Naast het ERE Research Genus-zadel dat we vorige keer al onder de loep namen, bekijken we hierbij de wielen van nabij. Ook hier gaat ERE op zoek naar grote inzetbaarheid gecombineerd met betrouwbaarheid – wat uiteraard elke fabrikant beweert. Zelf heb ik ooit wielen gehad die na enkele maanden al scheurtjes vertoonden. Ze werden dadelijk vervangen onder garantie, maar het vertrouwen was danig beschadigd. Wat doet ERE Research dan anders?
Betrouwbaarheid
Bij de bouw van zijn wielen vertrekt Piet Van der Velde van een erg stevig velgbed. Hierdoor kan hij een hogere spaakspanning toepassen. Die loopt zelfs op tot een indrukwekkende 1.100 Nm. “Ik hou zelf van een erg stijf wiel”, legt Van der Velde zijn idee uit. “Maar dit impliceert dan weer dat bijvoorbeeld de spaken en het velgbed op deze spanning berekend moeten zijn. Wat weer een invloed heeft op het gewicht.”
Licht kan je deze ERE Research-wielen inderdaad niet noemen. Maar zwaar ook weer niet. “Uiteraard speelt gewicht een rol. Maar een erg licht wiel bouwen kan iedereen. Een erg sterk wiel bouwen kan iedereen en een erg stijf wiel bouwen kan ook iedereen. Maar om deze 3 factoren te combineren moet je compromissen sluiten en zoeken naar oplossingen. De puzzel moet kloppen. We kennen allemaal DT-Swiss en Sapim. Topkwaliteit, maar dat alleen is jammer genoeg geen garantie voor een goed wiel. Monteer die op een slappe velg en je wiel deugt voor geen meter. Bij mij staan betrouwbaarheid en een goed gevoel hoog bovenaan het lijstje”, stelt Van der Velde met klem.
Bepalende velgrand
Alle wielen zijn disc-only en de naven steeds straight-pull. De binnenbreedte is steeds 19 mm, wat banden tussen 23 en 36 mm toelaat. Best blijf je echter tussen 26 en 30 mm. Je kan de decals van de wielen in 2 verschillende kleuren verkrijgen. Opvallend wit of meer ingetogen zwart. Het aanbod start met de aluminium Explorator-reeks. Ze kosten 399 euro en zijn verkrijgbaar met 30 en 45 mm hoge velgen. Ze ogen goed en op het eerste zicht merk je niet dat het alu-wielen zijn. De wielen zijn behoorlijk stijf. De 30 mm-versie is dankzij de brede velg een goede keuze voor cross- en gravelliefhebbers. Met de 45 mm over kasseien dokkeren is echter geen pretje. Maar van zodra je het asfalt raakt komen de kwaliteiten naar boven. Stijf en snel. Wie het laatste procentje uit de wielen wil kunnen persen kan de lagers upgraden naar Ezo- of zelfs ceramische lagers.
Bij de carbon exemplaren maakt Piet Van der Velde een onderscheid naargelang het gebruik. Ook de velgrand is een bepalende factor. “De velgrand is bepalend voor het comfort en vangt de trillingen op. Met hogere randen kan je dat makkelijk verkrijgen. Maar als je wil vermijden dat de montage van een tubelessband op een gevecht uitdraait, mag je dat idee al dadelijk schrappen”, klinkt het.
Kwalitatief hoogstaande lagers
Voor de aerovorm greep hij terug naar bewezen profielen. Warm water kan je immers maar een keer uitvinden. De reeks start met de Omnia45. Die is, zoals de naam laat vermoeden, een echte allrounder. Comfortabel, toch stijf genoeg en aero dankzij de 45 mm hoge velgen. Bovendien zorgen ze er met een prijs van net geen 1.000 euro voor dat je bankrekening niet helemaal geplunderd wordt. Het prijsverschil zit hem vooral in de spaken en de naaf, maar Piet belooft op zijn communiezieltje dat de kwaliteit behouden blijft.
De CL45 is de competitieversie met een hoge 1.100 Nm spaakspanning. Ze kunnen de jouwe zijn voor 1.399 euro. De velg is een doorontwikkeling en dat scheelt weer wat grammen. De straight pullflenzen worden verbonden door een tussenstuk van carbon. Dat spaart gewicht maar zorgt ook voor meer stijfheid. Terwijl men vroeger door galvanische corrosie gruwde over de verlijming van aluminium en carbon is dit met de nieuwste lijmtechnieken geen probleem meer. Deze wielen rollen steeds op de kwalitatief hoogstaande Ezo-lagers. Maar ook een upgrade naar ceramische lagers hoort tot de mogelijkheden.
Disc-only
Dit alles resulteert in een stijf en toch vrij comfortabel wiel met goede aero-eigenschappen. Waar de CL45 aftopt op 1.760 gram houdt de SL30 het op 1.490 gram. En dat is meteen het wiel met mijn voorkeur. Stijf, comfortabel,absoluut geen last van zijwind en licht genoeg voor lange klauterpartijen. Wat mij erg beviel is de reactiviteit van het wiel. Bovendien voelt het wiel helemaal niet zwaar aan. Elke trap telt en bij snelle richtingwissels sturen wordt de voortrein nooit vaag.
Tenslotte zijn er nog AE60 en de AE00. 2 pure aerowielen die we niet konden testen. De AE60 is 60 mm hoog en de 00 is een vol achterwiel. Het gamma wielen van ERE Research is al behoorlijk uitgebreid. Mooi om weten is dat ze allemaal met de hand gebouwd worden. Nadeel is misschien dat ze alleen disc-only te verkrijgen zijn. Maar dat zou weer ontwikkeling kosten en een zwaardere logistieke kost met zich meebrengen. En je kan je afvragen of het in de huidige en ook nog eens veranderende markt nog loont om op te boksen tegen een gesettelde concurrentie.
Bij de ontwikkeling van de wielen vermeed ERE Research de valkuil van extremen. Ze scoren erg goed op alle vlakken en dat is voor Jan met de pet eigenlijk perfect. Uiteraard bestaan er lichtere, stijvere of stevigere wielen. Maar daarvoor betaal je dan een prijs of boet je in op bepaalde kwaliteiten. In ieder geval konden we deze wielen niet betrappen op fouten en hebben we er met plezier mee gereden. Aan jullie de (uitgebreide) keuze.