2018 is voor Febe Schokkaert een jaar geworden om heel snel te vergeten. Zware overtraining en een hartoperatie zorgden ervoor dat ze nauwelijks een wedstrijd reed. En dat terwijl ze eind 2016 nog op het WK voor junioren in Doha stond. Het moet nu snel weer de andere kant op met haar, maar de realiteit is dat er vooralsnog geen beterschap in zicht is. Een erg pijnlijke situatie voor de pas 19 geworden Oost-Vlaamse.
Nadat eerder overtraining werd vastgesteld, dook tijdens de onderzoeken ook nog een hartprobleem op bij Schokkaert. “Ik had in mei 2018 testen gedaan bij de fysiotherapeut met naaldjes en dergelijke. Daar werd een overtraining vastgesteld. Ik ben toen doorgestuurd naar Gent voor een inspanningstest en daar werd de afwijking in m’n hart gevonden, in rust. De dokters zeiden dat dit niks met m’n overtraining te maken had, maar dat dat euvel wel zo snel mogelijk moest worden opgelost.”
Haar probleem werd snel verholpen. “De ablatie aan m’n hart is goed verlopen”, zegt ze. “Ik had een extra verbinding, een storing, en die hebben ze via de lies moeten dichtbranden. Na 1 nacht onder hartbewaking mocht ik het ziekenhuis verlaten. Ik heb een weekje volledige rust moeten nemen door de druk op m’n borst en het wondje aan m’n lies. Maar dat heelde vrij goed. Ik voelde al vrij snel een verschil met ervoor, in die zin dat ik me beter begon te voelen qua hartkloppingen en ademhaling.”
Diep gezeten
Bleek achteraf gezien maar een klein euvel, al zeker in vergelijking let de overtraining. De vermoeidheid geraakte niet uit Schokkaerts lijf. “Ik ben in augustus terug bij de fysiotherapeut gegaan, maar ik gaf daar aan dat ik weinig verbetering voelde met de extra rust die ik nam. De fysiotherapeut was meteen rechtuit, dat ik goed moest beseffen dat ik met overtraining niet moet lachen en er strikt mee moet omgaan. Mijn hele lichaam was en is nog steeds ontregeld. Ik ben over mijn limieten gegaan toen mijn lichaam eigenlijk al ‘stop’ had gezegd. Ik moest nog meer luisteren naar m’n lichaam en de nodige tijd en ruimte geven om te herstellen.”
“Ik heb rond de periode eind oktober, begin november een beter gevoel gehad, in het gewone leven dan. Ik voelde dat mijn lichaam stappen in de goeie richting zette en begon daarom weer lichtjes te trainen. Dat ging aanvankelijk goed. Maar de ene dag is de andere niet. Ik kan geen week met trainingen plannen, want dat heeft geen zin. Ik moet het van dag tot dag bekijken en vooral nog voldoende rust nemen. Vanaf het ietsje te veel is, betaal ik dat cash, zowel lichamelijk als mentaal. Ik heb daarom op een bepaald moment behoorlijk diep gezeten, ik zag het allemaal niet meer zitten. Ik heb heel veel steun gehad van mijn ouders en dichte familie, maar zij staan uiteraard ook machteloos, hebben geen invloed op het echte probleem.”
Denkt de Ophasseltse soms nog terug aan haar beste momenten als renster? “Uiteraard, en dat zijn nog de moeilijkste momenten geweest de voorbije maanden. Ik ben altijd zeer gemotiveerd en heb behoorlijk veel doorzettingsvermogen in het leven. Maar op een gegeven moment ken je dan zoveel tegenslag dat je het ook al eens negatief ziet. Ik heb een passie voor de fiets, maar momenteel is mijn lichaam helaas de baas. Gelukkig is in juni mijn petekindje geboren. Hij was een lichtpuntje in mijn leven en geeft me hoop voor de toekomst. Hij geeft me steun en moed om niet zo snel op te geven. Ik heb dan ook heel veel tijd met m’n petekindje en de familie gespendeerd.”
Wat nu?
Febe Schokkaert gaat met gemengde gevoelens de feestdagen in. “Ik kan niet zeggen wanneer ik m’n eerste koers rijd, ik kan niet garanderen hoe het gaat lopen. Dat is best moeilijk. 2019 wordt volgens de artsen een ‘verloren’ jaar, waar ik niks van mag verwachten en geen doelen mag stellen. Het liefst van al wens ik mezelf terug een goede gezondheid en een frisse Febe terug.”
“Ik ga ervan uit dat het alleen kan beteren, ik heb een heel grote steun aan m’n dichte familie. Ook de ploegleiding probeert me te begrijpen en in me te geloven, maar het is zeker niet makkelijk om 2019 in te gaan. Ik kijk uit naar het moment dat die overtraining volledig uit m’n lichaam is en ik rustig kan toewerken naar de toekomst. Geen idee wanneer dat zal zijn. Maar… Waar een wil is, is een weg.”