Sep Vanmarcke verloor afgelopen winter een landgenoot aan zijn zijde bij de Australische Education First-ploeg. Oost-Vlaming Tom Van Asbroeck (29) wilde nochtans graag blijven, maar ergens liep het verkeerd én er kwam een interessant voorstel van het hyperambitieuze Israel Cycling Academy. “Hier kan ik voor mezelf koersen”, stelt Van Asbroeck met tevredenheid vast.
Van Asbroeck weet wel waarom hij heeft gekozen voor het bij ons toch iets minder flamboyant in de oren klinkende Israel Cycling Academy. “Deze ploeg heeft op korte tijd een enorme groei gekend: van kleine continentale ploeg naar stevig procontinentaal team”, opent Van Asbroeck. “Het is een mooi project dat zijn hoogtepunt moet kennen in de Tour de France, liefst volgend jaar al. De ploeg werkt aan de weg en ik wil mijn steentje bijdragen, omdat ik natuurlijk zelf ook naar de Tour wil. Giro en Vuelta heb ik al op mijn lijst afgevinkt, nu de Tour nog. Hopelijk lukt dat volgend jaar al.”
Hoewel hij zijn eigen kans mocht gaan op Vlaamse wegen, werd het voorjaar geen hoogvlieger. De renner uit Lede kan er echter mee leven. “Niet alles is gelopen zoals het zou moeten”, vindt Van Asbroeck. “De ondersteuning van de ploeg uit was echt minimaal, waardoor ik veel zelf heb moeten oplossen. Gene grote dingen, maar achteraf merk je dan toch dat je daar te veel energie hebt moeten insteken en dat je dat dan tekort komt in de finales. We mochten ook niet alle grote koersen rijden, waardoor ik als renner toch wat uit het ritme was voor de belangrijke afspraken. Je verliest continuïteit en dat is jammer, maar volgend jaar zou dat al een pak beter moeten zijn. Als we bij de 3 beste proconti’s eindigen, mogen we sowieso alle grote koersen rijden. Dat moet lukken.”
UCI-punten
2019 noemt Van Asbroeck een ‘investering’. “Ik wist inderdaad voor ik tekende waar ik aan toe zou zijn in 2019. Maar het project sprak me aan en ik wist ook meteen waar ze naartoe wilden. Daarom til ik uiteindelijk niet te zwaar aan de dingen. Het is een risico dat ik genomen heb, maar soms moet je eens durven springen in het leven. De ploeg sprong meteen op de kar toen het afsprong met EF én ik krijg hier de kans om veel voor mezelf te rijden. Dat is toch iets wat ik de voorbije jaren gemist heb. Ik begin nu te voelen dat ik weer op het niveau begin te komen om kopman te zijn, om finales voor eigen rekening te kunnen rijden.”
De Giro d’Italia skipte Van Asbroeck wijselijk. “De ploeg had me gevraag om daar te starten, maar dat heb ik afgehouden. Het doel is om in 2020 de Tour te rijden en daarvoor heeft de ploeg UCI-punten nodig. Die rapen we makkelijker in kleinere wedstrijden. En uiteindelijk heb ik ook dik 3 weken na elkaar gekoerst, met Duinkerke, Hammer Stavanger, Ronde van Noorwegen en Baloise Belgium Tour (waarmee hij op zijn 1’tje 145 UCI-punten grabbelde, red). Dat is toch ongeveer een simulatie van een grote ronde. Daar zal het dus niet aan liggen.”
Europe Tour
Om al in 2020 de Tour te kunnen rijden, zijn er 2 opties. “Enerzijds voldoende punten pakken, anderzijds een WorldTour-licentie afkopen. Maar vraag me niet van welke ploeg dat dan zou zijn. Daar houd ik me niet mee bezig. (lacht) Ik ben coureur en ik zie dit project als een volgende stap in mijn loopbaan. Bij Sport Vlaanderen heb ik de Europe Tour gewonnen en daarna heb ik toch veel in dienst moeten rijden. Nu ben ik op een punt dat ik weer voor mezelf wil koersen en dat op het hoogste niveau. Daar train ik uiteindelijk toch voor. Ik schat de kans dat we volgend jaar de Tour rijden hoog in, dus dat is iets om naar uit te kijken.”