Ook al liep hij bij een val in de Vierdaagse van Kontich een dubbele polsbreuk op, 1e jaars junior Steffen De Schuyteneer (17) is al bezig met z’n toekomst op iets langere termijn. Daarvoor werkt hij samen met Yannick Prévost van ISEA, het managementbureau dat ook de belangen van Wout van Aert behartigt.
Dubbele breuk
Steeds vroeger worden jonge renners benaderd door managers. Sommigen durven het aan om van de junioren naar de profs over te stappen. Zoals in het verleden Remco Evenepoel en Cian Uijtdebroeks. Ook Steffen De Schuyteneer, actief in het shirt van Avia-Rudyco, is bezig met z’n toekomst op iets langere termijn. “Er zijn al wat contacten”, verduidelijkt de renner uit Geraardsbergen. “Bij de besprekingen gaat het ook al over de beloftenperiode, want ik denk dat het voor mij beter is toch minstens 1 jaar bij de U23 te koersen.”
De Schuyteneer ontpopt zich als 1e jaars junior tot 1 van de beste Belgen. Hij won al 2 interclubs – Tombroek Koerse in Rollegem en de Vlaams-Brabantse Pijl in Korbeek-Lo – en haalde de top 10 in enkele UCI-koersen als Kuurne-Brussel-Kuurne (4e), Gent-Wevelgem (7e) en de Driedaagse van Axel (4e). De voorbije maanden moest hij ook al een flinke dosis pech verwerken. Er was onder meer een stevige tuimelperte in de finale van het Belgisch kampioenschap in Moorslede. Recenter sloeg de pechduivel opnieuw hard toe. In de Vierdaagse van Kontich leek hij, na winst in de inleidende ploegentijdrit en op de 2e dag een 2e plaats in een massaspurt, op weg naar de eindzege. Een val in de slotkilometer van de zaterdagetappe besliste er anders over.
WK Wollongong
“Op 800 meter van de finish haakten 2 renners in elkaar”, doet De Schuyteneer het verhaal van een nieuwe tegenslag. “Die mannen waren, denk ik, iets te nerveus. De renner achter hen viel, de renner voor mij ook. Ik heb nog geprobeerd om de val te ontwijken. Tegen 53 per uur kon ik geen kant op. Met een dubbele polsbreuk als gevolg. Vorige week dinsdag werd een plaatje aangebracht, zodat de genezing sneller kan verlopen. De eerste dagen na de val zat mijn pols in het gips, nu in een verband. Waardoor ik mijn benen op de rollen draaiende kan houden. Bij deze temperaturen met een waaier voor mijn neus. Volgende week mogen de hechtingen eruit en dan zal mijn sportdokter beslissen wanneer ik weer mag koersen. Ik vermoed dat de duur van mijn inactiviteit nog redelijk zal meevallen.”
Op voorwaarde dat de breuk snel herstelt uiteraard. Het zag er naar uit dat de eindzege in de Vierdaagse van Kontich hem niet meer kon ontsnappen. “Dat leek inderdaad zo want we hadden in de ploegentijdrit redelijk wat bonus opgebouwd”, aldus De Schuyteneer. “In de koers kan er altijd iets gebeuren.”
Dat was ook zo. De eindzege bleef wel in de ploeg. Mauro Cuylits, ook 1e jaars, mocht op zondagavond op het hoogste schavotje plaatsnemen. Misschien moet De Schuyteneer zich vanaf nu vooral concentreren op een selectie voor het wereldkampioenschap in het Australische Wollongong. De wegrit voor U19 wordt op vrijdag 23 september 2022 gereden.
Nations Cup
“Ik denk niet dat ik kans maak op een WK-selectie”, vindt De Schuyteneer zelf. “Ik ga er vanuit dat bondscoach Carlo Bomans met vijf sterke 2e jaars naar Australië zal afreizen. Tegen die tijd is ook Vlad Van Mechelen terug. En 5 plaatsjes in de selectie: dat is niet veel. Neemt niet weg dat ik heel graag dat WK zou meemaken. Maar ik ga er vanuit dat ik er niet bij ben.”
De Schuyteneer werd niet geselecteerd voor het Europees kampioenschap van 2 weken geleden in het Portugese Anadia. “Over die niet-selectie heb ik 1 dag lopen zeuren, daarna draaide ik de knop om”, beweert de jonge Oost-Vlaming. “Een verklaring waarom ik er in Anadia niet bij was, heb ik niet gekregen. Wellicht was het parcours voor mij iets te zwaar. Daags na het teleurstellende bericht heb ik beseft dat er nog veel mooie wedstrijden aankomen. En ik heb al een aantal hele mooie UCI-koersen mogen rijden. De bondscoach nam me wel op in de selectie voor de Nations Cup-manche in Nederland eind deze maand. Maar de Watersley Junior Challenge in Nederland zal voor mij naar alle waarschijnlijkheid nog te vroeg komen.”