Tim Merlier en Jasper Philipsen moesten het doen voor Team Belgium, maar uiteindelijk was het Yves Lampaert die een medaille pakte voor de Belgen. In zijn zog had Jens Keukeleire graag meegesprongen naar de kopgroep van 13, maar hij miste naar eigen zeggen de boot na een onoplettendheid.
Dat Jens Keukeleire helemaal geen slechte benen had, zegt hij aan de finish van het EK in Alkmaar. “Maar ik heb helaas de hele dag achter de feiten aan gereden”, sakkert de Bruggeling. “Ik was niet mee in de 1e waaier maar had snel door dat we zouden terugkomen. Dat ging ook vlotjes. Het plan met de ploeg was om vanaf 5 ronden van het einde de koers écht hard te maken, maar dan trekken de Italianen plots door en rijdt er 13 man weg.”
Mét Yves Lampaert, maar zonder Keukeleire. “Ik had daar moeten bij zijn”, schuddebolt die laatste. “Zonder Yves erbij was het alle hans aan dek geweest, maar gelukkig was hij wel attent. Ik iets minder moet ik toegeven. Ik had iets meer vooraan moeten zitten op het juiste moment, want we konden daar voorin eigenlijk nog een 2e man gebruiken. Voor mij was het dan over, zeker na die valpartij. Gelukkig hebben we een mooie koers gezien. En gelukkig heeft het niet geregend, want anders was het miserie geweest. Ze hebben hier nochtans andere troeven om een mooi parcours uit te tekenen.”
Knop om
Die medaille had Keukeleire vooraf wel zien aankomen. “We hebben een goeie week achter de rug”, zegt hij. “Rik Verbrugghe heeft hier getoond dat hij de juiste man op de juiste plaats was, want we hebben veel aan tafel gezeten samen en een goeie groep gesmeed. We hadden ook genoeg kwaliteit met deze jongens om ene medaille te ambiëren én dat ook waar te maken. Tegen Viviani spurten is natuurlijk niet evident, maar Yves heeft het – in het verlengde van de hele ploeg – heel goed gedaan. Chapeau!”
Heeft fatale valpartij van Bjorg Lambrecht deze week overschaduwd, wilden we van Keukeleire nog weten. “IK heb het geluk gehad dat ik deze weke niet moest koersen, want dan word je er constant aan herinnerd. IK was thuis bij de kindjes en dan kan je het toch wat beter van je afzetten. Dat heeft me aanvankelijk geholpen om in routine te geraken en de draad weer op te pikken. Eens in Alkmaar – vanaf donderdag – kwam het steeds weer terug en dan moet je voor jezelf proberen om het te plaatsen, want anders kan je geen EK rijden. Het is niet makkelijk, maar je moet verder.”