1.850 wielrenners uit 20 landen stonden vorige zondag aan de start van de Gran Fondo Alé La Merckx. Vanuit de eeuwenoude Italiaanse stad Verona reden ze door de wijngaarden van Valpolicella en het Lessiniagebergte. Wij startten vooraan, naast Europees kampioen Sonny Colbrelli, en finishten 130 km en 2.600 hoogtemeters later als 447e op de Toricelle. Deze perfect verzorgde Granfondo is een Italiaanse totaalbeleving opgedragen aan ‘onze kannibaal’ Eddy Merckx.
Sonny Colbrelli
Het was duizelingwekkend om naast Sonny Colbrelli en Mario Cipollini aan de start van de Gran Fondo Alé La Merckx te staan. Maar de avond ervoor zaten we gewoon op de trappen van het Palazzo Gran Guardia in de oude stad van Verona te keuvelen met Colbrelli. We brachten het gesprek snel op zijn wielercarrière, die met een schok tot stilstand kwam nadat ook zijn hart dat deed in de Ronde van Catalonië.
‘Hoe gaat het nu met jou?’, vroegen we.
‘Ik mag niet meer dan 2 uur fietsen. Ik heb 3 kampioenentruien, maar mag misschien nooit meer koersen in mijn eigen land omdat ik een defibrillator draag. In Italië is het bij wet verboden om met een defibrillator aan wedstrijden deel te nemen. Ik weet niet waarom dit mij overkomen is.’
We wensten hem sterkte en sloten het gesprek af met een grap dat we hem liever hadden zien verliezen in Roubaix. Het was een sprookje geweest voor onze Florian Vermeersch.
Are you Eddy?
Hier in Verona gaat eerder de naam van een andere held ‘van ons’ over de tongen: Eddy. Op alle posters en spandoeken staat hij: ‘Alé La Merckx’. Alé, het Italiaanse wielerkledingmerk. Merckx, Il Cannibale. Deze Gran Fondo, onderdeel van de Italiaanse Gran Fondo-series Grand Prix Maglia Nera en de Prestigio 2022, is ontstaan uit de vriendschap tussen Eddy Merckx en Federico Zecchetto, oprichter van het wielerschoenenmerk Diamant (vandaag DMT). Zecchetto’s bedrijf heeft naast DMT en Cipollini Bikes ook Alé onder de vleugels.
‘Zecchetto maakte ooit de koersbroeken en zeemvellen voor Merckx’, zegt Alessandro Migliorini, marketingverantwoordelijke bij Alé. ‘15 jaar geleden vatte Alé het idee op om een Gran Fondo te organiseren. Zecchetto stelde voor die te vernoemen naar Merckx, als eerbetoon. Zo geschiedde.’
Het is nooit slecht voor de aantrekkingskracht van een evenement om het te vernoemen naar de Belgische kampioen. Vroeger maakte Merckx nog zijn opwachting aan de start in Verona, maar nu is enkel zijn naam hier alomtegenwoordig. Het moet gezegd worden: dat streelt mijn Belgische eer.
Cannibale-tijdrit
De volgende ochtend – het was toen al bijna 30 graden, voor een juni-ochtend is dat zelfs in Italië uitzonderlijk – stonden we dus naast Colbrelli aan de start in de oude stad van Verona, stad van Romeo en Giulietta. Maar ook van de aankomst van de Giro 2022. Unesco werelderfgoed. Achter ons 1.850 deelnemers uit 20 verschillende landen. Sommigen zouden de lange route rijden, 130 km met 3 zware beklimmingen van in totaal 2.600 hoogtemeters. Anderen de Medio Fondo van 80 km en 1.500 hoogtemeters. Iedereen zou op de 2e beklimming een ‘tijdrit’ doen waar Merckx ooit een moordende tijd neerzette. Are you Eddy? Tre, due, uno, partiti!
Colbrelli was snel uit het zicht verdwenen. We reden nochtans 30 tot 35 km/u, maar de ene na de andere startgroep schoot ons voorbij. We probeerden te weerstaan aan de verleiding om aan te pikken bij de pelotonnetjes. Onze wedstrijd was tegen onszelf. Zoals verwacht begonnen we veel deelnemers opnieuw op te pikken op de 1e beklimming: Gargagnago-San Giorgio di Valpolicella. 7 km rustig naar omhoog door de wijngaarden van de beste Venetiaanse wijnen. Hoe hoger we klommen, tot 550 meter hoogte, hoe weidser het uitzicht over de wijngaarden.
Onmiddellijk na de afdaling via 8 haarspeldbochten begon de 2e beklimming: 12 km klimmen door kleine dorpjes van zeldzame schoonheid, met tussendoor 2 korte afdalingen en iets vlakkere stukken, naar Sant’Anna d’Alfaedo op 1.000 meter hoogte.
Bivio Del Pidocchio
Als je een goed klimritme vindt, zijn deze beklimmingen goed te doen. Het voordeel van je in het begin te laten uitzakken, is bovendien dat je tijdens de beklimmingen veel motivatie-boosts krijgt als je de ene na de andere deelnemer inhaalt.
De afdaling na de 2e klim was spectaculair. We houden niet van krampachtig dalen, geef ons maar het echte Formule 1-gevoel. Op de stukken met zachte bochten door het bos was dit heerlijk. Maar 1 keer namen we iets te enthousiast een scherpe bocht en moesten we in de remmen gaan tot op het grind naast de weg. Valpartij vakkundig vermeden.
Plots stonden we aan de voet van de laatste klim en voelden we ons heel klein tegenover de imposante loodrechte rotswanden. 20 km klimmen van 300 meter naar 1.570 meter hoogte, waar de alpenpas Bivio Del Pidocchio ons opwachtte.
De bergpas bevindt zich in het begin van de Alpen ten noorden van Verona, in het Natuurpark Lessinia. En dat het een alpenpas is, zie je al snel aan het landschap: uitgestrekte weides, haarspeldbochten, open valleien met uitzicht op de bergen rondom, nergens een huis te bespeuren, en overal kleine meertjes met badende koeien.
Op de top hadden we spijt dat we onze krachten te lang hadden opgespaard. We waren te lang op ons kleinste verzet gebleven. Hadden we een tandje groter kunnen schakelen en 3 km/u sneller kunnen klimmen? Om onze krachten beter te kunnen inschatten, moeten we meer ervaring opdoen in de bergen.
Bovendien was er op verschillende punten tijdens de beklimming een bevoorrading, met energiesnacks en vooral: water. Dat was noodzakelijk voor de veiligheid en gezondheid van de deelnemers, met de moordende temperaturen tot 35 graden. Tientallen bidons hebben we leeggedronken tijdens deze tropische Gran Fondo.
Toen we vol adrenaline bovenkwamen, hadden we nog reserves en wachtte er ons enkel nog een heerlijk geschenk: een afdaling van 40 km!
Torricelle
Een slechte, smalle weg vol kronkels en bochten ging richting Passo Fittanze op de grens tussen regio Veneto en regio Zuid-Tirol. De laatste deelnemers die we konden inhalen, waren we op de beklimming voorbijgereden. Ze waren te ver achterop om hen op te wachten. Een afdaling alleen rijden, is toch niet erg. Dachten we. Maar dat was buiten de krachtige, hete tegenwind gerekend. En eenmaal de afdaling minder steil werd, was het moederziel alleen beuken op kilometerslange, kaarsrechte drukke autowegen.
Pas bij de laatste 3 km draaide de route rechtsaf, voor de laatste krachtexplosie: de prachtige klim naar de Torricelle van Verona, de heuvels rond de oude stad. De klim langs villa’s, vestingsmuren en bomendreven is op het lijf geschreven van de echte punchers en zat in het parcours van het WK Wielrennen 2004.
Hier persten we er wél alles uit. De hitte was moordend. Na een sprint tegen onszelf overschreden we de finish met een tijd van 5:43:26. Een half uur voor de tijdslimiet en 2 uur na winnaar Fabio Cini, die voor het 2e jaar op rij won.
447e
Onze plaats in de rangschikking: 447e van de ongeveer 900 deelnemers aan de lange route. Bijna 400 daarvan waren niet binnen de tijd aangekomen. We haalden een gemiddelde van 22,5 km/u (bewogen snelheid 23,5 km/u). Cini haalde 35 km/u. Tot feesten waren we niet in staat, ondanks het feestje beneden in Verona, in het Palazzo Gran Guardia. Ons hoofd bonkte van de hitte, ons hele lijf brandde. Een koude douche en een powerslaap in het hotel deden wonderen.
Na een opvallend gezonde maaltijd in het palazzo doken we opgeladen de gezellige middeleeuwse straatjes van Verona in. Onze Giuletta vonden we niet, wel een voldaan gevoel in de 18e eeuwse tuinen op Piazza Bra. Achter ons de 2.000 jaar oude Arena di Verona, waar de beroemde aria van Giacomo Puccini ‘E lucevan le stelle’ weerklonk. Jay Hindley, nieuwe wielerster aan het firmament, straalde exact een week eerder bij de slotceremonie van de Giro in dit amfitheater.
De slotceremonie van de Gran Fondo Alé La Merckx hadden wij gemist. Proficiat aan Fabio Cini, Enrico Filippi en Stefano Bonanomi bij de mannen voor de Gran Fondo. Igor Zanetti won de Medio Fondo voor Tomas Colbrelli, broer van Sonny. Maria Elena Palmisano won bij de vrouwen.