Je kent het wel, je legt je ‘s avonds neer in bed en het duurt uren eer je de slaap kan vangen. Je partner daarentegen legt zich neer en is al in dromenland vooraleer hij of zij het kussen beroert. Met een fietszadel is het navenant. Sommigen zetten zich neer en trappen probleemloos de kilometers weg, terwijl anderen jarenlang naar een passend zadel zoeken. Zo is de Selle Italia Flite al jaren mijn steun en toeverlaat in goede en kwade dagen. Het zadel past me prima en zelfs ritten tot 200 km werden zonder pijn of opkomende derde ballen verteerd.
Hoe dan ook, toen WielerVerhaal een oproep lanceerde om samen met zadelgoeroe Piet van der Velde te gaan testen, mocht ik niet op het appel ontbreken. Even googelen leert je dat Piet de man is achter het merk ERE Research. Maar nog veel meer dan dat. Hij combineerde fietsen op hoog niveau met studies industrieel ontwerper en toen hij na enkele blessures de helm aan de haak hing, ging hij volop voor een carrière in de industrie. Na enkele omzwervingen, die zelfs tot in de formule 1 leidden, stortte hij zich op zijn passie: fietszadels. De lijst van de merken waarvoor hij gewerkt heeft is schier eindeloos. Of anders gezegd: die man weet waarover hij praat. En nu heeft hij zijn eigen merk: ERE Research.
Geen spartaans comfort
Een blik op de sombere wolken leek de testdag in de war te sturen. Maar het flandriengevoel diep in ons liet niet toe dat we onze kar zouden keren. Van wat regen is nog niemand gesmolten. Met een brede glimlach verwelkomt Piet ons. 1e verrassing: geen mecanicien maar Piet zelf gaat aan de slag. 2e verrassing: niet enkel mijn zadel wordt omgewisseld maar mijn fiets krijgt gelijk nieuwe ERE-wielen en banden. Zelf rijd ik met 28 mm banden op 45 mm hoge carbonwielen. In de toekomst heb ik enkele klimprojecten op de agenda staan en ik wil graag lagere wielen testen. Prompt worden schijven en cassette gewisseld en even later staat mijn Ridley Fenix op 30 mm hoge SL-wielen met eigen ERE-naven.
We doen een rondje van ongeveer 50 km. Het 1e gedeelte stuurt ons langs de Nete. Het geeft me de gelegenheid om rustig het zadel en de wielen aan te voelen. Het ERE Research Genus-zadel weegt slechts 140 gram maar zit toch erg comfortabel. Weinig materiaal vertaalt zich dikwijls in spartaans comfort. Piet heeft al zijn creativiteit aangesproken om dit probleem op te vangen. De korte neus en de uitsparing zorgen voor minder druk op de gevoelige delen. Bijzonder aan het zadel is echter dat je de hardheid kan instellen.
3 standen
Een kleine hendel aan de voorzijde maakt het mogelijk om, zelfs al rijdend, de spanning in 3 standen aan te passen. Voor de rit toont Piet ons hoe je in de verschillende standen meer of minder kracht moet zetten om dezelfde flexie te verkrijgen. Tussen de maximum- en de minimumstand zit een goede 8 kg verschil. En dat voel je. Waar het zadel aanvankelijk erg comfortabel is, voelt het in de maximale stand behoorlijk hard aan. Echter zonder oncomfortabel te zijn. De Flite waar ik normaal mee rijd is ook een hard zadel, dus is de aanpassing voor mij minimaal. Wist je trouwens wie de Flite heeft ontworpen? Inderdaad, ook een mooi werkstukje van Piet.
Kortom, tijdens onze korte testrit heb ik absoluut geen reden om te klagen. Het zadel past me erg goed en ik kijk er dan ook naar uit om er langere tochten mee te rijden. Maar daarover later meer. Toch een laatste opmerking. De prijs! Bijna 300 euro voor een zadel is een hele smak. Waar het zadel zelf volledig weet te overtuigen wordt dit voor velen onder ons een groot struikelblok. Wie echter al jaren op zoek is naar kwaliteit en comfort met daarbij een eigen instelling moet dit zadel toch overwegen.
Wielen en banden
Tijd dus om de wielen en de banden te beoordelen. Het 1e wat me van bij de start opvalt is het hardere afrollen van de ERE-wieltrein tegenover mijn dagelijkse montuur. De Forza RC45 met 28 mm Vittoria Corsa Control filteren de trillingen beter dan de ERE Research Genus SL 30-wielen in combinatie met de Genus CC 28 mm skinwallbanden. Hierbij mogen we zeker niet uit het oog verliezen dat de Corsa’s maximaal 6 bar verdragen terwijl je de Genus minimaal met 7,5 bar oppompt voor een optimaal weggedrag. Bovendien is de band wat lager en minder rond. Volgens Piet vermijdt hij zo dat bij agressief rijden een bredere band op een smalle velg plots gaat rollen.
Op de zijkant van de band zit behoorlijk wat profiel. Waar we tegenwoordig gewoon zijn aan pseudo-slicks koos Piet voor een andere benadering. Alles zit hem in de compound. Met goed samengesteld rubber kom je overal goed weg. Maar het profiel zorgt op minder zuivere wegen voor bijkomende grip. Zeker in bochtjes waar allerlei steentjes en zand voor benarde situaties kunnen zorgen. Op perfect en zuiver asfalt, zoals bijvoorbeeld het circuit van Zolder, zal je met slicks beter gesteld zijn. Maar op gewone wegen moet je toch wat veiligheid inbouwen.
Topgevoel op kasseien
Over steentjes gesproken. Op een stukje onverhard rijd ik over een steen ter grootte van een sabeltijgertand. Enfin, het is toch een scherp steentje dat zich in het loopvlak boort. Met als gevolg een leegloper. Het vervangen van het binnenbandje gaat makkelijk en je hebt geen truken van de foor nodig om alles te monteren. Ook mooi meegenomen. Aan de tubelessversie van deze band wordt, dixit Piet, hard gewerkt.
Door de overvloedige regen verkies ik om de grenzen niet te gaan opzoeken. Ik heb het asfalt al enkele keren van dichtbij gezien en dus hou ik het liever veilig. Onze routeplanner Yves heeft echter in het parcours nog enkele kasseistroken voorzien. En vermits je op kasseien beter voluit kan gaan, leggen we er even de zweep op. Mijn fiets volgt trouw het spoor en ondanks de natte kasseien krijg ik op geen enkel moment het gevoel dat het op het randje is. Behoorlijk indrukwekkend.
Zweeds staal
Het goede stuurgedrag heeft zeker vast ook te maken met de wielen. Voor weightweenies valt het gewicht van iets meer dan 1490 gram tegen, maar Piet van der Velde koos liever voor een stijf en stevig wiel. Verhalen van scheurende of slappe velgen zijn voor een jong bedrijf allesbehalve reclame. Door meer carbon te gebruiken kon hij overigens ook de spaakspanning gevoelig opdrijven. Waar bij veel fabrikanten 800 tot 900 newtonmeter de norm is, zijn de SL30’s op 1.000 tot 1.100 newtonmeter gespaakt. Hierdoor was het gebruik van spaken uit Zweeds staal nodig.
Liever wat extra gewicht dan om de haverklap een gebroken spaak. Op de al vermeldde kasseistroken blijft de hele ondertrein strak in het gelid. Terwijl de klappen toch goed gedempt worden. Daar speelt uiteraard de lagere velghoogte een belangrijke rol. Hoge velgen en kasseien komen nu eenmaal niet goed overeen. De naven lopen als een (die dag afwezig) zonnetje. Beide alu-flenzen worden verbonden door een carbon asdeel voor een stijver geheel. De Japanse Ezo-lagers staan gekend om hun precisie en kwaliteit. Voor mij een erg geslaagd geheel.
Blijven testen
Ook de prijs ligt erg goed. Voor 1.399 euro koop je een erg goed paar wielen die je meteen een goed gevoel geven. Niet de lichtste, dat niet. Maar wel erg goed. Op het einde van onze testrit komt Piet met een 3e verrassing. Nee, niet de koffie en de lekkere pannenkoeken die je op de foto’s ziet. “Laat alles maar op je fiets staan,” zegt hij. “Rijd er nog maar enkele weekjes op zodat je een echt goed beeld krijgt van mijn producten”. Een aanbod dat ik maar al te graag aanneem. Wordt dus vervolgd.
Check alvast ook eens de website van ERE Research!