Hoewel EFC-L&R-Vulsteke in Il Piccolo Lombardia vooral Toon Clynhens wilde uitspelen, was het zijn teammaat Siebe Roesems die de beste Belgische performance neerzette in Noord-Italië. De 20-jarige Vlaams-Brabander reed de finale en werd uiteindelijk 5e, al had er misschien wel meer ingezeten. Voor Roesems was het zijn beste koers van het seizoen, samen met La Doyenne van 2 weken geleden. Volgend jaar rijdt hij op continentaal niveau bij Trinity Racing, de ploeg van zijn ‘buurman’ Jürgen Roelandts.
Na een knappe Luik-Bastenaken-Luik waarin Roesems 17e werd, keek hij uit naar de Ronde van Lombardije voor beloften. “Een parcours waar ik wel iets op moest kunnen”, stelt hij. “Ik had veel vertrouwen en voelde me ook goed, wat zich uiteindelijk vertaalde in een goed resultaat. Wie op de Madonna del Ghisallo bovenkwam met de kop van het peloton, die had al het halve werk gedaan. Ik kon aan de voet opdraaien rond positie 50 en kwam boven bij de eerste 20. Op dat moment was mijn koers eigenlijk al geslaagd.”
Maar het beste zou nog komen. “We reden met 10 man weg en ook mijn ploegmaat Toon Clynhens zat erbij”, klinkt het. “Er volgde nog een schifting met eerst 8 man op de finaleklim. Met 6 gaan we naar de meet, maar het splitst nog in 2 groepjes van 3. Jammer genoeg zat ik achteraan. Ik dacht dat ik de sprint van mijn groepje zou winnen, maar helaas. Er had zeker meer ingezeten, want na de Madonna waren er nog 2 klimmetjes. De laatste, Marconaga di Ello, was steil een centrum door en daar zak ik wat weg. We komen nog superdicht maar de samenwerking viel net toen even stil. Het waren maar maar 5 seconden, 50 meter. Maar het is geen schande, denk ik.”
Calpe
Nochtans vertrok Roesems niet met een beschermde rol. “Eigenlijk was Toon onze kopman, want hij is op papier toch veruit de beste klimmer binnen onze ploeg. Op de Madonna del Ghisallo vroeg ik hem daarom nog of hij plannen had, maar toen viel hij bijna en denk ik dat het beste eraf was. Maar ik denk dat niemand verwacht had dat ik er in de finale nog zou bijzitten. Buiten mezelf dan, want hoewel ik er niet uitzie als een klimmer, heb ik bergop wel veel progressie gemaakt. Met dank aan de vele stages in Calpe, waar het toch wel wat kilometers klimmen is. Ik kan wel wat vermogens wegduwen, maar dat komt het beste tot zijn recht als het wat heuvelachtig parcours is, zoals in Lombardije dus. Op de lange cols kon ik tot dit seizoen nog niet mee met de echte klimmers. Dit jaar heb ik bijna alle rittenwedstrijden in het buitenland mogen rijden met de ploeg. Ik ben blij dat zich dat nu ook vertaalt in een resultaat.”
Ligt de Ronde van Lombardije Siebe Roesems beter dan Luik-Bastenaken-Luik? “Ik denk dat beide koersen me goed liggen. In Luik zat ik slecht gepositioneerd op La Redoute, waardoor ik veel energie heb verspeeld om mee te zijn met de koplopers. De klimmetjes van 10 tot 20 minuten liggen me heel goed. Wat ik echter nog mis, is een sprint in een groepje. Daar valt nog winst te rapen. Het zijn echter allebei monumenten bij de profs, dus het is leuk te zien dat net Luik en Lombardije mijn beste koersen van het jaar zijn. Lombardije was dan nog in Flandrienweer, een machtige koers.”
Uitpakken
En het seizoen globaal gezien, hoe was dat? “Ik heb de stappen gezet die ik eigenlijk in coronajaar 2020 had willen zetten”, windt Roesems er geen doekjes om. “Dat was voor iedereen een rotjaar, maar ik merk dat ik toch kleine stapjes blijf zetten. Ik mag zeggen dat ik altijd mijn best heb gedaan en dat ik de selecties van de ploeg altijd waard ben geweest. Er resten nu nog 2 kermiskoersen en dan volgt op 17 oktober nog de UCI-tijdrit Chrono des Nations. Met die individuele tijdrit zet ik dan net als de voorbije 2 jaar een punt achter het seizoen.”
Volgend jaar rijdt Roesems voor Trinity Racing, de Britse ploeg waar de voormalige profs Jürgen Roelandts en Ian Stannard ploegleider zijn. “Het is zeker geen keuze tegen EFC, maar continentaal is toch weer een stapje hoger”, beseft de 2e jaars belofte. “Ik kreeg de kans en mag die niet laten liggen, zeker in het huidige wielrennen waarin renners steeds vroeger prof worden. Jürgen is trouwens een streekgenoot. En zo wisten we dat Trinity wel interesse had in een Belg. De ambities van de ploeg sluiten ook aan bij de mijne, dus het kan een mooi seizoen worden waarin ik al eens zal kunnen proeven van het profniveau. Dan ga ik zeker nog een paar stappen kunnen zetten. Om dan hopelijk in 2023 zwaar uit te pakken.”