Hilaire Van der Schueren is blij dat zijn crosssponsor Tormans een deal heeft gesloten met de jeugdploeg van Balen BC en diens voorzitter Jef Robert. De oudste ploegleider van het land – op dat niveau toch – ziet er een enorme meerwaarde in en kijkt al in zijn sportieve glazen bol voor 2020.
De komende jaren zal Hilaire Van der Schueren zonder moeite informatie kunnen opvragen over alle renners – weg en veld – van Balen BC, dat volgend jaar doorgaat onder de naam Tormans-Acrog en Acrog-Tormans. Deze zomer al zette Van der Schueren, in samenwerking met manager Hans van Kasteren, de stap naar het veldrijden door Quinten Hermans en Corné van Kessel onder te brengen in de nieuwe crossploeg Tormans CX, die direct gelinkt is aan Wanty-Gobert(-Tormans). Zo kunnen Hermans en Van Kessel in de zomer van 2020 volop van de weg proeven.
Hermans
De verwachtingen zijn hoog, dat voelen we gewoon aan Van der Schueren zelf. Zonder Hermans bij naam te noemen, flapt hij de naam van de beloftevolle renner uit Tessenderlo er zelf uit. “Met Hermans zetten we komend voorjaar hoog in op de Waalse Pijl. Begin januari ga ik hem opzoeken op oefenkamp om over zijn zomerprogramma te spreken. Het is nog te vroeg om te stellen dat hij komende zomer al sterk genoeg is voor een Tourselectie, maar ik sluit dat niet uit.”
Van der Schueren meent het. “Ik denk er nu al aan om hem mee te nemen naar de Dauphiné, maar uiteraard moeten we afwachten hoe hij zijn 1e voorjaar op de weg verteert op het allerhoogste niveau. Maar rijdt hij de Dauphiné, dan staat de deur voor de Tour de France meteen op een kier. Het is dat of de Ronde van Oostenrijk, die ook in juli wordt verreden. Daar zou hij een goed resultaat kunnen neerzetten, al is dat natuurlijk de Tour niet.”
Steeds vooruit
Van der Schueren mag in januari dan wel 72 worden, hij blaakt nog steeds van ambitie. “We zijn met Wanty-Gobert aan een enorm ambitieus project bezig: we haalden nu al 3 jaar deelname aan de Tour de France binnen en werken nu volop aan het crossproject onder de naam Tormans. We worden elk jaar beter, maar dat kost ook elk jaar meer. De komst van Tormans is belangrijk omdat we zo veldrijders kunnen inzetten die we in de zomer ook kunnen gebruiken op de weg. Tegen het einde van het seizoen willen we er graag nog een crosser bij, en misschien ook wel wat crossende vrouwen. Ik heb al wat namen in mijn hoofd, maar die mensen hebben nog een lopend contract en dat wil ik graag respecteren.”
De continue groei is belangrijk, beklemtoont Van der Schueren nog eens. “We moeten de komende maanden zowel de crossploeg uitbreiden en sterker maken als de wegploeg verbeteren. In dat opzicht hebben we al zeer goeie transfers gedaan, vind ik: de gebroeders Van Poppel, Maurits Lammertink en de Italiaan Simone Petilli, die overkomt van UAE Emirates. Dat was vroeger een hele goeie en ik hoop dat hij dat bij ons opnieuw gaat worden. We zijn onze topklimmer Guillaume Martin kwijt en ik hoop dat hij die plaats waardig gaat invullen. Ook van Mauritske Lammertink, die ik in 2013 gekend heb bij Vacansoleil en waar hij toen een sterke Giro d’Italia reed, wil ik weer een betere coureur maken.”
Met Boy en vooral Danny van Poppel hopen ze bij Wanty-Gobert in 2020 nog meer power te leggen in de sprint. Maar wat met Timothy Dupont? “Ik heb eerlijk en open met Dupont gesproken en hij staat achter onze keuze om er meer sprinters bij te halen. Als Timo er de voorbije jaren niet bij was, hadden we niemand in de sprint – al was er natuurlijk nog wel Andrea asqualon. Het is toch met sprinters dat ploegen als de onze het verschil kunnen maken. Bovendien zal er nu veel druk van zijn schouders vallen. Misschien komt er daarom nog wel een sprinter bij.”