Ze reed zondag in Nijlen met de Flanders Diamond Tour – de 6e manche in de Lotto Cycling Cup – nog maar haar 2e wegwedstrijd met naam deze zomer, maar Loes Sels heeft alles op orde. De bijna 34-jarige veldrijdster uit Zoersel wil komende winter zelfs nog een hoger niveau dan ooit halen.
Het mogen dan wel zonnige dagen zijn, Sels blikt graag nog eens terug op haar voorbije winter. “Ik kan met een tevreden gevoel terugkijken”, opent ze. “Zeker wat betreft mijn niveau, want ik heb gevoeld dat ik nog een stapje heb gezet. Mijn zegeteller is echter op 4 blijven steken en dat is wel een werkpuntje voor komende winter. Ook wat betreft resultaten in de wereldbekers ben ik toch wat teleurgesteld. Dat had een stuk beter gekund en gemoeten.”
Geen getal
Sels weet waar het aan schort, waar ze nog een verschil kan maken om meer crossen te winnen. “Qua vertrouwen kan het nog wel wat beter”, denk ik. “Vaak denk ik dat de rest beter is, maar in de praktijk blijkt dat dan niet zo. Ik moet nog meer proberen om mijn eigen wedstrijd te rijden, om me meer op kop te zetten zodat ik mijn eigen lijnen kan rijden. Dan ben ik op mijn best. Ik heb de kwaliteiten om de cross te maken, dus daar ligt het zeker niet aan.”
Meer zeges pakken, wordt straks een doel. “In het wiel rijden is niet mijn sterkste eigenschap. Als ik me meer op kop durf zetten, denk ik dat ik ook meer ga kunnen wegrijden van de rest. Dat is iets wat ik zeker meer moet durven komende winter. Normaliter zou dat dan toch tot meer overwinningen moeten leiden. Een getal wil ik er niet opplakken, maar het moet zonder meer omhoog. Daarnaast zou ik toch ook eens een uitschieter moeten hebben en misschien eens een podium in een wereldbeker.”
Marge
Sels oogt fit en vol goesting. “Ik heb een goeie test afgelegd en mijn trainingen lopen volledig volgens plan, dat is veelbelovend. Ik ben stilaan klaar om de laatste rechte lijn richting winter in te gaan. Ik heb nog 2 winters contract, maar dat is iets waar ik niet te veel mee bezig ben. Ik bekijk het van winter tot winter en hoop nu vooral nog een stap te zetten. Er is nog marge om te groeien, wat natuurlijk goed is voor het moraal. Mijn carrièrepiek moet dus nog komen.”
En dus is stoppen nog verre van aan de orde. “Ik hoop dat het beste nog moet komen, dus vooralsnog niet. Maar ik ben iemand die dat niet gaat kunnen plannen, vrees ik. Wellicht zal ik op een bepaald moment vinden dat het genoeg is en er vervolgens ook meteen mee kappen. Mijn echtgenoot en mijn kinderen – die nu 6 en bijna 8 zijn – hebben daar een belangrijk woord in. Als zij vinden dat het genoeg geweest is, zal ik niet lang meer voortdoen.”