In badplaats Bredene werd afgelopen weekend geknokt om de Belgische titel Strandracen. Die ging naar Timothy Dupont van Bingoal-Pauwels Sauces-WB, voor onder meer Emiel Vermeulen en Jasper Dejaegher. Op plaats 9 vinden we Klaas Vantornout terug, die op zijn 39e de snelste was van de groep Master 1, de 35- tot 45-jarigen. Daar zat de voormalig Belgisch kampioen veldrijden nochtans niet op te wachten.
Vantornout grijnst als we hem feliciteren met zijn Belgische tricolore. “Kampioen zijn is plezant, maar als je als prof 2 keer Belgisch kampioen bent geworden bij de elite, dan lig je niet wakker van een Belgische titel in het Strandracen bij de Masters. Ik had nog speciaal een vergunning van 3 maanden aangevraagd om als elite zonder contract te kunnen starten, maar blijkbaar telt dat allemaal niet op het strand. Dan had ik evengoed een vergunning voor de Masters kunnen nemen. Vreemde regels. Zelfs een prof van 35 had bij de Masters gereden. Hoe dan ook, het speelt uiteindelijk niet veel rol. Het belangrijkste is dat ik mij geamuseerd heb.” (lacht)
Bij zijn clubje Laeremans Cyclingteam, een amateurploegje uit Diksmuide, zijn ze nochtans een stuk enthousiaster. “Voor die mannen is dat wel tof natuurlijk, en daarom vind ik het ook nog wel iets hebben”, vertelt Vantornout. “Ik ben nu 4 jaar gestopt met mijn profcarrière en ben sindsdien aangesloten bij hen. Zij hebben een mooi uitgebalanceerde structuur, echt chapeau voor hun werking. Van hen heb ik zo ook een uitrusting en materiaal. Geregeld doen we eens een groepstraining in de duinen, altijd plezant.”
Covid-19
Vantornout blijft dus werken aan zijn fysiek, al is het heel wat minder dan vroeger en moest hij een tand bijzetten om effectief aan de start te kunnen staan in Bredene. “Ik fiets nu veel minder dan vroeger”, bekent hij. “Ik doe het enkel nog voor de fun en als het een beetje deftig weer is. Kort na mijn carrière reed ik wel meer strandraces, maar ook dat is al verminderd. Af en toe is het echter nog eens nodig om een doeltje te hebben en dan is zo’n BK wel leuk meegenomen. In november was ik zwaar gevallen en daarna reed ik als aanloop nog De Panne. Maar daar voelde ik me niet te best en een paar dagen later testte ik positief het coronavirus, in de nasleep van de rest van mijn gezin. Dat was allemaal niet zo gezond.”
“Ik voelde het afgelopen weekend eigenlijk nog in mijn lijf zitten, dus ideaal was de voorbereiding zeker niet. Maar ik heb nog altijd een goede basisconditie en kan op zo’n strand natuurlijk veel voordeel halen uit mijn techniek. Ik zat dus nog bij de mooie kopgroep in de finale en moest voor mijn titel afrekenen met Joris Massaer en Pieter Ghyllebert. Massaer traint als een beest en Ghyllebert is een ex-prof die nog altijd heel hard kan fietsen. Het was dus ook geen cadeau. Maar ik kon meedoen met de rest en dan komen de resultaten vanzelf. Het was mijn 1e BK Strandrace, dus ik ben content.”
Figuren
De voorbije 3 weken zette Vantornout zichzelf weer op scherp met 5 fietstrainingen per week. “Het is toch een hoog niveau dat er vooraan wordt gereden, dus dat gaat niet vanzelf”, beseft de West-Vlaming, die doorgaans zo’n 3 keer per week in het zadel kruipt. “Maar ik heb dit jaar nog geen 10.000 km gefietst. Het gebeurt heel zelden dat ik nog 4 uur of meer op de fiets kruip. Mijn concurrenten op het BK trainen allemaal 3 keer zoveel als mezelf.”
Zou Vantornout graag prof zijn tussen de huidige generatie veldrijders. “Dat heb je gelukkig niet zelf te kiezen”, blaast hij lettelrijk. “Ik denk het niet. Mijn generatie Vervecken, Nys, Albert, Wellens en noem maar op was misschien wel de populairste aller tijden. Er was heel veel animo, wat je nu toch was mist, en het niveau was toen ook best goed. Maar als Van Aert, Van der Poel en Pidcock erbij komen, spreken we van een andere wereld. Die kalibers had ik in mijn tijd niet. Gelukkig, want anders zou ik zelf ook voor de ereplaatsen hebben moeten rijden. De sport leeft van de grote figuren en dat is natuurlijk wel mooi. Je merkt dat het dan weer begint te leven. Maar de anderen doen ook hun best, ze rijden ook heel snel, daar ben ik van overtuigd. Ook chapeau voor hen. In ieder geval probeer ik nog altijd elke tv-cross mee te pikken.”
Ontdek de WielerVerhaal Podcasts!