De pas 15-jarige Auke De Buysser sprintte zondag overtuigend naar de winst in Gent-Wevelgem U17. De afgelopen jaren maakte ze als aspirante al regelmatig indruk door tussen de jongens te zegevieren. Ook grossiert ze in kampioenstruien en heeft ze een vrij unieke binding met haar dorpsgenoot Bjorg Lambrecht. “Na zijn dood ben ik gaan koersen met een sticker van hem op mijn frame.”

Gent-Wevelgem
In de sprint van een compact peloton stak Auke De Buysser er met kop en schouders bovenuit in de straten van Boezinge, een deelgemeente van Ieper. Ze werd daarmee de opvolgster van niemand minder dan Zoe Backstedt, de laatste winnares U17 in Gent-Wevelgem (2019) en de regerende wereldkampioene op de weg én in het veld. “Ik had niet direct verwacht dat ik afgelopen weekend al Gent-Wevelgem kon winnen”, vertelt de pas 15-jarige Knesselaarse. “Het was pas mijn 2e wedstrijd bij de meisjes nieuwelingen.”
Die bescheidenheid siert haar, maar neemt niet weg dat ze momenteel 2 op 2 pakt. De week voordien won ze namelijk ook haar 1e wedstrijd in Klein-Sinaai. Ook in een sprint. Iets dat ze dan ook goed kan. “Normaal ben ik goed in sprinten, al kan ik eveneens op een zwaarder parcours uit de voeten”, geeft ze aan. Zo goed dat sprinten en koersen gaat, zo veel marge is er nog op gebied van interviews geven. Maar dat is eerder normaal dan uitzondering.
#forbjorg
De geboren Tieltse woont tegenwoordig in Knesselare, eveneens het dorp van wijlen Bjorg Lambrecht. Lambrecht was én is het grote idool van De Buysser. Ze gebruikt tot op de dag van vandaag de hashtag ‘forbjorg’ op haar social media ter nagedachtenis aan de veel te vroeg overleden renner van Lotto Soudal. “Bjorg is mijn idool, we woonden beiden in Knesselare en ik zag hem daar geregeld. Echt een heel vriendelijke jongen, ook al spraken we elkaar niet persoonlijk. Na zijn dood ben ik gaan koersen met een sticker van hem op mijn frame.”
Zelf begon De Buysser op haar 8e met wielrennen. Ze werd gesponsord door haar oom – Dakwerken De Buysser – en reed in zelf ontworpen kleding. Ze maakte direct en overal indruk. “Ik begon met het winnen van een aantal wedstrijden en dat vond ik leuk. De jaren daarna bleef ik winnen, ook tussen de jongens.”
Veelvraat
Pas in haar 1e jaar bij de aspiranten reed ze voor een ploeg, namelijk het Zannata Galloo Team. Ze wist zich dat jaar te kronen tot provinciaal- én nationaal kampioene. Na dat jaar stapte ze over naar het Avia-Rudyco Cycling Team, de ploeg waarvoor ze nog altijd koerst. “Vorig jaar, in mijn laatste jaar bij de aspiranten, won ik nog enkele koersen tussen de jongens en alles bij de meisjes. Enkel in de tijdrit werd ik wel eens verslagen. Die moet ik dan ook verbeteren.”
Hoewel ze haar eerste wedstrijden won, blijft De Buysser bescheiden wanneer het op haar doelen aankomt. “Ik wil gewoon zoveel mogelijk vooraan eindigen dit jaar”, grijnst ze. “Hoewel ik bij de nieuwelingen vooral tussen de meisjes zal koersen, probeer ik ook nog wat wedstrijden bij de jongens mee te pikken”, geeft ze aan. “Daar ligt het niveau toch wat hoger. Dat is goed voor mijn snelheid.”
De afgelopen jaren is De Buysser schier onklopbaar tijdens de kampioenschappen op de weg. Ze fietst nu al 3 jaar achtereen rond met de tricolore op haar tenue. Met wat minder schroom zegt ze: “Ik wil mezelf ook dit jaar tot Belgisch kampioene kronen.” Overigens presteert De Buysser niet enkel op de weg. Zo graaide ze afgelopen december liefst 5 nationale titels op de piste mee. Voorlopig blijft ze beide disciplines combineren, van een carrière in het veld is overigens geen sprake.
Lotte Kopecky
Toch is het niet enkel de koers wat de klok slaat in huize-De Buysser. Naast haar leven op de fiets gaat de Knesselaarse ook nog naar school. “Ik studeer voor bakker aan de Groene Poort in Brugge (een opleidingsinstituut voor voedingsgerichte studies, red). Dat combineer ik met fietsen. Volgend jaar komt daar nog een stage bij.”
Toch wil ze wel even vooruit kijken naar een verder leven in de koers. “Ik droom van deelname aan de Olympische Spelen en wil graag prof worden”, doet ze haar plannen uit de doeken. “Ik heb bewondering voor Marianne Vos, al zegt mijn omgeving dat ik meer op Lotte Kopecky lijk!”