Emma Boogaard (21) is ervan overtuigd dat ze weldra de voetsporen van haar twee jaar oudere zus drukt. Dankzij een contract bij een team uit de WorldTour kan Maaike Boogaard leven van de koers. Emma, tot eind 2023 onderdak bij het continentale Team Coop-Hitec Products, hoopt ooit die stap te zetten.
Tussenstap
Zonder dat ze vorig voorjaar 1 koers kon rijden – clubteams kwamen door de pandemie in het 1e deel van 2021 niet of nauwelijks in actie – versierde Emma Boogaard in april een tussentijdse transfer van het Nederlandse Restore Cycling Team naar de Noorse continentale ploeg Team Coop-Hitec Products. Voor de meid uit het Noord-Hollandse Hoorn een tussenstap. Ze wil op termijn hogerop.
“Superleuk dat ik soms in hetzelfde peloton als mijn zus zit”, glundert Emma Boogaard. “Maaike heeft altijd gefietst, ze was ook steeds de betere, maar ik denk dat ik dichterbij kom. Zij rijdt bij het UAE Team. Als renster heb ik een gelijkaardig profiel als mijn zus. Ik ben een harde werker, kan me vrij goed positioneren. De laatste positie in een sprinttrein vind ik interessant. Dan kan je iemand helpen die de kunst verstaat een wedstrijd af te maken.”
Maar eerst probeert Emma Boogaard haar rol bij Team Coop-Hitec Products te vinden. De Noorse ploeg doet het overwegend met beloften, meisjes jonger dan 23. Een overwinning staat dit seizoen nog niet in de tabellen van het team. Nicole Steigenga pakte wel de 2e plaats in Leiedal Koerse in Bavikhove (Harelbeke). Toen zat ze gevangen tussen een trio van Parkhotel Valkenburg. Zelf verzamelde de jongste van de Friese zussen nog geen topresultaten. 19e in de slotrit van de Fryslan Tour was Emma Boogards beste.
Nog niet aan winnen denken
“Eigenlijk heb ik dit voorjaar nog niet zo heel veel mogen koersen”, beweert Emma Boogaard. “Op Brugge-De Panne na heb ik vooral kleinere wedstrijden gereden. In die koersen moet ik het doen, moet ik proberen een uitslag rijden. Voorlopig ben ik vooral actief in het begin van wedstrijden. Want ik besef dat een koers afronden bijzonder moeilijk is. Tot nog toe heb ik voornamelijk in dienst van de ploegmaats, allemaal jonkies, gewerkt. Op termijn hoop ik zelf finales te rijden.”
Liefst in de WorldTour. Emma Boogaard combineert wielrennen met studies bedrijfskunde in Amsterdam. Op de campus komt ze niet heel veel. “Trainen, koersen en studeren, dat is het”, gaat ze verder. “1 keer per week probeer ik in Amsterdam te zijn. Weldra zal ik dat moeten opschroeven naar 2 of 3 maal. Als alles goed gaat heb ik over anderhalf jaar mijn bachelordiploma. Ik hoop ooit in het management van een internationaal bedrijf aan de slag te kunnen. Maar ook op de fiets heb ik ambitie.”
Terwijl een deel van haar team van 24 tot 28 mei 2022 de Thüringen Rundfahrt rijdt en een ander deel de WorldTour in Londen (27-29 mei) afwerkt, trekt Emma Boogaard in haar eentje op trainingskamp naar Oostenrijk. “Na die stage doe ik Dwars door de Westhoek, Dwars door het Hageland en de Spar Flanders Diamond Tour in Nijlen”, blikt de Nederlandse vooruit. “En zo ga ik naar de Nederlandse kampioenschappen, zowel tijd- als wegrit. Gezien het hoge niveau van de Nederlandse rensters moet ik tijdens die NK’s vooral vergelijken met het peil van waar ik kom. Aan een overwinning moet ik niet denken.”
Veel afhakers
Al hoopt Emma Boogaard op termijn haar voet tussen de Nederlandse top te kunnen zetten. Om van deze hobby haar beroep te maken. “Ik verdien wel iets met koersen, maar van mijn contract kan ik niet leven”, verduidelijkt de meid die hotel mama koestert. “Mijn zus heeft wel een mooi inkomen. Op dat vlak is het procontinentale niveau nog grijs gebied. Ik ben studente. Naast koersen en studeren ook nog gaan werken, lukt niet. Misschien zal ik ooit werken en koersen moeten combineren. Ook al hoop ik ooit in een ploeg als UAE terecht te komen. Het moet leuk zijn als je van de koers kunt leven.”
Boogaard vindt het jammer dat er bij de vrouwen geen echte categorie U23 is. “Er is wel een EK voor beloften, maar geen WK”, zucht ze. “Als je van junioren naar elite overstapt, word je voor de leeuwen gegooid. Ik weet dat de KNWU de groep beloften te klein vindt. Dat is het precies: velen haken af omdat de stap te groot is. Volgens mij is het de moeite om deze kwestie te herbekijken.”