Alec Segaert verloor de sprint voor de winst, maar landgenoot Vlad Van Mechelen won zijn sprint voor plaats 4 wél. De 1e jaars junior uit Leuven zet met deze bevredigende prestatie een punt achter een bijzonder sterk seizoen, waarin hij in de belangrijke koersen doorgaans als snelste 1e jaars van het pak finishte. “Ze gaan volgend jaar allemaal naar mij kijken”, beseft de renner van Team Cannibal.
Ook voor Vlad Van Mechelen was het zondag likkebaarden in de Hel van het Noorden. “Deze Parijs-Roubaix is zonder meer 1 van de zwaarste koersen die ik ooit heb betwist”, trapt de 17-jarige Leuvenaar een open deur in. “Iedereen koerste van meet af aan om voorin te blijven. Dat ging ook mij goed af, zodat ik redelijk veilig in het peloton zat. Bij het opdraaien op de 1e kasseistrook zat ik rond positie 10 en rijden er meteen 5 renners weg. Ik dacht dat ze dat gat wel snel zouden dichtrijden, maar dat gebeurde niet en dus zette ik zelf alle zeilen bij. Er kon niemand volgen in mijn wiel, we waren dus met 6 weg.”
Een groepje dat voorop bleef, al kwam Alec Segaert er nog bij en viel de Fransman Le Huithouze terug. “Van daar af was het nog 80 km, waarbij de Noorse wereldkampioen Hagenes op Carrefour de l’Arbre demarreerde. Er viel een gaatje en ik zag Segaert in mijn wiel komen. Ik ging opzij om hem door te laten en in zijn wiel mee te gaan, maar ik kon het niet houden op de kasseien. Na de kasseien hoopte ik dat hij het gas zou temperen, maar niets was minder waar. Eerlijk, ik heb nog nooit zo afgezien in iemand zijn wiel.”
Sturen
Ook de Noor Stian Fredheim, de latere winnaar, kwam nog terug. “Ik viel helemaal stil en zag die mannen in de achtergrond ook nog terugkeren”, sakkert Van Mechelen. “Na Carrefour was het nog 10 km maar ik zat op mijn tandvlees. Iedereen, denk ik, want toen ik de piste opdraaide, zat er toch niemand in mijn wiel. Toen wist ik dat ik 4e zou worden en daar ben ik oprecht heel blij mee. Het is niet de 1e keer dit seizoen dat ik 4e word en hoewel dat een ondankbare stek is, ben ik hier wel op mijn plaats geëindigd. Ik ben hier op mijn waarde geklopt.”
Parijs-Roubaix is nochtans niet een koers waar Van Mechelen zijn echte kwaliteiten in kan uitspelen. “Maar een goeie junior moet in elke koers zijn plan kunnen trekken en ook resultaat kunnen rijden”, vindt hij. “Roubaix is oorlog, hier moet je goed kunnen sturen. Maar ik heb wel wat ervaring, ondanks mijn leeftijd. Het is niet de 4e plaats te veel, nee.”
image-37191″/>Kampioenschappen
Van Mechelen werd in september inderdaad al 4e op het EK in Trento. “Ik ben het seizoen vroeg begonnen in West-Bohemian. Het is mooi geweest: ik heb de Vredeskoers mogen rijden, een Nations Cup-wedstrijd waarin ik 7e werd in het algemeen klassement, en vervolgens mocht ik naar zowel het EK als WK. Daarin werd ik 4e en 8e, wat voor een 1e jaars toch mooi is. Het resultaat is dat ze volgend seizoen naar mij gaan kijken, vrees ik, want ik ben dit seizoen héél vaak als beste 1e jaars gefinisht”, beseft Van Mechelen.
Hij weet wat hem na de winter te doen staat. “Ik moet volgend jaar het niveau van de Noren proberen halen. Ik moet een goeie winter proberen rijden en dan bevestigen.”