Hij mag dan wel in hetzelfde jaar en dezelfde maand geboren zijn als sprinter Jasper Philipsen, het niveau van de etappewinnaar in de Vuelta haalt Alberto Dainese (22) nog lang niet. De Italiaan werd dan wel Europees kampioen bij de beloften in Alkmaar, zomer 2019, de stap naar de profs was niet evident bij Team Sunweb.
Op het Europees kampioenschap voor beloften sprintte Alberto Dainese uit Padova in de zomer van 2019 in het Nederlandse Alkmaar sneller dan onder meer Nils Eekhoff, Gerben Thijssen en Stefan Bissegger en werd zo Europees kampioen op de weg. “1 van de mooiste dagen van mijn leven, ik krijg er nog steeds kippenvel van”, vertelt hij. “Alles ging perfect die dag. We reden als een ploeg en het zo kunnen afmaken in het Italiaanse nationale tricot was fantastisch.”
Factor Philipsen
Dainese staat op zijn 23e nog niet waar andere leeftijdsgenoten en sprinters staan, zoals bijvoorbeeld Jasper Philipsen. Dat heeft een reden die meer dan alleen kan te maken hebben met talent. “Ik ben pas begin 2018 overgestapt van de Italiaanse opleidingsploeg Zalf-Euromobil naar SEG Racing. Dat zijn niveaus die je niet met elkaar kunt vergelijken. Philipsen is 1 van de allerbeste sprinters ter wereld van mijn leeftijd.”
“Hij staat al erg ver en heeft al veel laten zien op het hoogste niveau (met onder meer een ritzege in de Vuelta vorige maand, red). Als ik hem zo bezig zie, dan motiveert mij dat om zelf ook alles uit de kast te halen. Ik ben zelf laat overgestapt naar een professioneel niveau bij de U23 waarop met bijvoorbeeld een powermeter werd getraind. Voor SEG zat ik bij een clubteam in Italië en daar was het allemaal toch veel minder. Die schade moet ik nog deels inhalen.”
Sprinttrein
Ook het voorbije seizoen, zijn debuut bij de profs, verliep op zijn zachtst gezegd niet zo makkelijk. “Het niveau in de WorldTour is véél hoger dan wat ik gewend was”, bekent Dainese. “De ene sprintfinale liep al wat moeilijker dan de andere, maar gelukkig kon ik al vrij vroeg op het seizoen winnen in de Herald Sun Tour in Australië. Dat was emotioneel en die spirit nam ik toch mee voor de rest van het seizoen. Ik had natuurlijk niet verwacht om veel te winnen in mijn 1e jaar en die 2 maanden lockdown in Italië zorgden niet bepaald voor meer verwachtingen.”
In zo’n 1e jaar op het hoogste niveau steek je als jonge knaap wel wat op en dat was voor Dainese niet anders. “We hebben vooral gewerkt aan de aanpassing aan het hogere niveau en het in elkaar steken van de sprinttrein”, duidt hij. “Zoiets vraagt meer tijd en precisie dan je zou denken en is iets dat we meenemen naar de komende jaren. Ik heb ook veel geleerd van Cees Bol, een zeer goeie sprinter met wie ik ook al samen reed bij SEG. Hij is een voorbeeld voor mij.”
Grote ronde
Afgelopen seizoen stond Dainese reserve voor de Vuelta, maar tot een grote ronde kwam het niet. “Ik denk wel dat ik er klaar voor ben en ik hoop dan ook dat ik die kans in 2021 zal krijgen. De Giro d’Italia in eigen land is natuurlijk een droom, maar alle grote rondes zijn zwaar en een meerwaarde. Afzien moet je toch. Maar ik wil komend seizoen graag elke koers proberen winnen die op mijn programma staat, zeker na een jaar als 2020. Met een paar mooie overwinningen zal ik natuurlijk wel tevreden zijn. Daarnaast wil ik het team ook zoveel mogelijk helpen in de vlakke koersen waar ik geen kopman ben of die niet op een sprint zullen uitdraaien.”
Schrijf je in op onze gloednieuwe nieuwsbrief en maak kans op een WielerVerhaal cross-T-shirt!
De winnaars worden bekendgemaakt op 31 december 2020!