Op de voorlaatste dag van de Tour de France 1968 waren nog 3 renners met elkaar in strijd om de eindzege te pakken: de Belgen Herman Vanspringel en Ferdinand Bracke en de Nederlander Jan Janssen. Maar plots reed ene André Poppe in le maillot jaune. Een knecht die de Tour zou winnen, dat kon de Tourdirectie echter niet smaken. En dus werd er ingegrepen.
De Tour de France werd in die tijd nog met landenteams gereden – 11 landen met elk 10 renners – en bij de Belgen was Herman Vanspringel de kopman. Vanspringel reed dat jaar voor de Mann-ploeg en had daar ene André Poppe in dienst. Die zou in de Tour dan ook alles geven voor zijn kopman. Vanspringel deed tot het einde van die Tour mee, en dus leek de etappe van 242 km naar Auxerre op de voorlaatste dag van die Tour zonder belang.
Een groepje van 6 renners reed weg, met daarbij ook de toegewijde Poppe. Ook dat was min of meer logisch, dat leider Vanspringel een luitenant mee het front in stuurde. Maar iedereen was uit het oog verloren dat de kleine Antwerpenaar op ‘slechts’ 12 minuten en 50 seconden van de geletruidrager stond en dat de ontsnapten al zo ver vooruit reden dat Poppe virtueel het geel droeg. Met genoeg voorsprong zou hij zelfs in de slottijdrit in Parijs stand kunnen houden.
Halt!
Dat kon de Tourdirectie niet hebben, dat een zogenaamd nietszeggende Belg de Tour zou winnen. En dus grepen de bazen Félix Lévitan en Jacques Goddet in. Sportief natuurlijk compleet ongeoorloofd, maar ze deden het wel. Lévitan ging naast de ploegleiderswagens en vervolgens naast het peloton rijden om hen erop te duiden hoe eerloos het wel niet zou zijn dat een ‘onbekende knecht’ de Tour zou winnen. Lévitan overtuigde de vluchters ervan om niet meer het beste van zichzelf te geven, in ruil voor mooie criteriumcontracten na afloop van die Tour. Eric Leman won uiteindelijk het spurtje van die kopgroep, nadat het peloton de achterstand tot gewenste proporties had herleid.
Aan de streep werd er niet eens geheimzinnig gedaan over het ingrijpen van de Tourdirectie. “Ik heb zelf nooit gedacht dat ik de Tour zou winnen”, zei Poppe zomaar. “Stel je toch maar eens voor: André Poppe, primus in de Tour! Dat zou toch de mop van de eeuw zijn.” Voor de Belgen werd het een pijnlijk tafereel, want op de slotdag gaf geletruidrager Herman Vanspringel in de tijdrit alsnog de eindzege uit handen. Jan Janssen ging met de hoogste eer naar huis, nadat hij eerder al 3 keer de groene trui had gewonnen in de Tour.
André Poppe won in zijn wielerloopbaan slechts 2 wedstrijden, en dat waren dan nog kermiskoersen. Nadien werd hij frietenbakker. Rijk is hij er dus niet van geworden.
Dit is 1 van de talloze anekdotes uit het boek ‘Van koersen en coureurs‘ van voormalig wielerjournalist Robert Janssens. Het boek is een klepper van 650 pagina’s en verkrijgbaar in onze webshop.
Schrijf je in op onze gloednieuwe nieuwsbrief en maak kans op een WielerVerhaal cross-T-shirt!
De winnaars worden bekendgemaakt op 31 december 2020!