De zomer zit er bijna op, maar het veldritseizoen is intussen al gestart. In Wiekevorst zat de loting Shana Maes niet mee. Ze moest starten op de laatste plaats, maar schoot wel snel uit de startblokken. Hoewel ze nog wat werk voor de boeg heeft, is ze klaar om haar verloren seizoen snel door te spoelen.
De 22-jarige Vorselaarse reed al in Kessel en afgelopen zondag in Wiekevorst. “Voor mij was het belangrijk om nu al een paar crossen te rijden, want volgend weekend rijd ik in Vorselaar ene thuiswedstrijd. Dan heb je toch al een klein beetje ritme nodig als je meteen wilt uitpakken. Ik moest in Wiekevorst op de laatste plaats starten, op de 4e rij was dat. Dat is niet evident, maar na de start zat ik al 15e en de 1e bocht kwam ik zelfs als 5e uit. Op een recht stuk kon ik meteen naar de 3e plek rijden. Dat kostte redelijk wat krachten, waardoor ik de rest van de wedstrijd alleen maar moest proberen volgen.”
“De 2 leiders heb ik echter moeten laten gaan. Na die snelle start moest ik wat bekomen. Manon Bakker en Kim Van De Steene zitten op wereldbekerniveau en gingen er hard tegenaan. Ik ben wel binnen de 10 seconden blijven hangen, maar dat was het maximaal haalbare. Al bij al ben ik tevreden met die remonte en kijk ik uit naar komende zaterdag.”
Glutenintolerant
Feit is dat we straks een andere Shana Maes in het veld zullen zien dan vorige winter. “In de voorbereiding op afgelopen winter had ik iets té veel getraind, waardoor ik oververmoeid aan het seizoen was begonnen. Ik nam dan wat gas terug, met extra rustperiodes, maar dat leverde geen beterschap op. Halfweg het seizoen kreeg ik te horen dat ik glutenintolerant ben en mijn voeding moest aanpassen. Dat bracht een grote verandering met zich mee en zorgde er onrechtstreeks voor dat ik enkel de laatste 2 maanden wat degelijke uitslagen reed. Over het algemeen dus geen goed seizoen, met slechts af en toe wat goede wedstrijden.”
De zomer zag er dit jaar anders uit. “Door een blessure aan de pols moest ik geopereerd worden. Daardoor heb ik sowieso veel minder intensief kunnen trainen, waardoor ik me nu ook wel frisser voel dan vorig jaar in dezelfde periode. Die achterstand zorgt er wel voor dat ik vooral qua explosiviteit nog wat moet bijtrainen, maar de brommertrainingen maken dat wel deels goed. In Wiekevorst bleek toch al dat ik ook op dat vlak op de goede weg ben.”