Een zomer om snel te vergeten had Jens Dalle achter de rug toen hij er vervolgens wel een goeie winter op het strand aan breide en zich ook tot Belgisch kampioen kroonde in die discipline. In 2022 wordt de 18-jarige renner uit Kaaskerke, bij het West-Vlaamse Veurne, 1e jaars belofte bij Dovy Keukens-FCC, een clubteam. “Ik wil vooral leren van de ervaren jongens”, vertelt hij.
Waarom stopte je bij de aspiranten met crossen, Jens?
Jens Dalle: “Omdat je toen met je vergunning maximum 25 wedstrijden per jaar kon rijden. Ik reed ook heel graag op de weg, maar crossen deed ik ook heel erg graag. Ik besloot om van elk de helft te gaan doen. En in plaats van te crossen ben ik dan beginnen strandracen, dan kon ik ook heel het wegseizoen rijden.”
Wat vind je zo leuk aan strandracen?
Jens Dalle: “Ik vind eigenlijk alles leuk aan strandracen: de parcoursen, de vele wind, technische zandstroken of andere technische stukken, in de duinen fietsen en hard rechtdoor rijden puur op wattages. Alles samen maakt het een prachtige sport die jaar na jaar meer aandacht krijgt. Het fantastische aan de strandracen is dat de besten altijd vooraan rijden en wie niet sterk genoeg is gewoon niet mee is. Je kan amper profiteren van een ander, het is ieder voor zichzelf. Als je niet sterk genoeg bent, doe je niet mee voor de prijzen. Op de weg is dat anders. In de koers wint de beste meestal niet maar de slimste wel. Dat vind ik zo jammer. Heel de koers wachten en wieltjeszuigen is vervelend en saai, maar als je dan koers maakt, loop je met je kop tegen de muur en profiteren ze van je. In strandraces lukt dat niet. Ook is het zo goed als de hele wedstrijd op en over je limiet rijden, net een beetje als crossen maar dan nog iets langer. We rijden ongeveer van 1u15 tot 2u30, afhankelijk van parcours, afstand en weersomstandigheden.”
Hoe blik je terug op je winter?
Jens Dalle: “Globaal gezien ben ik zeer tevreden. Jammer genoeg heb ik de eerste 4 wedstrijden moeten missen door een coronabesmetting. Ik was 3 weken lang positief en heb 2 weken niet mogen trainen en vervolgens pas rustig opbouwen. De 1e week na dat de besmetting was het meteen Belgisch kampioenschap in Bredene en die kon ik meteen winnen, wat een hele opluchting was. Daarna werd ik nog 7e algemeen in Koksijde en 21e algemeen en 3e belofte in Zeebrugge. Ik had die week de maandag nog 2 tanden laten trekken. Die zaten in mijn gehemelte, dus dat was een vervelende operatie. Ik kon de hele week met moeite eten en ook was ik nog niet volledig hersteld van corona, maar het kan natuurlijk ook niet altijd top zijn. Daarna werd ik algemeen 6e in Middelkerke in een sterk bezet deelnemersveld. Jammer genoeg zijn er ook wedstrijden van de kalender gevallen in Nederland. Maar zoals gezegd kan ik tevreden terugblikken op dit strandseizoen, want ik heb veel bijgeleerd. Komende zondag is de laatste wedstrijd in Bredene, een duorace.”
Was die Belgische titel de kers op de taart?
Jens Dalle: “De Belgische titel was heel erg mooi en iets waar ik al heel lang over droomde. Na alle ellende deed die 3-kleur heel veel deugd. Ik was ongelooflijk fier deze titel te kunnen bemachtigen. Het was echter niet de kers op de taart, hoe vreemd dat ook mag klinken. Ik had immers graag nog een wedstrijd kunnen winnen in de algemene uitslag. Dat is niet gelukt maar ik heb me wel kunnen tonen en heb mooie uitslagen kunnen rijden.”
Hoe blik je terug op je wegseizoen?
Jens Dalle: “Mijn wegseizoen was helemaal niet wat ik gehoopt en verwacht had. In het begin was ik op de sukkel met mijn fietspositie, maar kwam uiteindelijk goed op gang en begon enkele goeie wedstrijden te rijden en won dan ook 1 koers. Ik begon net in vorm te komen. Tot ik in een wedstrijd van de Beker van België betrokken was in een zware valpartij, mijn fietskader was los in 2 en al de rest van het materiaal was ook kapot. Ik had veel schaafwonden, een barstje in de pols en een enorme zwelling op mijn knie. Een week later was er koers in Gistel, weliswaar een interclub. Na 2 km weer een zware valpartij aan 60 km/u. Opnieuw mijn fietskader gebroken en al de rest van het materiaal ook voor de vuilbak, weer schaafwonden en deze keer nog meer dan de week ervoor. Ik had letterlijk overal schaafwonden en een gekneusde pink. Ik kon mezelf niet eens afdrogen na een douche. Een maand heb ik dan niet mogen en kunnen trainen. pas na 2 maanden kon ik opnieuw de koers hervatten, maar het liep voor geen meter meer. Ik heb dit seizoen nog geen 15 koersen gereden, een grote ontgoocheling.”
Straks word je belofte. Bij welke ploeg ga je rijden en wat verwacht je ervan?
Jens Dalle: “Ik ben zeer tevreden met mijn transfer naar DovyKeukens-FCC. Evenwel ga ik dit seizoen niet te veel verwachten van mezelf, want ik moet tegen jongens rijden die al tot 3 of 4 jaar ouder zijn. Ik zou vooral graag veel bijleren en denk dat ik daarvoor in de ideale ploeg terechtkom. Hier kan en mag iedereen zijn kans gaan. Er rijden ook elites in de ploeg met redelijk wat ervaring, dat is zeker een pluspunt. Dit seizoen wordt wennen en leren.”
Waar liggen je ambities op langere termijn?
Jens Dalle: “Ik wil graag profwielrenner worden, hetzij op de weg of in een andere discipline. We zullen zien wat de toekomst brengt. Maar het doel, de ambitie en de droom is om prof te worden. Ik zal er zeker alles voor doen, we zullen zien waar het schip strandt.”