Siebe Roesems (22) heeft er geen moeite mee om zich weg te cijferen voor het sprintersgild van Alpecin-Deceuninck in de 5-daagse ZLM Tour in Nederland. In plaats van voor eigen rekening te rijden bij de U23. “Door in dienst te rijden van de grote mannen leer ik het meeste bij en kan ik stap per stap de stiel leren”, zegt de puncher van de opleidingsploeg van de broers Roodhooft.
Hoopvol signaal
Vrijdag mocht Siebe Roesems juichen om de knappe spurtzege van de Italiaan Jakub Mareczko en 3e plaats van Robbe Ghys in de ZLM Tour-etappe naar Buchten. “Ik ben de 1e pion die aan zet is waardoor ik geen deel uitmaak van de lead-out, maar ik lever natuurlijk ook wel mijn bijdrage”, vertelt Roesems. “Het stoort me niet dat ik hier geen persoonlijke ambities kan koesteren. Ik ben blij dat ik kan proeven van het hoogste niveau. Het is een hoopvol signaal dat ik erbij ben. De ploegleiding gelooft in mij.”
“Ik steek nog maar net mijn neus aan het venster in het profpeloton. Elke dag leer ik bij. Ik ben mezelf volop aan het ontdekken. Waar mijn toekomst ligt, kan ik nog niet goed inschatten. Ik ga vlot een bergje over, maar een echte klimmer of ronderenner ben ik niet. Een winnaarstype evenmin. Ik kon wel al enkele mooie resultaten sprokkelen, zoals mijn 5e plaats in de kleine Ronde van Lombardije in 2021.”
Ook als tijdrijder liet Roesems mooie dingen zien. In de Chrono des Nations in het Franse Les Herbiers in 2021 was hij goed voor de 7e plaats. “Ik doe die discipline graag, maar er zijn jammer genoeg niet veel opdrachten tegen de kloké, beseft de belofte. “En het Belgisch kampioenschap in Waregem moest ik laten schieten door mijn deelname aan de Ronde van Bretagne. Op het einde van het seizoen zal ik wel opnieuw aantreden in de Chrono des Nations. De proloog in de ZLM Tour was voor mij iets te kort (6,6 km over vlakke wegen in Zeeland), maar ik ben best wel tevreden met mijn prestatie (53e) omdat ik de gewenste wattages kon trappen.”
Klassement
De overige etappes van de ZLM Tour zijn spek voor de bek van de snelle mannen. Met Mareczko, Ghys en de jonge Jensen Plowright – vorig jaar nog de snelste in de Youngster Coast Challenge in Koksijde – heeft Alpecin-Deceuninck een pak troeven. “Ik geef me voluit voor het collectief”, aldus de zoon van ex-prof Bert. “Mareczko is 1 van de snelste mannen van het peloton, op voorwaarde dat hij onderweg niet te diep in zijn krachtenarsenaal moet tasten. Met Ghys proberen we ook een mooi eindklassement te veroveren. Plowright is eveneens bijzonder snel maar fungeert hier als loods.”
“Op tactisch vlak bekijken we het van rit tot rit. Eerst stellen we ons de vraag of het interessant is om in de vlucht van de dag te zitten. Het punt is dat ze Alpecin-Deceuninck zo goed als niet meer laten wegrijden. We zijn in dit soort koersen ook niet altijd in de positie om alles te controleren. Onze aanpak bestaat er vaak in om met nog 30 km voor de boeg onze troepen te verzamelen zodat de spurttrein goed de laatste 5 km kan ingaan.”
“Ik ben blij dat ik kan deel uitmaken van deze professionele omgeving”, stelt Roesems. “Ik kon bij het continentale Trinity Racing blijven, maar ik was meteen verkocht toen Alpecin-Deceuninck Development Team me een verbintenis van 2 seizoenen aanbood. Door zo’n pittig programma af te werken, blijf ik evolueren. Met een profcontract ben ik nog niet bezig. Als het erin zit, komt het er wel van.”
Zelfvertrouwen
“Ooit zal ik wel eens aan mezelf kunnen denken”, weet Roesems ook wel. “Op termijn heb ik nog een keer een topresultaat nodig voor mijn zelfvertrouwen. Maar alles op zijn tijd. Ik wil geen stappen overslaan, ik besef dat ik nog heel wat te leren heb.”
Koersen met ploegmaagt Mathieu van der Poel deed Roesems nog nooit. “Op stage maakte ik hem al mee. Ik zou niet ‘nee’ zeggen om eens aan zijn zijde te rijden, maar ik maak geen onderscheid tussen renners. Mijn taak bestaat erin om mijn ploeg zo goed mogelijk te helpen.”
“Of het mijn droom is om ooit voor Remco Evenepoel te rijden? Het gegeven dat we goede trainingsmaten zijn, betekent nog niet dat we goede ploeggenoten zouden zijn. (lacht) Het zou matchen, maar ik zou een zodanig niveau moeten halen dat ik pas in zijn team. Op het einde van de dag zou het niet tellen dat Remco en ik goed met elkaar opschieten.”