Of dit het begin is van iets meer, een nieuwe carrière misschien wel, daar durft Kaat Hannes nog geen uitspraken over te doen. Maar een hart voor de jeugd heeft de Belgische kampioene van in Lacs de l’Eau d’Heure alvast wel. Zelf ligt de renster uit Lille momenteel in de lappenmand en dus vervoegde ze het opleidingsteam Doltcini-Corlyp als ploegleidster (ad interim).
Kaat Hannes werkt tijdens de Ardense stage van Doltcini-Corlyp, het opleidingsteam van Doltcini-Van Eyck Sport-Proximus, de ploeg van Marc Bracke, als ploegleidster naast Jasmien De Boeck. “Het gaat hier over een eerste opdracht”, duidt Hannes. “Bedoeling is dat ik de rensters begeleid, wat ervaring opdoe en Jasmien help om alles in goede banen te leiden. Het klopt dat ik heel graag met de jeugd werk en omdat ik zelf nog in het peloton zit, denk ik dat ik jonge rensters extra goed kan sturen. Ik heb toch meer die feeling dan iemand die er al een paar jaar uit is.”
Littekenweefsel
De vraag om dit te doen kwam van Marc Bracke, maar meer dan deze stageweek is er niet besproken. “Het kan best dat ik dit in de toekomst nog zal doen, maar ik heb er nog niet te veel bij stilgestaan”, blijft Hannes wat op de vlakte. “Het is wat afwachten hoe me dit gaat bevallen. En op de toekomst heb ik echt geen zicht. Feit is dat mijn eigen carrière op dit moment (op haar 28e komen Hannes’ topjaren eraan, red) prioriteit blijft. In goede gezondheid was ik nu trouwens zelf op stage geweest met de ploeg in Oostenrijk.”
Het feit dat Hannes haar gedachten even van de wedstrijden kan verzetten, komt er als gevolg van een blessure. “Vorig seizoen kreeg ik last van de liesslagader en dat euvel sleept veel langer aan dan aanvankelijk verwacht. Het is een veel voorkomend issue bij wielrenners, dus in dat opzicht heb ik me daar nooit veel zorgen over gemaakt. Deze winter werd ik geopereerd en zou het moeten opgelost geweest zijn. Ze hebben het opengemaakt en het littekenweefsel er uitgehaald, maar zonder succes.”
Duurtrainingen
“De voorbije maanden heb ik met de vele trainingskilometers gemerkt dat het niet veel beter is”, beseft Hannes. “Tijdens het fietsen heb ik nog erg vaak last van een slapend been en dat vermindert je capaciteiten toch. Ik kan er wel mee fietsen, maar de verzuring slaat veel sneller toe omdat de ader verstopt geraakt. Ik blijf wel duurtrainingen doen, maar voluit fietsen lukt niet. Daarom zet ik het koersen even op een lager pitje.”
De comeback mag zo snel mogelijk volgen. “Iedereen wil snel terug koersen na een blessure, maar ik kan niet anders dan afwachten en het van dag tot dag en van week tot week te bekijken”, klinkt het tot slot.