Met 11 koersdagen op de teller valt er nog weinig rekening te maken, maar Aaron Verwilst uit Ruiselede wilde zijn sterke lijn van eind 2019 maar wat graag doortrekken en leek daar ook alles voor in huis te hebben. De start bij de profs was nochtans moeizaam voor de nog steeds maar 22-jarige renner van Sport Vlaanderen-Baloise, maar intussen is hij zijn status dubbel en dik waard. Afspraak vanaf het BK?
“Het gevoel op stage en mijn fysieke testen waren goed, maar voor mijn eerste koersen van het seizoen in Mallorca, eind januari, begin februari, wilden de benen nog niet mee”, grijnst Aaron Verwilst, die aan zijn 3e seizoen bij de profs is begonnen. “Geen idee waar ik de verklaring moet zoeken, wellicht moest ik er wat in komen. In Murcia kon ik bergop al wat langer aanklampen, maar net voor de Ruta del Sol kreeg ik een luchtwegeninfectie. Een serieuze domper. Tegen beter weten in ben ik dan gestart in Kuurne-Brussel-Kuurne en de GP Samyn, om toch iets te maken van mijn seizoensstart.”
“Je bent als Belgische coureur gedreven voor die eerste koersen en dan wil je er alles uithalen, maar het ging blijkbaar gewoon niet voor mij. Telkens moest ik vroegtijdig afstappen. Ik ben daarna weer een week op stage geweest naar Altea en de woensdag voor de Ronde van Drenthe ben ik teruggekeerd. Allemaal voor niets, want vanaf dan werden alle koersen geannuleerd. Jammer, want voor mij begon het pas te tellen vanaf Dwars door Vlaanderen tot en met de Waalse klassiekers.”
Grotere moteur
Verwilst heeft slechts 2 seizoenen bij de beloften gereden, in het shirtje van Lotto Soudal U23. “Ik was blij dat ik na die 2 jaar al prof kon worden bij Sport Vlaanderen-Baloise, maar ik had er wel meer van verwacht”, geeft hij toe. “Het niveauverschil met de beloften was groter dan ik gedacht had, waardoor ik snel weer met de voetjes op de grond stond. Ik kon niet anders dan mezelf wat meer tijd gunnen om mijn draai te vinden bij de profs. Eind 2019 heb ik dan toch kunnen tonen dat ik het verdien om prof te zijn. Dan denk ik vooral aan mijn 5e plaats in Paris-Chauny, waar ik 80 km mee op kop heb gereden. En ook in Parijs-Tours heb ik ondanks een valpartij toch top 20 gereden.”
Verwilst wil niet zeggen dat hij te vroeg prof is geworden. “Mijn 1e seizoen bij de profs, 2018, was echt wel een pechjaar, vind ik. Na de Antwerpse Havenpijl begin augustus moest ik al een punt achter mijn seizoen zetten door bloedarmoede. Je eerste voorjaar bij de profs is heel zwaar en dat najaar had ik eigenlijk echt nodig gehad om sterker te worden. Maar goed, ik heb dan wel een goeie winter kunnen draaien en dat heeft mijn moteur toch wat groter gemaakt. Ik had in 2019 85 koersdagen en was op het einde nog op mijn best, dat zegt toch wel iets.”
Toch nog BK?
Verwilst zou dit voorjaar naast Brabantse Pijl en Amstel Gold Race, die hij in het verleden al reed, nu ook Waalse Pijl en Luik-Bastenaken,-Luik rijden om nog meer ervaring op te doen. “Klopt”, bevestigt hij. “Maar de focus lag normaal wel op de Vlaamse klassiekers, en dat zal de komende jaren in principe ook het geval zijn. Ik hoop nu vooral dat we zo snel mogelijk terug kunnen koersen. Ik ga er vanuit dat we het BK kunnen rijden eind juni, daar focus ik me nu op. En daarna vol gaan in het najaar.”