Op de ploegvoorstelling van Multum Accountants Ladies CT in Zottegem spotten we Elisa Serné. De pas 19-jarige Nederlandse nieuwkomer bij het Wetterse vrouwenteam maakte ooit indruk tijdens het klimcriterium in Ulestraten. Ze combineert haar prille koersjaren met studeren. “Het was voor mij essentieel om een stap hogerop te zetten”, beklemtoont ze.
Hekel aan fietsen
Allereerst stelt Elisa Serné zich voor als een enthousiaste wielrenster uit het (Nederlands-) Brabantse Breda, een middelgrote stad op een steenworp afstand van de Belgische grens. Toch was het lang niet evident dat ze ooit in het wielrennen zou geraken. Als jong meisje speelde ze voetbal tussen oudere kinderen, maar een knieblessure gooide roet in het eten. “Toen heb ik een aantal jaren niets gedaan. Enorm frustrerend want ik kon mijn energie gewoonweg niet kwijt. Uiteindelijk besloot ik dat gekke wielrennen maar een kans te geven.”
“Ik ben pas relatief laat begonnen voor een wielrenster”, vervolgt ze. “Heel veel andere dingen mocht ik door mijn knie ook niet doen. Geen hockey, geen basketbal. Dat laatste is door mijn geringe lengte (1m66) ook niet echt evident”, gniffelt ze. “Fietsen mocht we. En hoewel ik altijd een gruwelijke hekel had aan het naar school fietsen, dacht ik op een gegeven moment: ‘weet je, dat wielrennen is toch wel iets meer dan alleen hard fietsen, ik ga het gewoon proberen’. Toen ben ik naar een lokale wielerclub gestapt (WV Breda, red). Eenmaal op een fiets was ik meteen verkocht.”
Fanatiekeling
“Mijn 1e jaar voelde ik me een enthousiaste fanatiekeling, die niet precies wist wat ze moest doen en daardoor ook veel fout gepositioneerd zat, achter valpartijen bijvoorbeeld. Daardoor lag ik er zelf ook vaak bij. Zodra ik junior werd begon ik op mijn fiets te blijven zitten en dat is toch wel belangrijk bij het wielrennen. Vanaf dan maakte ik flinke stappen omhoog, hoewel het er lang niet bij alle koersen uitkwam. Tot op mijn eerste NK bij de junioren, daar viel het op zijn plek en heb ik een grote stap gezet.”
Haar transfer naar Multum Accountants betekent voor Serné haar 1e seizoen op UCI-niveau. Afgelopen jaar reed ze voor Restore Cycling, een Nederlands clubteam. Elisa Serné combineert haar koersleven met een leven als studente. Ze studeert namelijk Bestuurskunde aan de Tilburg University, iets dat haar goed afgaat. “Het voordeel van de universiteit is dat je thuis heel veel zelf moet doen, dus ik kan mijn dagen zelf inplannen, zeker rondom trainingen. Dat geeft heel veel mogelijkheden. Doordat ik nog thuis woon, bespaar ik een hoop tijd”, lacht ze. “Mijn moeder verzorgt mijn was en kookt.”
Ulestraten
Hoewel de pandemie het aantal mogelijkheden tot koersen bemoeilijkte, was het voor de jonge Nederlandse essentieel om de stap naar een hoger niveau te zetten. “Net vóór het uitbreken van de coronacrisis werd ik belofte, dus kwam ik in de belofte/elite-categorie te rijden. Toen hebben we heel weinig wedstrijden gehad. Ik moest wel een stap maken om mezelf te blijven ontwikkelen, om een fatsoenlijk wedstrijdprogramma te kunnen blijven rijden. De afgelopen 2 jaar had ik dan wel progressie geboekt, onder meer door met trainingsschema’s te gaan trainen, maar koersen om mezelf te laten zien zat er niet echt in.”
“Afgelopen zomer wees een trainingsmaatje mij op deze ploeg”, gaat Serné verder. “Zij kende Multum Accountants en vroeg zich af of dat geen leuke ploeg was voor mij. Daarop ben ik ze gaan volgen, heb ik ze een beetje in de gaten gehouden. Op Instagram spraken de afbeeldingen van het lekkere eten vooral aan”, lacht ze nog maar eens, om zonder gekheid te vervolgen: “Vrij laat pas heb ik contact opgenomen met Jos Coolens. Ik heb een mail gestuurd met een aantal resultaten, waaronder mijn prestatie als 1e jaars belofte in het klimcriterium van Ulestraten (een hoog aangeschreven beloftenwedstrijd in Nederlands-Limburg, red). Dat resultaat was voor hen een doorslaggevende factor. In die koers was ik overigens samen met Mareille Meijering, toevallig mijn huidige ploeggenote, samen naar de kopgroep gereden. Heel leuk om dan 2 jaar later bij elkaar in de ploeg te zitten.”
Onbevangen
“Ik weet nog niet exact wat de ploeg van mij gaat verwachten dit seizoen”, geeft Serné aan. “Ik ben nog jong en koers nog altijd met een zekere onbevangenheid. Uiteindelijk verwacht ik waarschijnlijk het meest van mezelf. Ik wil gewoon het maximale uit mijn mogelijkheden halen, elke koers weer, en zoveel mogelijk werk verrichten voor de ploeg.”
“Ik vind het lastig om te zeggen of ik al kan winnen, of ik bijvoorbeeld al resultaten kan boeken. Afgelopen jaar wist ik al eens te zegevieren in wat kleinere, regionale koersen. Wat dat betreft liggen er wederom kansen. In de 1.2-koersen hopen we als ploeg alvast wat mooie resultaten neer te zetten. Ik denk dat dit ook wel realistisch is. Verder denk ik dat we vooral attractief gaan koersen en ons moeten laten zien, de sponsor tonen. We gaan de mensen het plezier van wielrennen laten ervaren.”