Vroeg begonnen is half gewonnen, zegt het spreekwoord. Maar voor Guido Verhaegen uit Geel is dat van geen tel. De 52-jarige bedrijfsleider – hij heeft 200.000 scharrelkippen – veroverde op het afgelopen EK de Europese titel, en dat voor de 3e keer op rij – een ware hattrick. Waar haalt Verhaegen – die ook regerend wereldkampioen is in zijn leeftijdscategorie 50-54 – de drive om nog op zo’n niveau te presteren?
“Ik ben pas op mijn 40 beginnen te crossen”, vertelt Verhaegen. “Daarvoor reed ik op zondag wel eens een toertocht met de mountainbike, maar daar bleef het bij. Van mijn 20 tot mijn 29 heb ik nog aan motorcross gedaan, het is daar dat ik de techniek heb aangeleerd voor mijn latere carrière in het veld. Dat 1e jaar als crosser werd ik nog gedubbeld door de renners als Dirk Mertens en Eric Teck, maar elk jaar werd ik wat beter en na 5 jaar was ik in staat om die mannen af en toe te volgen. Door steeds gerichter te trainen bleef ik progressie boeken. Ik trainde eerst onder Leo Debusser en later onder Tom de Kort in Lichtaart met de jonge gasten in de bossen. Dat hielp heel erg.”
Zijn ambitie voor het EK in Rosmalen was duidelijk: enkel met de overwinning zou hij tevreden naar huis keren. “Ik moest dan ook mijn titel verdedigen”, lacht Verhaegen. “Ik stond wel met veel zenuwen aan de start, vooral omdat het geen omloop was naar mijn kwaliteiten. Er waren maar weinig stroken waar het verschil kon worden gemaakt. Gelukkig zat ik al meteen mee vooraan in het wiel van de Duitser Michael Stensel. Ik had mij voorgenomen om al van ik de 1e ronde in de zandstrook aan te vallen, gezien het lopen 1 van mijn sterkere punten is.”
Sneller dan Europese elitekampioene bij de vrouwen
Dat bleek een doordachte tactiek. Ik liep de Duitser al sprintend voorbij om na de zandbak nogmaals door te trekken. Zo had ik meteen 20 meter voorsprong en die heb ik in de rest van de wedstrijd stelselmatig verder uitgebouwd. Op die manier kon ik de laatste ronde zelfs afwerken zonder risico’s te nemen, waardoor ik mijn 3e Europese titel op rij pakte. In mijn 1e 2 deelnames aan het EK – in 2016 in Slovakije en in 2017 in Tsjechië – won ik ook telkens.” Opvallend is de snelste rondetijd van Verhaegen in Rosmalen: 7’19”, wat trager is dan de snelste rondetijd van Mathieu van der Poel (6’52”), maar sneller dan die van Annemarie Worst (7’51”).
Het zijn niet de enige internationale kampioenschappen die Verhaegen in de benen heeft. Zowel in 2016 als in 2018 reed ik ook het WK, telkens aan het Zilvermeer in Mol”, zegt Verhaegen. “De 1e keer moest ik mijn meerdere nog erkennen in Dirk Mertens, maar vorige winter vielen de kaarten andersom en heb ik dan toch kunnen kloppen. Een bijzondere zege, niet alleen omwille van de trui en de gouden WK-medaille, maar ook omdat er toch 15 nationaliteiten aan de start stonden.”
Scharrelkippen
52 jaar zijn en toch nog op zo’n niveau willen presteren. Vanwaar komt die drang? “De goesting is nog steeds nadrukkelijk aanwezig”, bekent de Gelenaar. “Voor mij is sporten een verslaving geworden. Het geeft mij zowel fysiek als mentaal een geweldig gevoel. Zoals gezegd train ik onder begeleiding van Tom de Kort, iemand die zijn job kent. Het is ook mede dankzij Tom dat ik deze overwinningen heb behaald. Zijn trainingen zijn zeer gevarieerd, elke week zien ze er anders uit.”
Verhaegen moet er ook wel wat voor doen en laten. Het is niet dat hij gepensioneerd is en de sport zijn voornaamste focus is. “Ik heb een eigen bedrijf met 200.000 scharrelleider. Omdat ik het bedrijf samen met mijn zoon leidt, kan ik mijn tijd zelf plannen en zorg ik er voor dat ik in de namiddag kan gaan trainen.”