Het Nederlands kampioenschap Tegenwindfietsen werd afgelopen weekend weer gereden. Hoe komen ze erop? Hoewel, wie al eens tegen de wind in de Oosterscheldekering is overgereden, weet dat dat best een stevig robbertje tegen de wind vechten kan zijn. Sinds enkele jaren slaan enkele gekke Zeeuwen de handen in elkaar en organiseren zij 1 van de ludiekste wedstrijden van het jaar. Hun motto maakt veel duidelijk ‘We kriehen sturm’.
Zaterdag 5 februari 2022. De dag voor het NK rijden we een rondje Zeeland. Wanneer we aan de Oosterscheldekering komen, zien we een hele hoop fietsen keurig bij elkaar staan naast een startpodium. Verrek ja, morgen gaat hier het NK Tegenwindfietsen door. We hadden het in een ooghoek zien voorbijkomen, maar er verder geen aandacht aan geschonken. Vorige jaren strooide het coronavirus danig roet in het eten en moest de organisatie het evenement telkens weer annuleren. Maar nu gaat het wel door!
Het opzet is eenvoudig. Men neme een fiets, voeg daar een stuk weg aan toe en overgiet het met een sausje met erg veel wind. Fun en afzien tegelijk, dat kan niet misgaan. Om alles zo vlot mogelijk georganiseerd te krijgen, is het aantal deelnemers beperkt tot 300. 200 plaatsen worden voorbehouden voor individuele deelnemers en de rest is voor teams van maximaal 4 renners. De deelnemers vertrekken met een tussentijd van 40 seconden. Aan het einde van de 8,5 km lange calvarietocht staat een lekker warme bus die de deelnemers weer naar de start brengt.
Matsen
Voor de fiets zijn er wel beperkingen. Dat moet namelijk een stadsfiets zijn en die mag maar 1 versnelling hebben. Zo’n Gazelle van vroeger dus, ideaal. Maar wanneer je in de winkel even in de etalage kijkt, moet je al je best doen om er eentje te vinden die geen X-tig versnellingen heeft. Daarom heeft de organisatie een heleboel fietsen in de verhuur. Maar je eigen mooie Gazelle met 1 versnelling mag altijd.
Je rijdt de Oosterscheldekering af van Schouwen-Duiveland naar Noord-Beveland, in zuidelijke richting. Er heerst in dit gedeelte van Nederland een eigenaardig weerfenomeen: er is altijd wind. En in de winter dus stevige wind. De organisatoren hopen elk jaar dat de weergoden hen goedgezind zijn en voor heel veel wind zorgen. Hun gebeden werden andermaal gehoord. Windkracht 7 werd beloofd, tot windkracht 9 hebben ze gekregen. In gewone mensentaal betekent dit dat de wind 45 à 50 km/u haalde en pieken tot dik 80 km/u kende. Yes, tegen de wind in. Deze editie was er wel ene voor watjes. In Zeeland noemen ze dat ‘matsen’. In de realiteit betekent dit dat bij deze ‘matserseditie’ de finish anderhalve meter vroeger lag. Op het traject lag ook een ‘tegenwind-mee bocht’. Gewoon effe 5 meter terugdraaien zodat je even de wind in de rug hebt. En dan weer vol in het snoetje.
Die zaterdag schijnt het zonnetje, maar de wind is wel van de partij. Schuin rechts staat hij. We zetten aan. Eerst gaat het nog vlot, dan zorgen de 1e betonnen constructies aan de zijde van de weg voor turbulenties. Even geen wind en dan weer aan volle kracht. We zetten door en hebben het gevoel dat we aan dik 10% een berg opfietsen. De dikke banden van onze gravelfiets pakken veel wind, we moeten alle zeilen bijzetten om een fatsoenlijk rechte lijn te rijden. Op een bepaald moment valt de wind haast helemaal weg. Om dan in alle hevigheid op onze zijkant in te beuken. We verliezen bijna het evenwicht en klikken snel uit maar redden het nog net. Net voor de finish halen enkele jongens op een racefiets ons in. Ze draaien om en keren op hun stappen terug. De bolle wangen van het puffen en de brede grijns op hun gezicht maken veel duidelijk. Afzien, maar fun.
Zeiknat
Zondag 6 februari. De mooie rij fietsen zijn als een domino tegen de grond gegaan. Van het lekkere zonnetje van daags voordien is niets meer te bespeuren. Wolken en regen en een nog sterkere wind vormen de ideale ingrediënten voor een memorabele editie van het NK Tegenwindfietsen.
Om 8 uur ‘s ochtends gaan de 1e deelnemers al op pad. Terwijl Jan met de Pet naar buiten kijkt en zich afvraagt of die broodjes wel moeten, trapt een iets te gekke fietser dwars door de gierende wind voor zijn leven. Wat later komt de regen het nog wat lastiger maken. En een korreltje hagel mag ook niet ontbreken. Maar helemaal te gek wordt het wanneer een kleine wolkbreuk zijn duivels ontbindt. Er wordt meer gestapt dan gereden. De wind staat op zijn sterkst en duwt de regen dwars door een hele rits ‘best geteste’ regenjasjes.
Zeiknat komen de deelnemers aan. Helpende handen nemen de fiets over. Met een goodiebag in de handen wordt een laatste spurtje naar de bus ingezet. Wat een pokkeweer. Deelnemer Edwin van Gaalen woont op een steenworp van de finish. “Ach wat, een beetje gek zijn, helpt”, lacht hij. “In de zomer is het hier mooi, maar als het in de winter stormt, is het geweldig”, glundert hij.
Jurjun en Lisa
Plots is de regenbui weg. En draait de wind! Wat is dat? De laatste teams krijgen zowaar een duwtje in de rug. “Dat was makkelijk”, giert 1 van de deelnemers. “Ik wil gerust nog wel een keer.” Ondertussen zijn de spandoeken aan de finish zowat aan flarden geblazen. Iedereen haast zich de bus in en droomt van warme chocomelk.
Bij de mannen is Jurjun van der Velde het snelst in een tijd van 20 minuten en 23 seconden. en gaat zo met 27 seconden de winnaar van de vorige 2 edities, Max de Jong, vooraf. 3e wordt Marnix Scheelde in een tijd van 22 minuten en 35 seconden.
Lisa Scheenaard is de snelste vrouw in een erg sterke 22 minuten en 53 seconden. Anneloes Hoff volgt met 27 minuten en 18 seconden op geruime afstand en blijft daarbij Dieke Hendriks (27 minuten en 44 seconden) nog net voor. De traagste deelnemers doen er bijna een uur over.
Wie gaat er volgend jaar mee?