Zijn naam klinkt misschien niet overal bekend in de oren, maar Gilbert Desmet is de oudste, nog levende Belgische geletruidrager. In de Tour de France behaalt hij in 6 deelnames 2 knappe top 10-plaatsen. De Lichterveldenaar hield niet alleen een aantal gele truien over aan zijn Touravonturen, maar ook een blijvend boontje voor deze legendarische rittenkoers.
Gilbert Desmet (°1931) is intussen 88 jaar, maar oogt nog bijzonder fris. Desmet gaat nog elke dag wandelen en is daarnaast een fervent biljarter: “Ik ben lid van 3 biljartclubs, hier in Lichtervelde. Hobby’s zijn wel plezant. Wat zou ik zonder hobby’s moeten doen?”
Je won koersen als de Waalse Pijl, Parijs-Tours en stond op het podium van Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen. Ook in de Tour eindigde je op 6 deelnames 2 keer in de top 10 en droeg je 11 dagen de gele trui. Op welke prestatie ben je het meest trots?
Gilbert Desmet: “Toch wel op mijn dagen in de gele trui. Dat spreekt nog altijd het meest tot de verbeelding. Ik word daar nog steeds over aangesproken, al moet ik toegeven dat het vooral de oudere generatie is die dat nog weet. Mensen die nu rond de 70 of 80 jaar zijn.”
De Tour de France lag jou. Hoe kwam dat?
Gilbert Desmet: “De Tour sprak me heel erg aan. Meer dan de Giro en de Vuelta. Had ik mij gespecialiseerd in wedstrijden zoals de Vuelta dan had ik die makkelijk kunnen winnen, omdat die minder fel betwist werden. De Tour, dat is 1 euforie. Vanaf het moment dat je er in zit…’t is gelijk kermesse. Als je dan nog eens de gele trui hebt, verveel je je geen minuut in de koers. Maar ik kon daar goed mee om. Als ik bij wijze van spreken om 16 uur aankwam, sliep ik om 17 uur. Zo rustig bleef ik daarbij.”
Wat ontbrak er dan om het podium te behalen of zelfs de Tour te winnen?
Gilbert Desmet: “In 1956 werd ik bij mijn 1e deelname meteen 26e. In mijn beste periode, de jaren ’59, ’60, ’61, ben ik nooit geselecteerd geweest. Ik was misschien iets te egoïstisch. Ik kon mijzelf ook moeilijk wegcijferen voor iemand. Als ik een moment zag om te ontsnappen, deed ik dat ook. Mijn tactiek was om alles te laten gebeuren, dan naar de kop van de koers te rijden en dan proberen te winnen. Bij mijn merkenploegen Groene Leeuw en Carpano mocht ik dat, maar bij de nationale ploeg niet.
(In de periode van Desmet wordt de Tour in landenploegen verreden)
“In 1962 boekte ik met een 4e plaats mijn beste resultaat in de Tour. In ’63 zaten we in Grenoble en stond ik 3e, met nog 2 bergetappes te gaan. ‘s Avonds zaten we in het hotel en kregen we yoghurt als dessert. Heel de ploeg werd ziek door die yoghurt. Hij was over datum. Met als gevolg dat mijn ingewanden helemaal beschimmeld waren. Ik heb de dag nadien nog 60 km proberen te fietsen, maar ik moest uiteindelijk opgeven. Daar heb ik een zekere podiumplek door mijn handen zien glippen. Een andere reden voor het missen van een eindzege is dat ik ook niet vaak heb mogen meedoen in de Tour.”
Je had vroeger een café. Ooit zei je dat je zonder je job als cafébaas meer had kunnen bereiken….
Gilbert Desmet: “Toen ik in 1952 beroepsrenner werd, verdiende ik geen geld. Ik heb 6, 7 jaar zonder maandloon gefietst. Fietsen was gewoon passie. Daardoor had ik natuurlijk een inkomen nodig en dat was het café. Ik durf zeggen dat ik zonder het café een betere coureur was geweest, want dan kon ik alles op mijn trainingen zetten en veel meer trainen. Maar de rode draad door mijn Tourcarrière is eigenlijk pech. Ziek worden of een blessure oplopen in een rittenkoers in aanloop naar de Tour.”
Wie was jouw grootste concurrent in de Tour?
Gilbert Desmet: “Jacques Anquetil! Anquetil was gewoon onklopbaar, een zeer sterke coureur. Federico Bahamontes was misschien een betere klimmer, maar Anquetil was in alles goed. En hij beschikte ook over een goede ploeg. Als je zo’n wielrenner bent en dan nog de beste wielrenners van Frankrijk als ploegmaats hebt, dan zit je goed.”
Hoe groot was de aandacht voor de geletruidrager in jouw tijd?
Gilbert Desmet: “In Frankrijk kreeg ik uiteraard veel aandacht, maar ook in België stond het land op zijn kop. Vooral in onze streek was dat ongelofelijk! Het is wel veel veranderd in vergelijking met toen, die media-aandacht. Nu zie je de gele trui overal op televisie, toen was dat slechts heel sporadisch.”
Het gerucht gaat dat je al je gele truien kwijt was?
Gilbert Desmet: “Ik had veel kameraden en iedereen wou zo’n gele trui hebben. In de winter gebeurde het ook vaak dat ze naar mij kwamen en vroegen of ze 1 van mijn truien mochten lenen, omdat ik toch niet moest koersen… Op een gegeven moment, toen ik niet thuis was, heeft mijn vrouw de truien die ik nog had, meegegeven met een aantal mensen. Dus toen ik terug thuis kwam, had ik geen enkele gele trui meer. Gelukkig heb ik er recent 1’tje teruggekregen van de kinderen van vrienden die de trui heel goed bewaard hadden. Ik was heel tevreden dat ik hem terug had.”
Wat is het grootste verschil tussen de Tour anno 2019 met die in jouw dagen?
Gilbert Desmet: “Eerst en vooral moesten we ons plan trekken om aan voldoende bevoorrading te raken. Nu zitten de wielrenners nooit zonder drank, wij wel. Wij moesten wel eens een café binnenduiken of onze bidon vullen aan een fontein. De renners van nu worden veel meer verzorgd. Ze mogen ook achter de auto’s stayeren. Wij mochten niet achter de auto blijven rijden. Dat zijn grote verschillen. Het is eigenlijk allemaal veranderd. Ook de wegen en het materiaal. Ze rijden nu aan 60 km per uur op mooie wegen en kunnen dan nog een babbeltje slaan. Ook de veiligheid is anders. Wij vielen aan 40 per uur en zij aan 60 per uur. Dat is een groot verschil.”
Zie je een potentiële Belgische Tourwinnaar in het peloton? Of toch iemand die top 10 kan rijden?
Gilbert Desmet: “Wout van Aert misschien. Je weet maar nooit. Hij klimt zeer goed, maar cols zijn natuurlijk een ander paar mouwen. Het is al een groot voordeel als je in ieder geval al de bergskes over kan. Moest ik in zijn plek zijn, ik zou stoppen met veldrijden. Ook al omdat Mathieu van der Poel een stuk behendiger is in het veld dan Wout. En Wout kan het ook op de weg, hij weet wat hij moet doen om goed te rijden. Dan kan hij misschien wel een goeie uitslag rijden in de Tour. Allé, dat is mijn gedacht toch.”
Tekst: Noah Demaret – Fotomateriaal: Stefaan Beel
Meer lezen over de Belgen & de Tour? Koop dan zeker Etappe #07, het jaarlijks historisch magazine van KOERS. Museum van de Wielersport (Roeselare). Te koop in de boekhandel en via de shop van KOERS (www.koersmuseum.be)
1 comment
kan ik nog het wielerboek van gilbert desmet uit lichtervelde ontvangen a.u.b.
graag een gunstig antwoordt a.u.b.