2022 is voorlopig niet het jaar van Zdenek Stybar. De inmiddels 36-jarige Tsjech van Quick-Step Alpha Vinyl Team heeft zijn vormpeil van 2019 dit voorjaar niet teruggevonden en is bovendien einde contract. De geluiden dat hij zich op offroad-wedstrijden wil storten, klinken steeds luider. Het ultieme einddoel zijn dan de Olympische Spelen van 2024. Een droom die Stybar al meer dan 10 jaar koestert.
Geweldige erelijst
Pas vrij laat in 2021 tekende Zdenek Stybar bij voor de troepen van Patrick Lefevere. De officiële aankondiging kwam er op 20 oktober. Op die manier is de Tsjech inmiddels bezig aan zijn 12e jaargang bij The Wolfpack, wat bijzonder lang is voor een wielrenner. Ervoor kwam hij in professionele context enkel uit voor Fidea, in de periode dat hij veldrijder was.
Stybar was overigens geen gewone veldrijder. Bij de profs werd hij 3 keer wereldkampioen en behaalde hij 6 Tsjechische titels. Onderweg schreef hij ook de Wereldbeker en de Superprestige op zijn naam. Vanaf 2012 ging de focus toch wat meer naar de weg, ook al omdat hij in het veldrijden eigenlijk alles gewonnen had wat er te winnen viel. Hij effende daarmee het pad voor de carrièreswitch die jongens als Van Aert, Van der Poel en Hermans de afgelopen jaren ook maakten.
Bij Lefevere reed Stybar een geweldige erelijst bij elkaar. Hij won de Strade Bianche, de Omloop Het Nieuwsblad, de Eneco Tour en ritten in de Tour, Vuelta en Eneco Tour. Zijn ultieme droom was natuurlijk Parijs-Roubaix, het monument waar elke veldrijder van wakker ligt. Daar stond hij 2 keer op het 2e trapje na respectievelijk John Degenkolb in 2015 en Greg Van Avermaet in 2017.
Op de sukkel
Stybar werd in september nog 7e op het WK in Leuven, waarmee hij aantoonde in eendagswedstrijden nog steeds van waarde te kunnen zijn. Toch werd het voorjaar van 2022 geen groot succes. Dichter dan een 25e plaats in de Amstel Gold Race kwam hij nergens. Mogelijk had dat te maken met ziekte. Stybar was net zoals de helft van het peloton op de sukkel geraakt in Parijs-Nice, een cruciale periode voor de voorjaarsrenners.
Logisch dus dat de Tsjech stilaan denkt aan het laatste hoofdstuk in zijn carrière. De voeling met het veldrijden is hij sowieso nooit kwijt geraakt. In de winter van 2018-2019 reed hij opnieuw een mooie campagne, een jaar later deed hij er zelfs nog een aantal veldritten bij. In Sint-Niklaas, Bredene en Gullegem eindigde hij in de top 10 en in 2021 werd hij 18e op het WK in Oostende. Resultaten die doen vermoeden dat hij mits de juiste voorbereiding en focus nog steeds wat kan betekenen in het veld.
Maar er is dus ook de Olympische droom. Daar was al sprake van in de zomer van 2010, toen Stybar plannen maakte voor het Tsjechisch kampioenschap mountainbike. Dat zou toen in functie geweest zijn van de Spelen in Londen. Uiteindelijk verlegde hij zijn focus naar de selectie op de weg, maar de bondscoach koos voor Jan Barta en Roman Kreuziger. Die laatste uitte toen zijn onvrede, maar Stybar bleef thuis. In 2016 mocht hij wel mee naar Rio de Janeiro en bereikte hij de aankomst niet. Hetzelfde verhaal vorig jaar in Tokio.
WK gravel?
Nu denkt Stybar dus terug aan het mountainbike op de Spelen. Dat is een project wat al jaren in zijn achterhoofd lijkt te spelen. In juni 2019 nam hij immers deel aan de CK EPIC Dohnany, een marathonwedstrijd van 65 km met 2.000 hoogtemeters. Stybar won die wedstrijd meteen en stelde achteraf dat hij enorm had genoten van de beproeving. Toen beschouwde hij alles nog als een training, maar misschien is er daar toch een zaadje gepland.
Met Ondrej Cink heeft Tsjechië in elk geval 1 mountainbiker die op een mooie ereplaats mag hopen in Parijs. Hij staat momenteel 11e op de UCI-ranking. De 2e Tsjech staat pas op de 98e plaats, waardoor er voor Stybar wel kansen lijken te liggen in de nationale selectie. In België hoopt men natuurlijk dat ‘Styby’ ook terugkeert naar het veldrijden. Misschien neemt hij er zelfs de gravelrides bij. Het 1e WK gravel vindt op 8 en 9 oktober 2022 plaats in Veneto (Italië). Benieuwd dus of we de Tsjech daar straks plots op de deelnemerslijst zien staan.