De 36-jarige Kim Knaeps hockeyde jarenlang op hoog niveau in België, tot 2 pijnlijke knieën haar tot stoppen dwongen. Het competitiebeest in Knaeps weigerde zich echter neer te leggen bij een leven zonder topsport en dus stapte ze als compensatie op de fiets. De liefde voor de stiel bleek wederzijds en werd zo groot dat ze middels een heuse talentenjacht in het diepe sprong. “Het is voor mij een uit de hand gelopen hobby.”
Stop nooit met dromen
Het verhaal van Kim Knaeps leent zich uitermate voor wie nooit wil of kan stoppen met dromen. Ook niet op latere leeftijd. “Toen alles stil lag door de coronapandemie ben ik begonnen met fietsen”, vertelt ze. “Al snel kreeg ik de smaak te pakken. Halsoverkop heb ik toen besloten om me op te geven voor Koers zoekt vrouw, een talentenjacht georganiseerd door het Starcasino CX-team. Uiteindelijk behoorde ik tot de 50 beste vrouwen en mocht ik me opmaken voor een testdag in Gent.”
Hoewel Knaeps die dag niet als winnares afsloot, was ze zelf aangenaam verrast. “Ik nam het die dag op tegen meisjes die al vele jaren op de fiets zaten. Voor mij was écht alles nieuw. Het kwam voor mij vrij onverwacht dat ik zó goed presteerde, maar ik had de smaak te pakken.”
Competitiebeest
Haar verbazing zette Knaeps direct om in daden. Het competitiebeest in haar voelde terug de drang die ze miste, nadat ze noodgedwongen was gestopt met hockeyen bij KMTHC uit Hombeek. Na de testdag nam ze contact op met een trainer met de vraag of ze niet ergens kon gaan koersen. Diezelfde trainer, Jo Cooman, nam contact op met Luc Steenackers van Cycling Team Belco-Van Eyck (Sprinters Malderen) en daar kon ze direct aansluiten. “Op 8 mei reed ik met de GP Eco-Struct (UCI 1.2) mijn 1e koers, direct tussen de profs. Het Belgisch kampioenschap in juni was de 1e grote wedstrijd die ik uitreed. Toen het wegseizoen ten einde was, ben ik begonnen met crossen.”
Waar ze begon als recreante stond Knaeps ook daar binnen luttele tijd tussen de profs. “Samen met mijn vriend Laurens Christiaens fietste ik elke week competitie op recreatief niveau”, geeft ze aan. En niet zonder succes, zo blijkt. “In die competitie mag ik sinds kort de Belgische tricolore dragen, als kampioen van WielerVrienden Zennevallei.”
De Vlaamse boekt ook in de cross enorme progressie. “Op 1 januari stond ik aan de start in Baal, gevolgd door Gullegem en het Belgisch kampioenschap, 3 crossen in 1 week tijd. In de cross kijk ik op naar vrouwen als Vos en Brand, die ondanks hun hogere leeftijd nog altijd op topniveau presteren.”
Progressie
Toch is Knaeps er nog niet uit wat ze nu leuker vindt. “Ik vind crossen momenteel echt heel erg tof om doen. Het leuke daarvan is dat ik niet in een compact peloton moet rijden aan een hoge snelheid. Ik ben echt nog zoekende wat dat betreft, maar vind het rijden op de weg ook geweldig. Het is voor mij een uit de hand gelopen hobby, waarvan ik merk dat ik echt progressie boek.”
Het is niet vanzelfsprekend om als 36-jarige nog enorm veel vooruitgang te maken. Toch voelt Knaeps dat er nog veel marge zit in haar mogelijkheden. “Ik merk echt nog altijd dat ik vooruit ga, natuurlijk in het begin wat meer dan nu, maar dat is normaal. Ik ga door tot ik op mijn hoogtepunt zit, binnen mijn eigen capaciteiten. Ik ben natuurlijk geen 20 jaar meer, maar ik ga eruit halen wat er in zit en probeer alle kansen te grijpen.”
Kinesiste
Hoewel ze serieus bezig is met wielrennen kan Knaeps zich niet volledig storten op het vak. Ze is allereerst moeder van zoontje Loïc en ook nog actief als kinesiste. Ze ziet zichzelf dan ook niet als professioneel coureur. “Fietsen is 1 van mijn prioriteiten. Ik probeer elke dag te trainen aan de hand van mijn schema’s, maar ik heb gewoon werk en mijn zoontje van 5. Dat gaat altijd nog voor. Logisch.”
Het co-ouderschap over haar zoontje Loïc en haar deeltijdse baan als kinesiste zorgen ervoor dat Knaeps het momenteel allemaal goed kan combineren. Toch weet ze niet wat de toekomst brengt, al schroomt ze niet om haar doelen te bespreken voor het aankomende seizoen. “Ik zou graag zoveel mogelijk grote koersen willen uitrijden, de koersen met de profs. In de kermiskoersen streef ik er naar om structureel bij de beste 20 te rijden. Ik weet niet of dat te ambitieus is, maar ik het toch te proberen. We zien wel waar we uitkomen!”