Afgelopen weekend stond niet alleen de Amstel Gold Race op de kalender, maar ook Luik-Bastenaken-Luik bij de beloften. Antwerpenaar Viktor Verschaeve toonde zich de sterkste man in koers, maar werd op de meet toch geklopt. Een stevige dreun voor de 3e jaars belofte van Lotto Soudal.
La Doyenne is ook bij de beloften een afspraak voor krijgers. “Ik had er al lang mijn zinnen op gezet”, zegt Verschaeve. “Ik was ook goed uit Circuit des Ardennes – een goeie voorbereiding – gekomen, maar de dagen daarna voelde ik me wel wat ziekjes. Ik had darmklachten en verloor zo een paar trainingsdagen. Ik was net op tijd fit, al moest ik wel wat afwachten wat dat in de koers zou geven. Bedoeling was om top 5 te rijden, maar in zo’n koers kan natuurlijk veel gebeuren.”
Pidcock eraf
Door die extra dagen rust verscheen Verschaeve achteraf gezien wel frisser aan de start. “Ik had me vooraf ingenomen zo lang mogelijk de kat uit de boom te kijken en me zeker de 1e 100 km kalm te houden. Nadien zijn we met de ploeg op de hellingen beginnen rijden om enerzijds de boel uit elkaar te ranselen en anderzijds om de vroege vlucht terug te halen. We maakten redelijk vroeg koers om het zelf te kunnen afmaken. Op de Rosier bijvoorbeeld moest Tom Pidcock al lossen, dat wil toch iets zeggen. In de finale trok ik op La Redoute nog eens stevig door. Op de voorlaatste klim demarreerde de Noor Foss en kon ik mee. Ik dacht dat we met z’n 2’en voor de winst zouden sprinten, maar uiteindelijk kwam die Amerikaan nog terug (Kevin Vermaerke, red).”
En die ging dan nog met de bloemen lopen. “Ik had niet gedacht dat die nog zo sterk voor de dag zou komen. We reden hem er op de laatste klim af, maar in de afdaling kwam hij terug aansluiten. De sprint vertrok ik in het wiel van Foss en daar kwam ik goed getimed over, maar uiteindelijk was het dus niet genoeg voor winst. Heel pijnlijk, want ik wist natuurlijk dat ik Luik op mijn palmares kon zetten. Ik ben een klimmer en heb nog redelijk wat snelheid in de benen op het eind. Erg jammer dus. Maar ik denk niet dat ik een fout heb gemaakt. En het feit dat Vermaerke nog terugkwam, toont toch dat hij niet slecht was. Mijn nadeel was dat de finale vlakker was dan de voorbije jaren, anders had de latere winnaar nooit meer voorgekomen in het spel.”
Prof of nog niet?
Verschaeve is na 2 jaar bij de EFC-ploeg aan zijn 1e seizoen bij Lotto Soudal U23 bezig. “Ik kende al veel jongens. Met gasten als Brent Van Moer en Sander De Pestel ga ik meermaals per week trainen en met jongens als Julian Mertens fietste ik al bij de nationale ploeg. Dat is dus een voordeel. Ik voelde me snel op mijn gemak. Ook het niveau was niet nieuw, wat de aanpassing eigenlijk minimaal maakte.”
Opent deze prestatie deuren voor een profcarrière? “Het is natuurlijk ideaal om na je 3e seizoen als belofte over te gaan naar de profs”, beseft Verschaeve. “Het zou fantastisch zijn mocht ik nog een paar keer prijs rijden in een grote koers dit seizoen en aan het eind van het jaar prof kunnen worden. Maar ik heb nog een 4e jaar waarin ik me kan bewijzen, dus ik maak me niet onnodig zorgen. We zullen binnen een paar maanden wel zien waar ik sta. Ik wil nu in deze periode nog pieken met onder meer de Tour du Jura volgende week en vervolgens een paar Nations Cup-wedstrijden. En binnen 3 weken is er dan de Ardense Pijl, misschien nog de belangrijkste afspraak van allemaal, daar wil ik echt top zijn.”