België is de laatste jaren uitgegroeid tot het tijdritland in het wielrennen. Dat werd nog eens onderstreept in de Tour met proloogwinst voor Yves Lampaert, vóór Wout van Aert. In de marge van de Tour behaalde Jens Verbrugghe (17) zilver op het EK tijdrijden. “Ik wil de komende jaren blijven focussen op die discipline, want zo kan je ook kleine rittenwedstrijden winnen”, beseft hij.
42 graden
Het EK werd betwist in het Portugese Sangalhos op een golvend parcours. “Het was moeilijk om een ‘pace plan’ te maken, want het ging voortdurend op en af en in sommige afdalingen kon je niet hard trappen”, blikt Verbrugghe terug. “Ik wist wel welke wattages ik moest halen in de stukken bergop, maar het was extra lastig door de hitte. Ik mikte op voorhand op de top 5 en had nooit gedacht dat ik toppers als Emil Herzog, Duarte Marivoet en Jan Christen (de wereldkampioen veldrijden, red) achter mij zou kunnen houden.”
Verbrugghe vertrok als laatste en had uiteindelijk de 2e tijd. “Het verschil met Mathieu Kockelmann was 19 seconden, dus ik kan perfect leven met de zilveren medaille. Op het BK was ik nog 41 seconden achter Duarte en nu eindig ik voor hem. Toen had ik na mijn zware val in Kuurne maar een maand om mij voor te bereiden. Nu was mijn conditie beter en heb ik me lang kunnen focussen op het EK.”
In de wegrit haalde Verbrugghe het einde niet. “Het was ontzettend warm. Er was sprake van 42 graden, maar de Garmin gaf in volle zon zelfs 50 graden aan. Bovendien had ik geen superdag, het voelde alsof ik niet volledig was hersteld van de tijdrit. Ik gaf meteen aan mijn landgenoten aan dat ik niet top was en ging uiteindelijk mee tot de voorlaatste ronde. Toen moest ik bergop lossen, maar kon ik bergaf nog 1 keer aansluiten. Ik verzamelde drinkbussen en deelde die uit, daarna liet ik het peloton rijden en koos ik voor de afkoeling.”
Groupama-FDJ
Nochtans kan Verbrugghe ook in wegkoersen zijn plan wel trekken. Eerder dit jaar won hij zelfs de Trophée Centre Morbihan. “Heuvels liggen me wel, maar lange beklimmingen zijn te zwaar voor mij. Sowieso win ik die wedstrijd ook dankzij mijn goede tijdrit, dus ik vind het belangrijk om te blijven investeren in die discipline. Op tv zien we natuurlijk jongens als Van Aert, Lampaert en Evenepoel ook bezig en dat motiveert om er zelf aan te werken. Ik hou van de strijd van de atleet tegen de tijd en vind het ook interessant om alles te leren over de voorbereiding en de indeling.”
Momenteel komt Verbrugghe uit voor de juniorenploeg van Groupama-FDJ, net als leeftijdsgenoot Vlad Van Mechelen. Hij hoopt volgend jaar door te stromen naar de beloftenploeg van de Franse formatie. Uit die stal kwamen eerder ook al Jake Stewart, Lewis Askey en Sylvain Moniquet. “Het is 1 van de beste ploegen bij de jeugd, ik denk dat ik er veel kan leren. Er zijn ook aanbiedingen van andere ploegen, maar mijn voorkeur gaat uit naar een verlengd verblijf bij Groupama-FDJ. Dat is echter nog niet zeker.”
Eerst gaat de focus van Verbrugghe naar de rest van zijn juniorencarrière. “Ik hoop natuurlijk dat ik naar het WK mag gaan, dat is voor elke renner een droom. De komende koersen zal ik knokken voor een selectie. Naar het parcours heb ik nog niet in detail gekeken, maar ik heb begrepen dat het net iets minder zwaar is dan Portugal. Dat zou me dus wel moeten liggen. Hopelijk kan ik er mijn kans gaan.”
Gesukkel met zonnebril
Jens is natuurlijk de zoon van Rik Verbrugghe, sportdirecteur bij Israel-Premier Tech en zelf een uitstekende prof rond de eeuwwisseling. “Aanvankelijk gaf hij me veel advies en was hij ook mijn trainer, maar we hebben besloten om nu wat buiten de familie te kijken voor mijn begeleiding. Natuurlijk weet papa ook wat goed is voor mij en zal hij altijd advies geven, maar de trainingen worden door iemand anders bepaald. Ik weet natuurlijk wel wat hij destijds gepresteerd heeft. Elk jaar tijdens de Tour komt zijn ritzege in Lavaur ter sprake. En ja, ik heb ook al wel eens gelachen met het gesukkel met zijn zonnebril”, besluit Jens, die duidelijk zijn klassiekers kent.