Renners die dankzij een monstervlucht een grote rittenkoers wisten te winnen, ze zijn zeldzaam, maar ze bestaan. Toen Christophe Agnolutto in 1997 ten aanval trok in de Ronde van Zwitserland – de 85e editie start komende zondag 6 juni 2021 – was dat in de 1e plaats om de dagzege te pakken. Achteraf trok Agnolutto ook de leiderstrui aan, maar dat hij die tot in Zürich zou houden, was toch een grote verrassing. Het verhaal van een modale Fransman die 1 week lang klassementsrenner werd.
Het verhaal van Roger Walkowiak is bekend. In de Tour van 1956 sloop hij in de 7e etappe mee met een omvangrijke kopgroep, die zo maar even 18 minuten cadeau kreeg van het peloton. Walkowiak was al wel eens 2e geworden in de Dauphiné en Parijs-Nice, maar de favorieten – onder meer Gaul, Ockers en Bahamontes – lagen niet wakker van de Fransman van Poolse afkomst. Dat zou weldra veranderen, want hij bleef vooraan meestrijden en won uiteindelijk de Tour. Zijn naam werd een begrip. Een ‘Walkowiakje’ doen, zegt men wanneer iemand dankzij een lange vlucht een klassement kan winnen.
Nog bekender is het voorbeeld van Oscar Pereiro Sio. Die was al 2 keer bij de eerste 10 in de Tour de France geëindigd toen hij in 2006 plots een halfuur cadeau kreeg van gele trui Floyd Landis. Hij begon met anderhalve minuut voorsprong aan de Alpen, verloor zijn trui aan de ontketende Amerikaan van Phonak, maar werd na diens positieve dopingplas toch tot winnaar van de Tour uitgeroepen.
11 minuten en 32 seconden
Agnolutto kon zijn huzarenstukje niet realiseren in de Tour, maar de Ronde van Zwitserland is ook niet mis. Zeker niet als je weet dat de toen 27-jarige Fransman amper iets had bereikt in zijn carrière. Net voor de Ronde van Zwitserland was hij nog 52e geëindigd in de Dauphiné – in die tijd kon je beide wedstrijden combineren. Dat was zowat zijn plaats. Toch begon Zwitserland sterk voor hem. In de proloog werd hij knap 9e en een dag later eindigde hij op de 23e plaats.
In de etappe van Basel naar La Chaux-de-Fonds beleefde Agnolutto de dag van zijn toen nog prille carrière. Hij trok ten aanval met Marco Vergnani, Valentino Fois en Max van Heeswijk en kreeg de zegen van het peloton en leider Oscar Camenzind. In het truitje van Casino soleerde hij vervolgens naar de dagzege, pas 11 minuten en 32 seconden later bolde het peloton over de meet.
Jan Ullrich
Een dag later was het aan de favorieten. Jan Ullrich toonde zijn goede vorm richting de Tour en won in Kandersteg. Agnolutto bolde toen als 43e over de meet op ruim 3 minuten. Hij leek een vogel voor de kat. In de tijdrit van 31,5 km verloor hij vervolgens maar 2 minuten op winnaar Serhiy Honchar en een dag later kwam hij zowaar net na Ullrich over de meet. 2 sprintersritten later stond de Fransman bijgevolg nog altijd comfortabel aan de leiding.
Het moest zo stilaan wel gaan gebeuren voor de klassementsrenners. Er was nog maar 1 bergrit over, want in de slotrit stond een vlakke etappe gepland. Camenzind speelde alles of niets, kletste iedereen uit zijn wiel en won solo in Davos. In de achtergrond beperkte Agnolutto de schade tot 2’53. Hij had uiteindelijk zelfs nog 2 minuten over in het klassement op de thuisrijder. Jan Ullrich mocht op ruim 4 minuten mee op het podium. De favorieten hadden zich lelijk mispakt aan de jonge Fransman.
Toch geen eendagsvlieg
Agnolutto leek voorbestemd om 1 van de mooiste eendagsvliegen in het wielrennen te worden, maar dat draaide toch enigszins anders uit. Een jaar later, opnieuw in Zwitserland, zegevierde hij immers in de slotrit van Romandië. Het hoogtepunt kwam 2 jaar later pas, in zijn 1e jaar bij AG2R. In de Touretappe van Tours naar Limoges rondde hij een solo van bijna 130 km succesvol af. Naar eigen zeggen geloofde hij een hele dag in zijn kansen. Hij wachtte zelfs niet op Jacky Durand, nochtans een specialist, die hem wilde vergezellen vooraan. Met zijn haren wapperend in de wind maakte hij het zegegebaar en schonk hij de Fransen de 1e ritzege sinds Durand in 1997.
In 2006 nam Agnolutto afscheid van het wielrennen. Na die Ronde van Zwitserland zou hij nooit nog in de buurt komen van een ereplaats in een dergelijke rittenwedstrijd. Het toont vooral aan hoe speciaal die prestatie in 1997 was. Hoewel de organisatie zo’n onbekende renner destijds niet graag zag winnen, is het een verhaal dat zoveel jaar later des te leuker is om nog eens op te rakelen.