De koers van zaterdag zat nog in de benen maar dat weerhield me niet om alweer te denken aan de uitstap die ik zondag op het menu had staan. Het plan was om richting Cassel te fietsen, en dat op mijn laatste dag verlof. Daar wilde ik ten volle genieten.
Cassel ligt in het departement Nord in Hauts de France, en is vanuit Ieper gemakkelijk te bereiken via Poperinge en Steenvoorde. Van daaruit is het ongeveer 32km. Het is een historisch stadje op een hoogte van 176m. Op de top van de Casselheuvel heb je een prachtige houten windmolen die dateert uit de 18e eeuw. Van daaruit heb je een mooi uitzicht op de omliggende omgeving. Je waant je al snel op vakantie. Het oude marktplein is volledig getooid met kasseien en de ideale plaats voor een gezellige drink.
Vorig jaar waren we er nog met de 4-daagse van Duinkerke om te supporteren voor onze goede vriend Maxime Vantomme. De renners reden daar maar liefst 17 keer de Casselberg omhoog van aan de 2 verschillende kanten. Het was zondag 14 juli, de Franse nationale feestdag. Het is in Cassel dan altijd Molenfeest. Ons plan was echter om die beruchte Casselberg eens zelf op te rijden, iets te drinken en eten in een typische estaminet, om daarna terug richting huis te fietsen.
Nieuwe gelletjes
Ik nam enkele gels mee voor onderweg. Deze keer van het merk Vifit, ik test ze momenteel uit om er later op WielerVerhaal een review over te schrijven. Het ideale moment om te kijken hoe mijn lichaam hierop reageert. Ik kreeg ook energy bars van Vifit, die zijn alvast perfect van textuur en ik eet ze graag tijdens een duurtraining. Hiervan gaat er dus ook zeker 1’tje mee in mijn achterzak. We zouden dus in ieder geval geen hongerklop krijgen onderweg.
We hadden eerst nog wat werk met het poetsen en klaarmaken van de kamers in de B&B. Op de middag vertrokken we met onze lieftallige 2-wielers richting de Frans-Vlaamse grens. Het was niet zo warm als we hadden gehoopt en dachten eventjes dat we in een plensbui terecht zouden komen. Hoe meer we de grens naderden, hoe zonniger het weer werd. We reden langs de Catsberg en voorbij Godewaarsvelde naar Cassel. Net voor Cassel konden we genieten van het mooie uitzicht. We namen er enkele foto’s en hervatten onze rit. De zon kwam erdoor piepen, ideaal om op een terras te lunchen. We kozen een plaatsje uit bij ‘A l’Hotel de Ville’ waar we vorig jaar nog uitstekende pannenkoeken aten.
Heirwegen
Met zicht op onze fietsen bestelden we onze lunch. We kozen elk een typisch gerecht. Ik ging voor het stoofpotje van konijn met warme groenten en Edouard voor ‘Potjevleesch’, een Vlaams gerecht dat bestaat uit stukjes kip, konijn en rundvlees in een soort gelei dat koud wordt geserveerd. Dat smaakte!
Na de lunch zochten we de molen op. De weg ernaartoe was een korte maar krachtige helling met op het laatste stukje wat kasseien. Boven aangekomen merkten we niets meer van de zogenaamde Molenfeesten. We keken wat rond en ontdekten de oude heirwegen. Nadien vertrokken we terug huiswaarts via Watou. Het zou geen fietsavontuur zijn zonder een strook offroad. Dat is weer typisch iets voor Edouard. Zonder iets te zeggen reed hij deze stroken in zonder achterop te kijken. Ik kon niet anders dan volgen met de daver op mijn lijf. Het wordt toch eens tijd om een gravelbike aan te schaffen. Mijn racefiets zal me dankbaar zijn.
Onderweg vreesden we opnieuw even voor een hevige regenbui, maar we arriveerden uiteindelijk, op een paar regendruppels na, helemaal droog thuis. Met een kleine 74 km op de teller was het ondertussen 16 uur geworden en waren we nog net op tijd om de laatste kilometers van de Tour de France mee te pikken. We hebben genoten van een sportieve Franse feestdag en waren opnieuw volledig opgeladen om aan de werkweek te beginnen.
Cheers
Stéphanie