85 koersdagen, waarvan 75 UCI-wedstrijden. Dries De Bondt heeft er een goed gevuld seizoen opzitten met meer koersen dan aanvankelijk gepland en vooral: op een bijzonder constant en hoog niveau. De luxehelper van Mathieu van der Poel won zelfs op de laatste van zijn 85 koersdagen dit seizoen. “Ik ben een coureur met een grotere motor geworden”, klopt De Bondt zich op de borst.
De Bondt reed een heel mooi seizoen. “Dat kan ik niet ontkennen”, lacht hij. “Dat ik het in de Memorial Rik Van Steenbergen afgelopen zondag zo mooi kon beëindigen, maakt het nog een stuk mooier. Ik heb een heel seizoen zeer constant op een hoog niveau gepresteerd. Doorgaans heb je in een jaar wel wat pech, maar ik heb afgelopen seizoen maar 1 keer tegenslag gehad, en dat was in Dwars door Vlaanderen. Een koers die mijn kopman Mathieu van der Poel nota bene won. Ik reed er zelf mijn achterwiel kapot op een cruciaal moment.”
Zijn 3 zeges schieten eruit. “Winnen in Halle-Ingooigem was op zijn eigen manier erg speciaal. Enerzijds omdat het de 2e keer was dat ik er won, anderzijds voor de manier waarop. Ik trok er de sprint aan voor Tim Merlier, dat was de bedoeling. In de slotkilometer zat ik echter op de goeie plaats en het tumult in de finale gecombineerd met het feit dat ik nog veel in de tank had, zorgde ervoor dat ik voorop kon blijven. De Memorial Rik Van Steenbergen is gewoon de kers op de taart. Ook de N8 van Brasschaat zet ik erbij, want ik was er de gedoodverfde favoriet en kon er eigenlijk alleen maar verliezen. Dat ik dan toch kon winnen, betekent toch iets.”
Mathieu
De Bondt was naar Corendon-Circus gegaan met als hoofddoel Mathieu van der Poel bij te staan in de finales – naast het feit dat hij af en toe zelf zijn kans zou kunnen gaan. “Die missie is globaal gezien zeker volbracht. Het klikt tussen ons en we hebben veel aan elkaar gehad. In september won hij met de Tour of Britain zijn 1e rittenkoers op dat niveau en ik heb daar 8 dagen lang toch mijn steentje kunnen bijdragen, denk ik. Mathieu is dus ook zeker gegroeid het voorbije seizoen. Ook in de klassiekers, waar ik hem ook heb kunnen bijstaan, zoals in Dwars door Vlaanderen. Daar heb ik voor hem de finale geopend alvorens ik pech kende.”
“In de Brabantse Pijl was Mathieu favoriet en iedereen zou daar naar hem kijken. Mijn voorjaar was eigenlijk afgelopen, maar de ploeg wilde mij meenemen om mee te gaan in de ontsnapping zodat we de 1e 150 km niet een hele dag achter de feiten aan zouden moeten koersen. Dat was de enige rol die ik er kreeg. Als dat niet lukte, was de missie mislukt. Maar als ze zoiets een 1 iemand moeten vragen, dan is het wel aan mij. Het plan lukte. Zo had de ploeg controle tot het einde en Mathieu heeft het netjes afgemaakt, prachtig.”
Overal ingezet
85 koersdagen heeft De Bondt erop zitten. “Het is meer dan ik vooraf verwacht had, en ook meer dan de ploeg me wilde inzetten, denk ik. De redenen zijn niet zo ver te zoeken. In het voorjaar heb ik een paar rondjes extra gereden. Zo was ik er al vroeg bij in de Ronde van Antalya. Dat was niet gepland, maar ik was al goed in vorm en de ploeg wilde me graag meenemen. Ik doe dat ook graag, dus geen probleem voor mij. Vanaf mei ben ik dan van rittenkoers naar rittenkoers gegaan, met Duinkerke, Luxemburg en de Baloise Belgium Tour. Dan gaat het natuurlijk vooruit.”
“Ik ben in de zomer ook niet op hoogtestage geweest, ben gewoon blijven doorkoersen. Ik ben in competitie gebleven door kermiskoersen te rijden. Wat volgde was dan de Ronde van Wallonië, waar ik 3e werd in het eindklassement. Podium in een rittenkoers was voor mij een nieuwe stap en zoiets motiveert natuurlijk. Dan heb ik Noorwegen en uiteindelijk ook Tour of Britain gereden. Ik ben heel blij dat ik mijn niveau heb kunnen aanhouden. Daardoor heeft de ploeg mij ook nog een aantal keer uitgespeeld in 1-dagskoersen.”
Coureur
2019 mag het beste jaar genoemd worden in de carrière van de 28-jarige Dries De Bondt. “Dat denk ik wel”, bevestigt de Buggenhoutenaar. “Ik heb 2 UCI-koersen gewonnen en reed de voorbije jaren meestal op lager niveau. Dit jaar heb ik heel veel op topniveau gereden en dat maakt winnen een pak lastiger. In 2016 won ik 14 koersen, maar het waren er wel 11 bij de elite zonder contract. Dat kan je niet vergelijken. Dus ja, met voorsprong was dit het beste jaar in mijn carrière. Ik ben een coureur geworden met een grotere motor, dat bewijst vooral mijn podium in een rittenkoers van 5 dagen (TRW, red).”