Met een 12e plaats eindigde Team DSM in de ploegentijdrit van de Vuelta midden in het pak. In het team is er ook plek voor 1 Belg: Henri Vandenabeele debuteert op zijn 22e immers in een Grote Ronde. Hij sukkelt nog een beetje met de naweeën van corona, maar hoopt toch op het beste voor de komende weken. “Na deze ploegentijdrit voel ik wel dat ik een eind moet kunnen meegaan.”
Valse noot
België heeft zoveel getalenteerde klimmers dat er niet zo vaak gepraat wordt over Vandenabeele. Nochtans werd hij in 2020 erg fraai 2e in de Baby Giro na Tom Pidcock en bevestigde hij vorig jaar in diezelfde rittenwedstrijd met een podiumplek na wonderkind Juan Ayuso en Tobias Halland Johannessen, de latere winnaar van de Toekomstronde. De jonge knaap uit Dentergem heeft dus wel degelijk veel potentieel.
Zijn 1e jaar bij de profs begon meer dan behoorlijk. In de Tour of Oman werd de neoprof meteen 9e in het eindklassement. Een 10e plek in de Ronde van Turkije volgde, maar vervolgens sloeg corona toe. Vandenabeele moest uit de Dauphiné stappen en kampt nog steeds met de naweeën van de besmetting. Toch is hij voldoende hersteld om aan de Vuelta te beginnen. Als alles goed verloopt, moet hij Thymen Arensman kunnen bijstaan in het gebergte.
De ploegentijdrit van DSM begon wel met een valse noot. Marco Brenner sukkelde met het startpodium en moest meteen een gaatje dichten. “Ik zag hem mijn richting uit komen en dacht even dat hij mij zou aanrijden”, analyseert Vandenabeele die move. “Gelukkig konden we dat wel gauw rechtzetten. Helaas raakten we John Degenkolb snel kwijt. Ik had dat zelf niet gemerkt omdat ik zodanig gefocust was op het wiel van mijn voorganger Joris Nieuwenhuis. Blijkbaar moest John al na een kilometer of 6 afhaken. Het was de bedoeling dat hij lange beurten zou doen, dus die luxe waren kwijt.”
Scott Plasma 6
Zelf bolde de Belg op 51 seconden van zijn ploegmaten binnen. “Het was ook niet de bedoeling dat ik bij de jongens zou zijn die in groep de streep zouden halen. Ik heb op het einde nog een lange beurt gedaan en dan zat mijn werk erop. Zo’n ploegentijdrit is lastig en explosief, ik heb gelukkig mijn werk kunnen doen. Dat betekende dat ik tijdens mijn korte beurten het hoge tempo moest proberen aanhouden. Voor mij persoonlijk was het dus wel een geslaagde dag. We rijden sinds dit jaar op de Scott Plasma 6 en dat is een snelle fiets.”
Voor de ploeg viel de 12e plek wat tegen. “John zou een belangrijke man in de trein zijn, dus zijn verlies is een opdoffer. We hadden wel gedacht dat we niet zouden meedoen voor de winst, want als je realistisch bent, weet je dat teams als Jumbo-Visma gewoon sterkere renners hebben. Toch geef je alles en hoop je zo dicht mogelijk te eindigen. Al bij al is het belangrijkste om niet te vallen en dat is tenminste wel gelukt.”
De 22-jarige Dentergemnaar zal de Vuelta van dag tot dag bekijken. “Ik ben zeker niet in topvorm, dus we moeten afwachten hoe het loopt en hoe ik recupereer. Dat laatste is zeker het belangrijkste. Hopelijk verbeter ik dan wel. Tijdens de openingsdagen in Nederland is het een kwestie van deze etappes goed door te komen. Ik denk niet dat er echt snel gereden zal worden, maar het zal wel chaotisch zijn. In Spanje wacht er dan meteen een zwaar programma op ons en wordt het meteen duidelijk hoe de benen zullen zijn.”
Vroege vlucht
Met Arensman kan Team DSM mikken op een klassement, terwijl jongens als Degenkolb en Nikias Arndt wel weten hoe ze een etappe kunnen winnen in de Vuelta. Arndt deed dat al in 2019, Degenkolb won tussen 2012 en 2015 maar liefst 10 etappes. Of Vandenabeele daar een voorbeeld aan kan nemen, valt nog af te wachten. “In het beste geval word ik steeds beter en ben ik in de 3e week op de afspraak. Ik zal sowieso proberen bij elke vroege vlucht mijn kans te grijpen. Het ultieme doel is om de ronde uit te rijden en er niet kapot uit te komen. Gezien mijn gebrekkige voorbereiding lijkt me dat al een mooi streefdoel.”
Rond Team DSM is het in elk geval wat rustiger geworden dan voorheen. Renners als Bardet, Dainese en Leknessund hebben dit seizoen mooie resultaten gerealiseerd en blijven volgend jaar aan boord. De ploeg teert bovendien nog op het geweldige 2020 waardoor het in principe veilig is voor de komende jaren en zich niet moet moeien met de stress rond de degradatie uit de WorldTour. Ook de Belg is tevreden bij de Nederlandse formatie van Iwan Spekenbrink. “Ik voel me goed en krijg alle kansen. Alles is bovendien strak geregeld, dus ik ben als renner heel content.”