Hoewel veel koersdagen leek het er voor Kenneth Vanbilsen lang op dat het niet zíjn voorseizoen ging worden, tot een loodzware Scheldeprijs de verlossing bracht. In die slijtageslag kwam de sterke Limburger bovendrijven en reed tot ver in de finale mee. Uiteindelijk won hij de sprint van de achtervolgers en werd daarmee 6de. “Waaierkoersen liegen niet”, zegt hij over zijn huidige vorm. En zondag speelt hij zijn eigen kaarten.
Waaierkoersen liegen nooit
De 31-jarige Kenneth Vanbilsen toonde zich de laatste jaren een onmisbare schakel. Toch reed hij richting Schoten weer eens voor zijn eigen kansen. Niet zonder resultaat dus, met die 6e plaats. “In de Scheldeprijs wist iedereen waar het ging gebeuren”, haalt Vanbilsen de koers terug. “Het hele peloton wilde dan ook vooraan zitten, maar toch gingen we met slechts 14 man de finale in. Ik zat echter goed geplaatst en kon mee”, vertelt hij met gepaste trots.
Dat deed hij als enige van zijn Cofidis-ploeg. “Daardoor zat ik op het laatst wat in de tang. BORA-hansgrohe had liefst 4 man mee, Alpecin-Fenix en Team DSM ieder 2, dan kom je als enkeling in het steekspel terecht. Toch denk ik dat de beste gewoon gewonnen heeft.”
“Natuurlijk betekent die 6e plek veel voor mij”, geeft hij aan. “Door omstandigheden kende ik tot dusver een minder voorjaar. Op het slechte moment werd ik ziek, op een slecht moment viel ik,…. Dan is het een opsteker wanneer je de bevestiging krijgt dat het met de conditie prima gesteld is. Waaierkoersen zijn natuurlijk ook wedstrijden die allesbehalve liegen.”
Ambitie voor Helleklassieker
Parijs-Roubaix, nog zo’n koers die nooit liegt. De ervaren Vanbilsen tekent dit weekend voor de 7e keer het startblad van de Helleklassieker. Toch draaide hij slechts 1 keer de Vélodrome in Roubaix op, al drukt dat zijn ambitie zeker niet. Vooral omdat Cofidis dit jaar geen uitgesproken kopman heeft voor de koers over 30 kasseistroken. Over een vrije rol voor zichzelf spreekt hij echter niet. “In Parijs-Roubaix kan het snel gedaan zijn”, legt hij die voorzichtigheid uit. “Toch start ik zondag met ambitie, anders dan normaal gesproken. Al wil ik mezelf geen resultaat opleggen. Ik heb die koers dikwijls gereden, maar er nog niet veel van gebakken”, lacht Vanbilsen. “Maar ik zou daar graag eens de finale rijden. Dan zal echter álles mee moeten zitten.”
De knie en Vanbilsen, dat is dan wel weer een immer terugkerend verhaal. In augustus vorig jaar zat zijn seizoen er daardoor op. De Limburger liet zich direct opereren. “Wellicht dat ik mijn revalidatie wat anders heb aangepakt. Ik denk niet dat je sterker of slechter uit een knieoperatie kunt komen, maar het is allemaal wat intensiever gebeurd.”
“Ik ben bij Lieven Maesschalck gestart en na verloop van tijd bij diens rechterhand, Thijs Hertsens. Die is op zichzelf begonnen. Ik merkte daar het verschil dat deze revalidatie zwaarder is geweest dan ergens anders. Veel intensiever”, geeft hij zijn herstel weer. “Elke sessie was ik daar 3 uur bezig. Alles is nu wat dat betreft achter de rug en dat is het belangrijkste.”
Trouwe diender
In 2019 wist de naar Halen uitgeweken Lummenaar met Dwars door het Hageland nog eens een zege aan zijn palmares toe te voegen, daarna reed hij echter vooral in dienst van zijn kopmannen, tot die 6e plaats in de Scheldeprijs dan. “Voor de ereplaatsen rijden, verwacht de ploeg normaliter niet van mij. Ik voel me goed bij een rol als knecht, anders deed ik het niet en had ik niet bijgetekend”, is Vanbilsen duidelijk. “Sinds 2015 koers ik voor Cofidis en daarmee ga ik mijn 8e jaar hier in. Dat geeft wel aan dat ik op mijn plaats zit. Momenteel ben ik einde contract, maar we zullen wel zien wat het volgend jaar gaat worden.”
Het drukke voorseizoen komt met Parijs-Roubaix overigens ten einde voor Vanbilsen. “Waarschijnlijk zal ik in Frankfurt-Eschborn de draad weer oppakken. Vervolgens richt ik me op de Belgische eendagskoersen, niveau 1.1 en dergelijke. Over een Grote Ronde wordt nog niet gesproken, sowieso neem ik geen deel aan de Giro d’Italia of de Tour de France. Misschien dat de Vuelta nog een optie is, maar dat bekijken we later. ”
Het is al van de Vuelta in 2018 geleden dat Vanbilsen nog eens deelnam aan een drieweekse ronde. Missen doet hij het echter niet. “Ik heb het meegemaakt, al is de Vuelta 1 van de mooiste wedstrijden. Als ik er naartoe ga, zal ik altijd in dienst rijden. In de 1.1-wedstrijden, hier en in Frankrijk, krijg ik misschien zelf nog wel eens kansen. Na het BK gaan we dat programma verder bepalen, besluit hij.”