De 12 koppels die het bij de mannen elite gaan uitvechten op de 79e editie van de Lotto Z6sdaagse Vlaanderen-Gent werden vorige week al voorgesteld. Maar waarom precies deze 24 namen aan de start? En hoe werden de koppels gevormd? Vragen die een antwoord kunnen gebruiken van organisator Christophe Sercu.
Aan een Z6sdaagse gaan meer dan 6 dagen voorbereiding vooraf. “We beginnen elk jaar eigenlijk al meteen na het WK baanwielrennen met de organisatie van onze koers, eind februari dus”, verklapt een tevreden Christophe Sercu. “Dat is behoorlijk vroeg, maar er komt dan ook veel bij kijken. We proberen er een traditie van te maken om dan de kersverse wereldkampioen Ploegkoers vast te leggen voor de Z6sdaagse van Gent en dat moment zien we een beetje als het startschot van onze komende editie. Leuk dus dat Roger Kluge en Theo Reinhardt van de partij zijn.”
Het succes zit hem in er continu mee bezig te zijn. “Ik zie heel vaak renners”, lacht Sercu. “Is het niet op wedstrijden, dan wel in een hotel of bij een andere gelegenheid. Dan pols ik automatisch al eens hoe ze er tegenover zouden staan om naar Gent af te zakken. Wie is bereid te komen, voor wie past het binnen zijn programma,…. Dan krijgen we stilletjes aan een zicht op de deelnemers en gaan we aan de slag om koppels te vormen. We hebben natuurlijk zelf een bepaald idee over hoe we koppels moeten vormen, maar je moet dat altijd doen in overeenstemming met de renners. Het is onmogelijk om bijvoorbeeld 2 renners te laten samen rijden die het niet met elkaar kunnen vinden. Dat werkt gewoon niet. Al moet ik zeggen dat ons voorstel in de overgrote meerderheid van de gevallen nooit een probleem is.”
Spanning
Het doel blijkt altijd om een evenwichtig deelnemersveld samen te stellen om de spanning te bevorderen. “We hanteren al een aantal jaar ietwat dezelfde criteria, dat klopt. Je kan het wiel ook niet blijven uitvinden, hé. Het is belangrijk dat er een soort evenwicht is in het deelnemersveld. Niemand heeft er iets aan dat we de 2 beste coureurs ter wereld samen zetten als die torenhoog boven de rest uitsteken”, verduidelijkt Sercu. “Renners moeten ook bij elkaar passen, er moet een match zijn.”
Bij de Z6sdaagse zijn ze erg tevreden met het deelnemersveld voor deze editie, ook al zijn bijvoorbeeld Elia Viviani, de winnaar van vorig jaar (met Keisse) en de Deen Morkov er niet bij. “Er zijn altijd wel renners voor wie het in hun schema past en anderen bij wie het niet uitkomt. Viviani en Morkov mikken op de Olympische Spelen en eindigden daarom al eerder hun seizoen, daar moeten we respect voor hebben. Wij als organisator moeten trouwens ook keuzes maken, er kunnen maar 24 renners bij zijn. Dit jaar is Cavendish opnieuw van de partij en ook Jan-Willem Van Schip is present. De Nederlander is in korte tijd uitgegroeid tot een absolute topper in de langeafstandsnummers. Afwachten of hij zich op onze kleine baan makkelijk kan aanpassen. Aan de zijde van Yoeri havik moet dat lukken, al blijft het afwachten hoe ze de 1e 2 dagen doorkomen.”
Moreno De Pauw rijdt deze week zijn laatste Z6sdaagse en werd gekoppeld aan Gerben Thijssen. “2 sprinters bijeen, dat moet een goeie klik geven”, denkt Sercu. “Die gasten komen ook goed overeen met elkaar en zagen een duet direct zitten. Ze kunnen iets forceren op de snelle nummers. Ik verwacht er wel wat van, ja. Van het hele event trouwens, want naast de 3 à 4 topteams zijn er ook 3 à 4 zeer goeie duo’s die op papier net onder die toppers zitten. Dan denk ik aan de specialisten Stroetinga en De Vylder, aan Vergaerde en Hesters, en aan een Fabio Van den Bossche die met Marc Hester rijdt. En vergeet niet dat Morgan Kneisky aan de zijde rijdt van de minder bekende Oliver Frederiksen, een zeer groot talent.”