedstrijd zijn intussen wel grotendeels verleden tijd. “Dat is een verhaal van toen ik een jaar of 12 was, ik at dan voor de wedstrijd uiteraard nog altijd bij mijn ouders. Mijn moeder haalde dan vaak een puddingbroodje. Nu eet ik normaal gesproken met de ploeg voor een koers, dus komt dat niet veel meer voor. Maar als er een puddingbroodje zou liggen bij het ontbijt van het hotel, dan zal ik het zeker niet laten liggen.” (lacht)
Fotomateriaal: Franky Schoonvliet.