Ook al is hij 28 jaar oud en heel volwassen, toch durft Stijn De Bock gekke uitspraken doen. Als je dat tijdens een trainingsrit van de Parelvissers doet, heb je prijs: het wordt geregistreerd. Greg Van Avermaet legde de ambitie van De Bock voor 2022 vast: 10 zeges pakken plus kampioen van België worden bij de elite zonder contract.
Eind vorig jaar draaide Stijn De Bock een knop om. Na 2 jaar Team Cibel, 1 seizoen Canyon (z’n enige profjaar) en 2 campagnes Tarteletto-Isorex zette de kerel uit Zele een stapje terug. Geen continentaal programma meer, opnieuw naar de echte amateurs. “Mijn droom om prof te worden, heb ik opgeborgen”, verduidelijkt ‘Bocksken’. “Je kan niet blijven investeren in je wielercarrière, op een bepaald moment moet je wat geld verdienen.”
Stijn De Bock is intussen vertegenwoordiger in het bedrijf van zijn broer Bruno en brengt in België, Nederland en Luxemburg zaagmachines aan de man. Die job combineert hij met koersen bij de elite zonder contract. Waar het goed gaat, want een week na een 1e zege in Assebroek (Brugge) schreef hij ook de koers in Puivelde (Sint-Niklaas) op zijn naam.
“Ik teer nog wel een beetje op het continentale programma dat ik de voorbije jaren reed”, vermoedt De Bock. “Met andere renners die ooit een stapje hebben teruggezet, had ik het er al over. Er is een periode dat je daar vruchten van plukt, maar naarmate de jaren vorderen, valt dat voordeel weg. Ik ben iemand die wat koersen nodig heeft om in vorm te geraken. Bovendien train ik nu veel minder dan vroeger.”
Selectief BK?
Dat is voorlopig nochtans niet aan zijn uitslagen te zien. De Bock zit met het Belgisch kampioenschap voor elites zonder contract in Sint-Lievens-Houtem in het achterhoofd. Op zondag 28 augustus 2022 wil hij voor de 2e keer de tricolore veroveren. 5 jaar geleden lukte hem dat in het vlakke Stabroek.
“Ik formuleerde tijdens een training met de Parelvissers een zware belofte”, aldus De Bock. “Ik voorspelde dat ik 10 koersen zou winnen en dat ik ook Belgisch kampioen ga worden. Dat is een gekke uitspraak die in het peloton steeds meer bekend raakt. Nog 8 te gaan, hoorde ik zaterdag in Puivelde roepen. Makkelijk gaat dat niet worden. Vroeger kon je bij manier van spreken in het Waasland elke dag koersen. Veel van die wedstrijden zijn verdwenen. Je moet het al goed uitkienen om ergens te kunnen koersen.”
Niet alleen het dalend aantal wedstrijden maakt het De Bock moeilijk om zijn boude voorspelling waar te maken. Ook de tegenstand ligt op de loer. “Het niveau bij de elite zonder contract is enorm gestegen”, beseft de inwoner van Oordegem. “Een gemiddelde van 46 km/u is standaard geworden. Mijn gekke belofte is geregistreerd. Greg Van Avermaet legde het vast op video. 10 keer winnen zal niet eenvoudig worden, voor de 2e keer Belgisch kampioen worden evenmin. Ik hoop dat het parcours in Sint-Lievens-Houtem een beetje selectief is.”
7 ploegen
Nochtans pakte De Bock al eens de driekleur op een biljartvlakke omloop. 5 jaar later kan hij wat meer volume aan. Bovendien heeft hij bij S-Bikes Doltcini een goed team in steun. “Toen eind vorig jaar bekend raakte dat ik niet langer op continentaal niveau wilde koersen, toonden 7 ploegen interesse”, beweert De Bock. “Het ging uiteindelijk tussen het DCR Team van Mattias Nys en S-Bikes Doltcini van Julien Van den Brande. Ik koos voor Juliens team. Waar ik nog geen moment spijt van heb. De sfeer bij mijn nieuwe ploeg valt te vergelijken met Cibel in 2017 en 2018. Net als toen gaan we bij S-Bikes Doltcini voor elkaar door het vuur.”
Bewijs daarvan: zaterdag trekt een deel van het Oost-Vlaamse team naar het Groot-Hertogdom Luxemburg voor de Schleck Gran Fondo. Ook Stijn De Bock doet de verplaatsing naar Mondorf-les-Bains, het geboortedorp van de broers Andy en Frank Schleck. Met vriendin Mieke Dockx, renster bij de Lotto-Soudal Ladies, trok hij zondag al naar La Gleize. “Mieke rijdt de Thüringen Rundfahrt en wil wat klimkilometers in de benen krijgen”, verduidelijkt De Bock. “En ik zit hier een klein beetje dichter bij het bedrijf van mijn broer. De Schleck Gran Fondo doe ik mee om te weten hoe het er in zo’n wedstrijd aan toe gaat. Wannes Heylen, een chirurg, is zaterdag onze kopman. Ik ben geen berggeit, maar 1.700 hoogtemeters over een afstand van 160 km valt wellicht mee.”